over een aspect in de kunst van de Barok
Op het gevaar af dat nieuwe lezers van deze blog weleens mochten denken dat het mij vooral om gruwelijke dingen in de kunst gaat, nam ik mij al tijdens het schrijven van het artikel Johannes in disco, over de schotel met het afgehakte hoofd van Johannes de Doper al voor het schilderij De onthoofding van Johannes de Doper door Caravaggio in een apart artikel te behandelen. Twee reacties die ik via e-mail ontving en een reactie onderaan het betreffende artikel stimuleerden om daar snel werk van de te maken. Er werd namelijk op gewezen dat men het bekende werk van de Italiaanse barokkunstenaar in het artikel miste. (Degene die het stukje nog eens willen inkijken, klik hier: https://www.kunstblikken.com/post/johannes-in-disco)
In hun drang naar realisme namen Caravaggio en zijn navolgers geen blad voor de mond. Het zal duidelijk worden dat de volledig compromisloze Caravaggio de toeschouwer niet spaarde wanneer het gruwelijke taferelen betreft. Hij schilderde nogal wat voorstellingen met verhalen waarin een onthoofding een belangrijke rol speelt. Executies door middel van onthoofding waren indertijd in Rome aan de orde van de dag. Om een en ander zo realistisch mogelijk in beeld te brengen zou de kunstenaar diverse openbare onthoofdingen hebben bijgewoond.
De Orde van de Johannieters / de Maltezer Orde
De Orde van de Johannieters vindt zijn oorsprong in een stichting van een hospitaal in 1023 in Jeruzalem. In het ziekenhuis werden vooral noodlijdende pelgrims verzorgd. Naar hun patroonheilige Johannes de Doper werden de ordeleden johannieters genoemd.
In 1113 veranderde de koning van Jeruzalem de status van de hospitaalbroeders in een militaire ridderorde. Naast een verplegende taak kwam de nadruk nu te liggen op het beschermen van pelgrims en de verdediging van kerken en kloosters.
Vanaf het einde van de twaalfde eeuw rukten de Ottomanen op. Kruisvaarders moesten steeds meer gebieden prijsgeven en ook de Johannieters voelden steeds vaker genoodzaakt zich te verplaatsten en veel ordeleden leiden in het eerste kwart van de 16de eeuw een zwervend bestaan. Karel V schonk de orde in 1530 een flink gebied op het eiland Malta. Naar hun nieuwe verblijfplaats worden de ordeleden vanaf nu vooral Maltezer Ridders genoemd.
De kerk in Valetta en het schilderij van Caravaggio
In Valetta werd in de jaren 1573-1578 de Johannes Kathedraal gebouwd, de hoofdkerk van de Maltezer Ridders. De rijk versierde kerk is een bekend voorbeeld van de Barok. Hier bevindt zich het beroemde schilderij De onthoofding van Johannes de Doper van Caravaggio.
Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610) had al een turbulent en gewelddadig leven achter de rug toen hij opdracht kreeg om het grote schilderij voor het hoofdaltaar van de Johanneskerk in Valetta te maken. Hij was op het eiland terecht gekomen omdat hij op de vlucht was voor de Romeinse justitie. In 1606 had hij in Rome namelijk een man gedood. Maar ook in Malta kwam hij in de problemen en belandde in de gevangenis. Hij wist te ontsnappen en vluchtte naar Sicilië. In 1610 wordt zijn lichaam gevonden op het strand van Porto Ercole. De kunstenaar is 38 jaar geworden. Er wordt nog steeds gespeculeerd over de manier waarop hij aan zijn einde is gekomen: moord of zelfmoord?
Oratorium van de Sint Janskathedraal Kathedraal met boven het hoofdaltaar
De onthoofding van Johannes de Doper, Valetta, Malta
Op Malta werd Caravaggio opgenomen als ridder van de Maltezer Orde. Hij schilderde verschillende werken voor de kerk van de orde. In 1607 krijgt de kunstenaar opdracht voor het hoogaltaar van de kerk in Valetta: De onthoofding van Johannes de Doper. Johannes de Doper was immers de beschermheilige van de Maltezer Orde en de kathedraal van de orde was aan hem gewijd. Het schilderij werd 1608 voltooid. Wat mij betreft valt het schilderij enigszins in het niet bij de barokke interieurversiersels.
Caravaggio, De onthoofding van Johannes de Doper, olieverf op doek: 362 x 520 cm, 1607-1608, Oratorium van Sint Jan, Valletta, Malta
Caravaggio en het gruwelijke in de kunst
Het schilderij met de onthoofding van Johannes wordt door velen als het belangrijkste werk van Caravaggio beschouwd. We zullen zien dat zijn streven naar realisme met dit schilderij een hoogtepunt bereikt. Wanneer we naar afbeeldingen van het schilderij kijken moeten we ons realiseren dat we met een enorm doek te maken hebben. Met een omvang van 361x520 cm. is dit het grootste schilderij van Caravaggio. De personen worden levensgroot in beeld gebracht. Door de omvang van het schilderij kon de schilder het drama tot in de kleinste details op ware grootte afbeelden.
Het lijkt ijzig stil op de binnenplaats van de gevangenis. Er wordt niet gesproken, laat staan dat er bevelen worden geschreeuwd. Het drama van de onthoofding van de heilige wordt in een angstaanjagende alledaagsheid en kalmte op een weerzinwekkend realistische manier in beeld gebracht. Voor de man die de executie heeft uitgevoerd en de man die de leiding heeft bij de terechtstelling lijkt het een routine klus te zijn die zij wel vaker ten uitvoer hebben gebracht. Beiden ogen onberoerd en zelfverzekerd bij de uitvoering van hun taak.
detail Caravaggio, De onthoofding van Johannes de Doper
Ondanks de ogenschijnlijke alledaagsheid is de voorstelling vol van drama en dynamiek. We zien Johannes enkele momenten nadat hij door een beul is onthoofd. Het ontzielde lichaam is na de onthoofding languit voorover gevallen. De handen van de martelaar zijn op de rug gebonden. De gespierde beul staat in spreidstand gebogen over het lichaam van zijn slachtoffer. Het bebloede beulszwaard waarmee hij het hoofd heeft afgeslagen ligt aan de rechterkant van het hoofd van de heilige. Met de rechterhand steekt de beul een bebloed mes terug in de holster die aan een riem onderaan zijn rug hangt. Blijkbaar had de slag met het zwaard nog niet het beoogde effect en moest hij met zijn mes het laatste deel van de nek afsnijden om het hoofd van de romp te scheiden. Alleen al wanneer ons oog op dit detail valt en we ons realiseren hoe een en ander in zijn werk is gegaan worden wij door huiver overvallen. Naast de beul wijst een man, die blijkbaar de leiding heeft over de operatie, met gebiedende vinger naar de schaal die Salomé in de handen houdt. Met de linkerhand pakt de beul het hoofd bij de haren om het in de schaal te leggen. Ook de stiefdochter van Herodes toont geen emotie. Alleen haar oudere dienstmaagd kijkt vol afschuw toe en grijpt vertwijfeld met de handen naar het hoofd. Met haar kunnen wij ons gemakkelijk identificeren.
De binnenplaats wordt afgesloten met een zware muur met een poort. Rechts daarvan kunnen we door een getralied venster in een kerker kijken. Van daaruit kijken twee gevangenen vol afschuw naar wat wellicht ook hun lot kan zijn! Ook in hún angst kunnen wij ons gemakkelijk verplaatsen.
Opmerkelijk is dat dit het enige schilderij is dat Caravaggio signeerde. Met die signatuur is iets bijzonders aan de hand. Wat is het geval? Het bloed gutst uit de hals van Johannes op de vloer van de binnenplaats. Het lijkt erop dat Johannes met een laatste krachtinspanning een van zijn vingers in zijn eigen bloed heeft gedoopt om wat op de grond te schrijven. We lezen: f michelAn… . ‘f’ staat voor fecit (Latijn: gemaakt door) en ‘michelAn…’ verwijst naar de voornaam van Caravaggio, wiens volledige naam Michelangelo Merisi da Caravaggio was. Omdat de naam niet volledig is, bekruipt ons het gevoel dat Johannes in zijn laatste momenten niet meer bij machte was om de complete naam van de kunstenaar op te schrijven. Achter michelAn zien we alleen nog maar onherkenbare krabbels. Volgens velen heeft Caravaggio zich met de signatuur willen identificeren met de martelaar.
f michelAn…
David toont het hoofd van Goliath
Caravaggio heeft heel wat taferelen geschilderd waarbij een onthoofding een belangrijke rol speelt. Tussen zijn voorstellingen van David met het hoofd van Goliath is het schilderij in de Galleria Borghese in Rome wel de beroemdste. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het zelfportret dat de kunstenaar in de voorstelling heeft verwerkt
De bron van de voorstelling is een tekst uit het Oude Testament, uit het Boek I Samuel. Daarin wordt verhaald hoe de jeugdige herdersjongen David door zijn vader naar het legerkamp van zijn broers wordt gezonden om hen van levensmiddelen te voorzien . De broers behoren tot het leger van Israël. Al veertig dagen bevinden de Israëlieten zich in een benarde positie. In de nabijheid van hun kamp hebben de Filistijnen hun tenten opgeslagen. Elke dag treedt de reus Goliath uit de vijandelijke gelederen naar voren en daagt de Israëlieten uit: 'Wijs iemand aan die het durft op te nemen tegen mij. Als hij mij verslaat zullen wij uw slaven zijn, maar als ik hem versla zal gij ons dienen.' (I Samuel 17: 8-9) David durft de uitdaging aan te nemen en treedt tegen Goliath in het strijdperk. Als herdersjongen is hij slechts gewapend met een slinger en enkele stenen. Wanneer ze nog ver van elkaar afstaan doet David een steen in zijn slinger en slingert die naar zijn tegenstander. De steen dringt met grote kracht door in het voorhoofd van de reus. Goliath stort ter aarde. David grijpt het zwaard van de Filistijn en onthoofdt hem.
Caravaggio, David met het hoofd van Goliath, ca. 1609-1610, olieverf op doek:
125 x 101 cm, Galleria Borghese, Rome
De achtergrond van het schilderij is erg donker. Vanuit de duisternis die hem omgeeft, treedt David naar voren in het licht. In zijn rechterhand houdt hij het zwaard van Goliath en in de linkerhand diens afgehouwen hoofd, nog druipend van bloed. In het voorhoofd van de reus zien we het bloedend gat van de steen die als een meteoor in de schedel is ingeslagen. De mond van de reus staat wijd open. De starende blik en de uitpuilende ogen lijken ons aan te kijken. Uit de hals druipt bloed in lange slierten naar beneden.
detail Caravaggio, David met het hoofd van Goliath
Bij andere kunstenaars houdt David het hoofd van Goliath naar boven om het met een groots overwinningsgebaar aan zijn volk te tonen. Op het schilderij van Caravaggio zien we geen jubelende menigte en we zien ook niets van de omgeving. David wordt slechts door duisternis omgeven. Er is bij hem geen sprake van enige euforie en er is geen spoor te herkennen van een uitgelaten stemming over zijn grootse overwinning. De jeugdige herdersjongen kijkt eerder met droefheid en mededogen naar het enorme hoofd van de reus.
Voor het genoemde zelfportret op het schilderij gaat het niet om het fraaie jongensgezicht van David! Het betreft immers een schilderij uit het laatste levensjaar (1609-1610) van de schilder. Hij was dus veel ouder dan de jonge David. Caravaggio heeft ons een zelfportret nagelaten dat er niet om liegt! De kunstenaar gebruikte zijn eigen gelaat als uitgangspunt voor het hoofd van Goliath! Jantje merkte op: ‘Je kunt je als schilder een vrolijker situatie voor een zelfportret voorstellen!’ Om deze opvallende keuze te verklaren wijzen veel kunsthistorici erop dat het schilderij is gemaakt in het jaar vóór de gewelddadige dood van de kunstenaar. Door in de huid te kruipen van Goliath zou de licht ontvlambare Caravaggio een oordeel over zichzelf hebben uitgesproken. ‘Met het verstrijken van de jaren nam de duisternis in zijn leven toe. Caravaggio worstelde met zijn homoseksualiteit, hij had zich aan velerlei geweldplegingen schuldig gemaakt en was verschillende malen in de gevangenis terecht gekomen. Hij had een man gedood, moest zijn vaderstad ontvluchten en leefde als balling, zwervend van stad naar stad, door rampspoed achtervolgd.’
Links: Zelfportret van Caravaggio ca. 1600, dus zo’n 10 jaar vroeger dan de geschilderde kop van Goliath door Caravaggio (rechts)
Het schild met de kop van Medusa
Het verhaal over Medusa kent al in de klassieke mythologie verschillende versies. Het komt het erop neer dat Medusa een beeldschoon meisje was die veel aanbidders had! Ook Poseidon is haar schoonheid opgevallen, maar Medusa laat zich niet door de avances van de god van de zee verleiden. Daarop verkracht hij haar … in de tempel van Athena! De godin is woedend om de ontheiliging van haar heiligdom. Ondanks het feit dat Medusa geen blaam treft richt de wraak van Athena zich op het meisje. Zij verandert Medusa in een monsterachtig wezen met ijzeren klauwen, slagtanden en de mooie blonde haren veranderden in levende slangen. Maar dat was nog niet alles! Iedereen die haar na de gedaanteverandering aankijkt verandert in steen. Desondanks lukt het de held Perseus haar te doden. Hij slaat haar het hoofd af. Ook nadat Perseus het hoofd aan Athena had geschonken en de godin het op haar schild had aangebracht, behield het zijn verstenende werking. Athena gebruikte het schild om haar vijanden uit te schakelen door hen in steen te veranderen.
Schilden met daarop een voorstelling van het afgehouwen hoofd van Medusa komen al vanaf de klassieke tijd voor als een kwaad afwerend middel. Vanaf de Renaissance gingen machthebbers ertoe over om een pronkschild te laten vervaardigen met daarop het hoofd van Medusa.
Caravaggio, Schild met het hoofd van Medusa, bol houten pronkschild: 60 x 55 cm, 1597-1598, Galleria Uffizi, Florence
Het schild van Caravaggio is gemaakt in opdracht van kardinaal Francesco Maria del Monte. De kardinaal gaf het cadeau aan de groothertog van Toscane Ferdinando I de’ Medici. De voorstelling op het pronkschild is een symbool waarmee de kracht en de macht van de Familie de’ Medici wordt uitgedragen.
Het schild van Caravaggio toont slechts het afgehakte hoofd van Medusa. Het lijkt er sterk op dat Caravaggio bij de uitwerking heeft gedacht aan het einde van het verhaal. Nadat Perseus het hoofd had afgehakt en aan Athene had gegeven plaatste de godin het immers op haar schild.
De ogen van Medusa zijn wijd opengesperd en zijn blijven staan in haar laatste angstige blik. Ook de mond is ver geopend alsof de kunstenaar de laatste angstaanjagende doodschreeuw in verstomming heeft vastgelegd. Van het zojuist beëindigde leven getuigt alleen nog het bloed dat uit het demonische hoofd spat.
De voorstelling overdondert door de manier waarop de ogen ons lijken aan te kijken… het is schitterend in gruwelijkheid, fantastisch huiveringwekkend en overrompelend in directheid. De kronkelende wirwar van gifslangen met hun groene ogen en levensechte glibberige huid completeren het lugubere beeld.
Judith onthoofdt Holofernes
Het verhaal over de joodse heldin wordt beschreven in het Boek Judith. De geschiedenis speelt zich af tegen de achtergrond van de strijd tegen het Assyrische leger. De Assyriërs hadden de Joodse stad Bethulië omsingeld en de vijandige legeraanvoerder Holofernes is vast besloten de stad te vernietigen. In het tiende hoofdstuk wordt beschreven dat Judith het plan had opgevat om Holofernes uit te schakelen. Zij heeft zich op haar allermooist opgemaakt, de haren fraai opgestoken, de meest kostbare kleren aangetrokken en zich omhangen met haar mooiste sieraden … ’en dit alles niet uit zinnelijkheid, maar met een vrome bedoeling’! (Judith 10: 4) Samen met haar dienstmaagd Abra weet Judith in het vijandelijke kamp door te dringen waar zij bij Holofernes wordt voorgeleid. ‘Maar nauwelijks is zij voor hem verschenen, of de legeraanvoerder wordt door haar aanblik overweldigd’. (Judith 10: 17) Na een feestmaal neemt de legeraanvoerder Judith mee naar zijn slaapvertrek … ’Holofernes is verrukt over haar, en drinkt zoveel wijn als hij zijn hele leven nog niet had gedronken.’ (Judith 12: 20) Volledig bedwelmd door de drank en nog zonder een vinger naar Judith te hebben uitgestoken valt hij in diepe slaap. Nu ziet Judith haar kans schoon haar plan ten uitvoer te brengen. Zij pakte het zwaard van Holofernes, grijpt hem bij de haren, bidt God om bijstand en slaat met twee krachtige slagen zijn hoofd af. Als bewijs van zijn dood verbergt zij het hoofd in een zak die Abra had meegenomen en gaat daarmee naar Bethulië.
Caravaggio, Judith onthoofdt Holofernes, olieverf op paneel: 148 x 198 cm,
circa 1598/99, Galleria Nazionale d'Arte Antica, Palazzo Barberini Corsini, Rome
De aanblik van het schilderij is angstaanjagend. Ook wanneer we het verhaal niet kennen voelen we dat hier iets verschrikkelijks gebeurt. Doordat de voorgrond is verdwenen en Judith ten halve lijve wordt voorgesteld confronteert de schilder de beschouwer heel direct met het drama. Er geen ontkomen aan het afschrikwekkende hoofd! Ook op andere schilderijen valt op dat het hoofd van de persoon die wordt onthoofd steeds opvallend dichtbij de toeschouwer is geplaatst. Daarmee wordt duidelijk dat de kunstenaar het confronterend effect op de beschouwer heel bewust heeft gezocht!
detail: Caravaggio, Judith onthoofdt Holofernes
Judith lijkt geen emotie te tonen. Zij is volledig geconcentreerd op de uitvoering van haar taak. Zoals het in de Bijbel wordt beschreven pakt Judith de legeraanvoerder bij de hoofdharen vast. Zij trekt het hoofd van haar slachtoffer naar achteren zodat de nek zich spant, de keel zich naar boven welft en het vlijmscherpe zwaard makkelijk de hals kan doorklieven.
Holofernes ligt op zijn bed. In een uiterste krachtinspanning heeft hij met de krachtige rechterarm zijn lichaam op de linkerzijde weten te draaien. De uitpuilende ogen zijn helemaal naar boven in de oogkassen gedraaid. Met zijn laatste blik kan hij zien wie hem dit kunstje flikt. Achter Judith houdt haar oude dienstmaagd de jute zak vast waarin het hoofd zal worden meegenomen.
Naar het voorbeeld van Caravaggio: Gentileschi, Rubens en Rembrandt
Hierboven heb ik een aantal voorbeelden laten zien waarin Caravaggio niet schuwde de gewelddadigheid van een verhaal nog eens extra te benadrukken. Naast de besproken kunstwerken maakte de schilder nog een flink aantal schilderijen met macabere voorstellingen. In de kunst van de Barok werd de gruwelijk realistische wijze waarop Caravaggio de scènes in beeld bracht door velen nagevolgd. Op de tentoonstelling Caravaggio - Bernini, Vroege Barok in Rome (Rijksmuseum, 2020) werd duidelijk dat onder invloed van het werk van Caravaggio en zijn navolgers ‘Orrore & Terribillità’ (‘orrore’ Italiaans: afschuw, angst, ontzetting; ‘terribillità’ Italiaans: gruwelijkheid, verschrikkelijkheid) een buitengewoon belangrijk en kenmerkend aspect werden voor de kunst van de Barok. In de catalogus bij de tentoonstelling lezen we: ‘Niet alleen de bijna erotiserende, jeugdig-schone gestaltes van deze Bijbelse helden zijn effectief in beeld gebracht (Zoals we bijvoorbeeld zagen bij de voorstelling van de jeugdige gestalte van David. P.B), maar evenzeer het afgehakte, vaak van pijn vertrokken en bloederige hoofd van Goliath of Holofernes, dat niet zonder betekenis het dichtst bij de beschouwer is geplaatst. Door te kiezen voor een spanningsvol moment … raakt de beschouwer emotioneel betrokken…Bij Caravaggio en zijn navolgers leiden orrore en terribillità tot een radicaal naturalisme en daarbij hoorde het tarten van de grenzen van het geoorloofde…’
Gentileschi: de onthoofding van Holofernes
Artemisia Gentileschi (1593-1653) behoort tot een van de meest briljante volgelingen van Caravaggio en tot de belangrijke kunstenaars van de Barok. Haar vader, de schilder Orazio Gentileschi onderkende het talent van zijn dochter en deed haar in de leer bij Agostino Tassi. In 1612 beschuldigde Orazio deze leermeester ervan zijn dochter meerdere malen te hebben verkracht. De gerechtelijke procedure duurde maar liefst zeven maanden, waarbij Artemisia werd gemarteld met duimschroeven. Dat gebeurde voor alle zekerheid om erachter te komen of ze wel de waarheid had gesproken over de vermeende verkrachtingen. De dag nadat de rechtszaak was beëindigd en Artemisia had gewonnen, liet Orazio zijn dochter trouwen met een van zijn schuldeisers in Florence. Een en ander is van belang voor een goed begrip van de onderwerpkeuze voor de schilderijen van Artemisia Gentileschi. In het oeuvre van Gentileschi komen namelijk opvallend veel schilderijen voor waarin vastberaden en heldhaftige vrouwen uit Bijbelse vertellingen kordaat afrekenen met mannen. Verhalen waarin vrouwen laten zien een man de baas te kunnen. De gebeurtenissen worden vaak op een even huiveringwekkende manier in beeld gebracht als we bij Caravaggio zagen.
Artemisia Gentileschi, Judith ontoofdt Holofernes, olieverf op paneel: 158,8 x 125,5 cm,
ca 1612-1613, Museo Capodimonte, Napels
Een fraai voorbeeld is haar versie van Judith die Holofernes onthoofdt. Het is een indrukwekkend schilderij, waarin de onthoofding, net als bij Caravaggio, uiterst realistisch wordt weergegeven. Het ligt voor de hand te denken dat een schilderij met deze thematiek alles met haar persoonlijke ervaringen te maken heeft. Het staat vast dat de vrouw rechts een zelfportret van Gentileschi is en haar verkrachter stond ongetwijfeld model voor Holofernes.
detail Artemisia Gentileschi, Judith onthoofdt Holofernes
Op het schilderij houdt de hier jeugdige Abra het lichaam van Holofernes tegen het bed gedrukt. In een ultieme poging het gevaar nog af te wenden heft Holofernes een gebalde vuist naar het gelaat van de dienstmaagd. Judith duwt krachtig háár vuist tegen het hoofd van haar vijand, zodat hij dat niet meer kan optillen. Met de vingers van dezelfde hand pakt zij diens haren stevig vast. De rechterhand heeft zij vrij voor het zwaard dat zij resoluut in de hals van de legeraanvoerder heeft geslagen; het bloed spuit krachtig alle kanten op. Op dit schilderij zijn de ogen van Holofernes op de beschouwer gericht!
Caravaggio, Rubens
Graflegging van Christus, Graflegging van Christus,
314 x 166 cm, 1602-1603, 88,3 x 66,5 cm, ca 1612-1614,
Musei Vaticani, Vaticaanstad National Gallery, Ottawa,
Canada
Rubens en Caravaggio
Na zijn opleiding in Antwerpen vertrok Peter Paul Rubens (1577-1640) naar Rome, waar hij buitengewoon succesvol was. In Rome kwam hij onder de indruk van het werk van Caravaggio. Hij maakte verschillende schetsen naar diens werk.
Het staat vast dat Rubens een aantal schilderijen heeft vervaardigd voor de Santa Maria Vallicella in Rome. Voor diezelfde kerk had Caravaggio ongeveer tien jaar daarvoor een altaarstuk gemaakt met de graflegging van Jezus. Rubens moet dat schilderij in die kerk gezien hebben. De bewondering van Rubens voor dat werk blijkt niet alleen door een schets die hij ernaar heeft gemaakt. Met het schilderij van Caravaggio als onmiskenbaar uitgangspunt schilderde Rubens de graflegging van Christus in de National Gallery van Ottawa.
Rubens: het martelaarschap van Livinus
Peter Paul Rubens, Martelaarschap van de heilige Livinus,
olieverf schets op paneel: 84,5 x 59 cm, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
De in detail goed uitgewerkte olieverfschets van Rubens maakte de kunstenaar om de opdrachtgever te laten zien hoe deze zich het uiteindelijke resultaat moest voorstellen. Het schilderij werd op veel groter formaat op doek (414 x 347 cm) door voornamelijk het atelier van Rubens uitgevoerd. Het definitieve schilderij was bestemd voor de Sint Livinuskerk in Gent. Livinus was de patroonheilige van de stad. Het schilderij bevindt zich tegenwoordig in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel.
Aansluitend bij de geest van de Barok en de Contrareformatie koos men uit het leven van de patroonheilige van de kerk voor de uitbeelding van zijn marteling. Dit moest de glorierijke overwinning op het ongeloof illustreren. De weerzinwekkende manier waarop martelaars aan hun einde kwamen moest inspirerend werken voor de gelovigen in de strijd tegen de Reformatie. De Barok is de kunst van de Contrareformatie. Men zag in die tijd paralellen in de strijd van martelaars tegen de ongelovigen én de strijd tegen de ongelovigen in de eigen tijd: de strijd tegen de aanhangers van de Reformatie.
We zullen zien dat ook Rubens de gruwelijkheid niet schuwde en de ellendige omstandigheden rondom de dood van de heilige zelfs zoveel mogelijk heeft benadrukt.
De heilige Livinus of Lieven zou een Ierse edelman zijn geweest die in de zevende eeuw naar Brabant en Vlaanderen was gekomen om het geloof te verkondigen. Door zijn vurige preken wist hij velen voor het nieuwe geloof te winnen. Voor de aanhangers van het oude geloof was dat natuurlijk tegen het zere been. Zij namen de geloofsverkondiger gevangen en maken hem het preken letterlijk onmogelijk door hem met een tang de tong uit te rukken. Uiteindelijk bezweek de heilige aan zijn verwondingen. De datum van het martelaarschap werd vastgesteld op 12 november 657.
De beulen van de heilige Livinus werden door Goddelijke wraak gestraft. Na de dood van de heilige barstte er een enorm onweer los waarbij bliksemschichten hen doodden.
In de olieverfschets heeft Rubens het hele verhaal met veel gevoel voor barok drama vastgelegd. Op de voorgrond zijn enkele mannen bezig met hun huiveringwekkende beulswerk. De man rechts van de heilige heeft met een grote tang zojuist de tong van Livinus uit zijn keel getrokken. Hij biedt nu die bloedende tong aan de opspringende honden aan. Of dat al niet genoeg is gaan de mannen links van de heilige door met hun pesterijen. Er is er een bij die Livinus aan de baard trekt een ander houdt een bebloed mes tussen de tanden en pakt de heilige hardhandig vast.
Het detail met de beul die de uitgerukte tong aan honden aanbiedt is in grofheid zelden geëvenaard.
Te midden van dit geweld treft ons het aangedane gezicht van de heilige. Uit de mondhoeken stroomt het bloed over de haren van zijn baard. Toch kunnen we wellicht ook zien dat er hoop in zijn ogen gloort. Hij keert de ogen naar linksboven en ziet twee kleine engeltjes verschijnen. Zij dragen palmtakken aan, tekenen van overwinning op de dood. Dit moet de heilige moed inspreken om nog even vol te houden, de triomf is nabij! Livinus spreidt de armen, klaar om de palmtakken, zijn hemelse beloning in ontvangst te nemen.
De wraakengelen verschijnen in het midden bovenaan te midden van hemelse gloed. Zij werpen bliksemschichten naar beneden die panische angst veroorzaken bij de mannen en hun paarden.
Rembrandt en Caravaggio, de verblinding van Samson
In tegenstelling tot Rubens is Rembrandt nooit in Rome geweest, maar via de Utrechtse Caravaggisten stond hij sterk onder invloed van het werk van de Italiaanse meester.
In het artikel van vorige week verhaalde ik al over de omstandigheden rondom de overweldiging van Samson, over het uitsteken van zijn ogen, de haren die worden afgeknipt en de gevangenneming van de held. Die verhalen worden vaak uitgebeeld. Toch is dit schilderij van Rembrandt een van de weinige schilderijen waarop de ogen van Samson daadwerkelijk worden uitgestoken.
Rembrandt, de verblinding van Samson, olieverf op doek: 205 x 372 cm, 1636,
Städel Museum Frankfurt Am Main
Het grote doek met de levensgrote figuren en de felle licht-donkercontrasten is een afgrijselijk angstwekkende voorstelling van het verhaal. De wijze waarop de soldaten de krachteloze held te lijf gaan, hem de ogen uitsteken en hem ketenen kon moeilijk op een wreder manier in beeld worden gebracht. Het kronkelende lichaam, het afschuwelijk vertrokken gelaat van Samson en details als zijn blote voet waarvan de tenen zich in pijn en machteloze woede krommen en de vuisten die zich ballen … met veel inleving wist Rembrandt voor te stellen hoe iemand reageert in zo’n hopeloze situatie.
We zien dat Delilah haastig de tent uit rent. Met de hoofdharen van Samson en de schaar in de handen kijkt zij angstig achterom om te zien wat haar verraad te weeg brengt. Verschrikt ziet zij dat de gewaarschuwde Filistijnen de tent zijn binnen gestormd, de weerloze held vast ketenen en hem de ogen uitsteken.
En net als op de schilderijen van Caravaggio, Gentileschi en Rubens is ook op het schilderij van Rembrandt het hoofd van het slachtoffer opvallend dicht bij de toeschouwer is geplaatst. Het is het eerste wat ons opvalt wanneer we voor het schilderij staan. Het hoofd wordt van alle kanten omringd door gewelddadigheid. De staande man links houdt zijn lans dichtbij het lichaam van Samson. Helemaal rechts heft een soldaat zijn zwaard. Je weet immers maar nooit of die knipbeurt wel echt het gewenste effect heeft gehad! Vóór de man met het zwaard is een soldaat bezig om met een ketting met zware schakels de rechterpols van Samson te boeien. De man achter het hoofd van Samson slaat de armen krachtig rondom de nek van de held en knijpt zijn handen stevig in elkaar om het hoofd te stabiliseren zodat de man met de grote dolk zijn werk kan doen. Dat lukt! Het lemmet met gegolfde snijkanten is diep in de oogkas van het rechteroog doorgedrongen en het bloed spuit krachtig naar buiten.
Net als andere navolgers van Caravaggio is Rembrandt er op dit doek uitstekend in geslaagd de Barokke gruwelijkheid gruwelijk in beeld te brengen.
Gebruikte literatuur
- Alfred Moir, Caravaggio, New York, 1982
- Tentoonstellingscatalogus, redactie Albert Blankert en Leonard Slatkes, Nieuw Licht op de Gouden Eeuw. Hendrick ter Brugghen en tijdgenoten, Centraal Museum Utrecht, 1986-1987, Utrecht
- Oek de Jong, Caravaggio geloofde alleen in hetgeen hij zag. De Opwekking van Lazarus, artikel in NRC Handelsblad, 6 mei 1988
- Oek de Jong, Fel licht verstoort Caravaggio's duisternis, artikel in de Volkskrant, 30 augustus 1996
- Tentoonstellingscatalogus, redactie Bernt Ebert en Liesbeth M. Helmus, Utrecht, Caravaggio en Europa, Centraal Museum, Utrecht 2018-2019
- Tentoonstellingscatalogus, Caravaggio-Bernini. Vroege Barok in Rome, Rijksmuseum, 2019
- Tentoonstellingscatalogus, Artemisia - Vrouw & macht, Rijksmuseum Twente, 2021- 2022
Comments