Over het naaimandje en de bezem van Maria
Ondeugende aap, detail van de Losbandige keukenmeid van
Pieter van Roestraeten
Inleiding
In dit derde en laatste artikel over het bezoek dat Jezus brengt aan het huis van de zussen Maria en Martha wordt toegewerkt naar het schilderij van Johannes Spilberg in Museum Catharijneconvent. Dat schilderij was indertijd ook het uitgangspunt van mijn scriptie over het onderwerp in de beeldende kunst die ik als derdejaars student kunstgeschiedenis schreef. De drie artikelen op deze blog vormen een vrijwel volledige herschrijving en uitbreiding van die scriptie uit 1982. Jeetje! Dat is alweer zo’n 42 jaar geleden! In die tijd heb ik mijn kunsthistorische kennis best wel wat uitgebreid, maar ondertussen besef ik steeds meer de waarheid: ‘Hoe meer je leert, hoe meer je je realiseert dat je niks weet'! Daar is helaas niet tegenop te boksen.
Het Bijbelverhaal op de voorgrond
In het artikel van afgelopen week, dat zich toespitste op keukenstukken was het motief van het Bijbelverhaal van Jezus aan Maria en Martha betekenisvol naar de achtergrond verdreven. Er zijn in de zestiende en zeventiende eeuw in de Nederlanden ook heel wat schilderijen vervaardigd die het thema prominent op de voorgrond plaatsten. Om het schilderij van Johannes Spilberg in de beeldtraditie te plaatsen beperken we ons in dit derde artikel tot enkele schilderijen die in die tijd in de Nederlanden zijn vervaardigd. Het zal blijken dat we op het schilderij van Spilberg een aantal in zijn tijd bekende motieven tegenkomen. Dat wil niet zeggen dat de kunstenaar genoegen nam met het klakkeloos overnemen van beeldmotieven en symboliek. Hij voegde een aantal nieuwe motieven met een betekenisvolle lading toe. Door die noviteiten krijgen we een beter inzicht in de manier waarop men indertijd tegen het Bijbelverhaal aankeek.
Zoals we al in de eerste twee artikelen zagen blijft ook in dit artikel de grote vraag of de woorden van Jezus moeten worden uitgelegd als een terechtwijzing van Martha en/of hij het gedrag van Maria de enige juiste manier vond om hem te ontvangen. Heeft Jezus met zijn woorden tot Martha werkelijk willen zeggen dat haar manier van doen afkeurenswaardig was?
Het motief in de Nederlanden van de zestiende en zeventiende eeuw.
Cornelis Engebrechtsz., bezoek van Jezus aan Maria en Martha,
olieverf op paneel: 55x44 cm., ca.1515-‘20, Rijksmuseum, Amsterdam
In het Rijksmuseum bevindt zich een schilderij van Cornelis Engebrechtsz. (1468-1533) met het bezoek van Jezus aan het huis van Maria en Martha. Het gaat hier om het vroegst bewaarde schilderij in de Nederlanden met dit onderwerp. Aan de linkerkant zet Jezus zijn leer uiteen aan een klein aandachtig luisterend gezelschap.
Jezus zit op een bank naast zijn moeder Maria en richt zich op enkele apostelen. In de man rechts op de voorgrond herkennen we Petrus. Maria de zus van Martha zit op de grond of wellicht op een laag bankje onder haar kleding aan de voeten van Jezus naar hem te luisteren. In haar prachtig oranjerood brokaten gewaad is zij het stralende middelpunt van de voorstelling. De terugkaatsing van het licht van de zijden jurk van Maria moet een hele uitdaging voor Cornelis Engebrechtsz. zijn geweest. Vooral op de mouwen kunnen wij goed zien wat wij ook in werkelijkheid ervaren, namelijk dat door de lichtinval vanuit verschillende hoeken, zijde wordt beleefd alsof de stof bestaat uit verschillende kleuren. Dit wordt in de textielverwerking 'changeant’ genoemd: stof die in werkelijkheid dezelfde effen kleur heeft kan afhankelijk van lichtinval verschillende kleuren aannemen. Op het schilderij zien we het gewaad zowel oranjerood en blauw oplichten.
De aanwezigheid van Maria en de apostelen zagen we al eerder op voorstellingen van Jezus’ bezoek aan Maria en Martha. (Deel I en II) In het Bijbelverhaal schrijft Lucas niet specifiek over de moeder van Jezus en ook niet over de apostelen. Toch hoeven we ons niet te verbazen over hun aanwezigheid. Vanaf het vierde hoofdstuk van het Lucasevangelie wordt verteld hoe Jezus predikend en bekerend rondtrekt in Galilea en Judea. In de verhalen wordt geregeld verteld dat hij op zijn reis wordt vergezeld door zijn moeder en ook door de apostelen.
Jezus en zijn gehoor worden op de voorgrond nog niet gestoord door Martha. Op het tweede plan van het schilderij leidt zij echter wel de aandacht af van Johannes. Zij wijst de apostel met een misprijzend handgebaar op het gedrag van haar zuster. Zij neem een houding aan waaruit we haar woorden mogen verstaan als ‘moet je haar nu eens zien, die luie zus van mij …’.
In de keuken rechts achter Martha wordt gewerkt aan de voorbereiding van de maaltijd.
Pieter Aertsen, Jezus in het huis van Maria en Martha,
olieverf op paneel: 140x196,5 cm., 1559,
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
Pieter Aertsen plaatste het tafereel prominent op de voorgrond. Toch herinnert de voorstelling hier en daar aan de keukenstukken die in deel II werden besproken. Martha komt vanaf rechts op Jezus en haar zus aanlopen. We kunnen ons voorstellen dat zij zojuist naar de markt is geweest. Daar heeft ze verschillende soorten groenten, vooral wortelen gekocht die zij dadelijk gaat bereiden. Er kon blijkbaar niets meer bij in haar tas; het klein wild bungelt aan de buitenkant van de tas en zij houdt een flinke kool met haar arm tegen het lichaam. Met haar rechterhand leunt zij losjes op een bezem en wijst Jezus met haar uitgestoken vinger op het haar inziens luie gedrag van Maria. Martha ziet eruit als een stevige vrouw die flink kan aanpakken in het huishouden. Ze heeft de mouwen opgestroopt om dadelijk aan het werk te gaan. Ze draagt een schort en in tegenstelling tot Maria past haar kleding bij een meid die aan het werk is in het huishouden. Maria daarentegen draagt ook hier een oranje kleed met daarboven een wit kleed met ingeweven oranje patronen. Terwijl Maria haar zus recht in de ogen kijkt wijst zij Martha met haar linkerhand op Jezus. Zij lijkt haar zus te willen zeggen dat het beter is om zich op Jezus te richten dan op het huishouden; Martha zou er goed aan doen haar voorbeeld te volgen.
Op de achtergrond bij de haard nemen de apostelen het er goed van. We zagen dit gedrag ook al in Deel II.
Zoals de twee vrouwen op de voorgrond door Pieter Aertsen werden voorgesteld lijken zij op personificaties van het vita activa en het vita contemplativa. We zagen in het eerste deel van deze serie artikelen dat de meeste theologen uiteindelijk de voorkeur gaven aan het contemplatieve leven van Maria.
Peter Paul Rubens (Jezus, Maria en Martha) en Jan Brueghel de Jonge (landschap, dieren en fruit), Jezus op bezoek bij Maria en Martha,
olieverf op paneel: 61x81 cm., National Gallery of Ireland, Dublin
Op het schilderij in Dublin speelt het Bijbelverhaal zich af in de open lucht, op een terras dat vanuit de keuken bereikbaar is. In de keuken wordt de maaltijd voor de gasten in gereedheid gebracht. We zien een vrouw die op het aanrecht bezig is met een pauw.
Martha heeft haar werkzaamheden onderbroken en is naar het terras gekomen. Wellicht kwam zij nog enkele vogels ophalen die in de linker hoek op de voorgrond liggen. En passant wijst zij Jezus erop dat het gedrag van haar zuster niet door de beugel kan. Jezus kijkt haar smekend aan. Hij richt zijn rechterhand op Maria en lijkt daarmee te willen zeggen: “Is dit geen betere keuze; kies hier alsjeblieft toch ook voor.”
De tegenstelling in de kleding van de vrouwen is ook hier weer opvallend. Martha verschijnt op het terras als een vrouw die hard aan het werk is in de keuken. Zij draagt een schort en heeft de mouwen opgestroopt.
Maria is gekleed in een voornaam gewaad. De bijbel op haar schoot duidt erop dat zij ontvankelijk is voor het woord Gods en de boodschap van Jezus.
het aapje op het schilderij van Rubens
Opvallend is het geketende aapje op de voorgrond. Een dergelijk aapje komt wel vaker voor op schilderijen met een voorstelling van het bezoek van Jezus aan het huis van Maria en Martha. Ik zag het dier onder meer op een schilderij uit de Vlaamse School in het stadhuis van Hoogstraten, België (helaas geen foto kunnen maken). In beide gevallen gaat de aandacht van het beestje uit naar het fruit op het schilderij. Bij Rubens heeft het aapje wat fruit buitgemaakt uit de fruitschaal rechts op de voorgrond.
In de zeventiende eeuw werden aapjes als huisdier gehouden. De diertjes kunnen daarom zijn opgevoerd om een alledaags tafereel weer te geven. Binnen de context van het schilderij is het goed mogelijk dat er iets meer achter zit.
Al lang werd een aap opgevat als een toonbeeld van ondeugd en onkuisheid. Een geketende aap groeide in de zeventiende eeuw uit als een beeld van de mens die in het web van zonden is gevangen en niet van plan was moeite te doen zich hieraan te ontworstelen. Dit zou op het schilderij van Rubens kunnen verwijzen naar de verkeerde keuze van Martha. Zij lijkt absoluut niet van plan zich te beteren; integendeel zij wil Maria er zelfs toe aanzetten haar verwerpelijke gedrag na te volgen.
Philip Galle, Impudentia, gravure, ca. 1585/1590 Rijksmuseum Amsterdam
Op de prent van de uit Haarlem afkomstige graveur Philip Galle (1537-1612) kijkt Impudentia, de personificatie van Onbeschaamdheid met de benen gespreid en met blote borsten de beschouwer schaamteloos aan. Op haar schoot zit haar attribuut, het aapje.
Pieter Gerritsz. van Rroestraeten, De losbandige keukenmeid,
olieverf op doek: 73,5x63 cm., Frans Museum, Haarlem
De losbandige keukenmeid op het schilderij van de Haarlemse kunstenaar Pieter van Roestraeten (ca. 1630-1700) windt er geen doekjes om! Opzichtig spreidt zij de benen en heeft haar linkerbeen uitdagend op het bovenbeen van de man gelegd. Gezien zijn gezichtsuitdrukking peinst hij er niet over het aantrekkelijke voorstel van de vrouw te negeren. Natuurlijk is er drank in het spel! Er staat een glas wijn op haar knie en de bezoeker heeft de fles in zijn hand. Op de voorgrond ligt nog een fles … leeg!
Detail Pieter Gerritsz. van Roestraeten, De losbandige keukenmeid
Het aapje heeft de rok van de vrouw opgetild. Het is duidelijk waar de belangstelling van de ‘brutale aap’ naar uit gaat! Het geketende dier staat symbool voor de aan zonden overgeleverde mens die er niet over denkt zijn pleziertjes op te geven.
In de deuropening leunt een man op de onderste helft van de deur. Waarschuwend heft hij de wijsvinger naar boven. Hij fungeert als moreel tegenwicht van op het aardse gerichte bandeloos gedrag.
Johannes Vermeer, Jezus in het huis van Maria en Martha, olieverf op doek: 158,5x62,4 cm., ca. 1654-1666, National Galleries Schotland, Edinburgh
Ook Johannes Vermeer (1632-1675) heeft het Bijbelverhaal opgepakt. Het is het grootste en een van de vroegst bewaard gebleven schilderijen van de kunstenaar. Het is ook zijn enig bekende werk met een bijbels thema. Het is van belang dat we ons realiseren dat schilderij van Vermeer van een latere datum is dan het schilderij van Spilberg.
Op het schilderij in Edinburgh zit Maria met blote voeten op een bankje aan de voeten van Jezus. Zij luistert aandachtig met de hand onder haar hoofd naar Gods woord. Martha daarentegen heeft haar mouwen opgestroopt en is begonnen met het dekken van de tafel. Zij heeft een wit linnen kleed op de tafel gelegd en terwijl ze een mand met brood op tafel zet richt zij zich met haar beklag tot haar gast. Jezus windt zich niet erg op. Hij blijft zelfs enigszins achterover zitten en zijn hand ligt ontspannen op de armleuning van de stoel. Hij kent de menselijke tekortkoningen maar al te goed. Zijn gezicht straalt mededogen uit om het menselijk ongemak dat Martha ondervindt bij het gedrag van haar zus. Kalm richt hij zijn hand naar zijn toehoorster en lijkt Martha in overweging te geven haar mening over het gedrag van haar zus wat bij te stellen.
Rembrandt, Jezus op bezoek bij Maria en Martha, pentekening: 16x19 cm.,
ca. 1632-1633, Teylers Museum, Haarlem
In het Teylers Museum wordt een pentekening bewaard die is vervaardigd door Rembrandt (1606-1669). Met de pentekening komen we dicht bij het schilderij van Johannes Spilberg. Rembrandt wordt immers beschouwd als diens vermoedelijke leermeester.
De tekening van Rembrandt toont het moment waarop Martha haar mandje met groente op de tafel heeft gezet. Zij heeft nu beide handen vrij om haar mening over het gedrag van haar zuster kracht bij te zetten. Met de linkerhand wijst Martha op zichzelf waarbij zij Jezus vraagt of hij ermee instemt dat zij al het werk alleen moet opknappen. Tegelijkertijd wijst zij met de andere hand beschuldigend op Maria. Net als op het schilderij van Rubens en Vermeer wijst Jezus met een rustig gebaar naar Maria. Hij lijkt Martha voor te stellen het gedrag van haar zuster te willen overwegen.
Het Bijbelboek dat bij Maria op schoot ligt is een element dat we al eerder tegenkwamen op het schilderij van onder andere Rubens en op het detail van het schilderij van Joachim Beuckelear in Gent. (Deel II) Het boek typeert haar contemplatieve levenswijze. Martha wordt voor zover ik weet nooit met een boek afgebeeld.
Maria rust met haar rechter elleboog op de leuning van de stoel. Het lijkt erop dat zij kort daarvoor met het hoofd op haar hand leunde. Door de beschuldigende woorden van haar zus heeft zij haar hoofd opgericht en kijkt haar peinzend aan.
Opvallend op de tekening van Rembrandt is dat er bij Martha een beurs aan haar ceintuur hangt. Zij wordt hiermee getypeerd als het hoofd van de huishouding en bekleedt daarmee een vooraanstaande positie in het huis van beide zussen.
Opvallend is ook dat Jezus en Maria op de pentekening even hoog op een stoel naast de tafel zitten. Rembrandt wijkt hier af van de traditionele voorstelling van ‘Maria, die mede aan Jezus’ voeten zat en luisterde naar zijn woord’. (Lucas 10: 39)
Het schilderij van Johannes Spilberg
Johannes Spilberg, Jezus in het huis van Maria en Martha,
olieverf op doek: 71x94 cm., 1643, Museum Catharijneconvent
Het Bijbelverhaal speelt zich op het schilderij van Spilberg af binnen een fraai weergegeven eigentijds interieur. Zoals de Bijbeltekst vermeldt zit Maria aan de voeten van Jezus terwijl Martha, breed gebarend haar ongenoegen uit over het gedrag van haar zus.
Detail schilderij van Spilberg
Martha was druk in de weer met de voorbereiding van de maaltijd. Maar nu is het welletjes! Zij onderbreekt haar werkzaamheden en heeft een houten emmer die is bestemd voor in zuur gelegde groenten en vlees, op de grond gezet. Nu neemt zij de tijd om haar hart even bij Jezus te luchten. Met de schuimspaan in de hand beklaagt zij zich bij Jezus: “Heer is het u onverschillig, dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dus dat zij mij helpt.” (Lucas 10: 40)
Net als op de tekening van Rembrandt draagt Martha op het schilderij van Spilberg een beurs aan haar ceintuur. Die beurs hangt min of meer boven de houten emmer naast haar.
Zoals we al zo vaak hebben gezien past haar kleding bij de werkzaamheden waar zij mee bezig was. Zij heeft de mouwen opgestroopt. Haar schort zit onder de vlekken en is op meerdere plaatsen gescheurd. Spilberg wekt de indruk dat, nadat zij haar beklag over het gedrag van Maria heeft gedaan, Martha haar werkzaamheden weer zal oppakken. Dan zal zij met de schuimspaan de inhoud van de houten emmer in de boven het vuur hangende pot scheppen (op de foto is de donkere pot niet goed te zien).
In haar voorname groene gewaad heeft Maria plaatsgenomen op enkele dekens. Net als op de tekening van Rembrandt en het schilderij van Rubens is zij opgeschrokken van de woorden van haar zus en kijkt haar onderzoekend aan; ze begrijpt haar werkelijk niet, voor haar is haar gedrag zo vanzelfsprekend!
Zoals we al op het schilderij van Vermeer zagen (ca. 1654-1666, later dus dan het schilderij van Spilberg!), maakt de kunstenaar duidelijk dat Jezus de menselijke onzekerheden, tekortkomingen en zonden maar al te goed doorziet. Zijn gezicht straalt betrokkenheid uit om het menselijk ongemak dat Martha ondervindt bij het gedrag van haar zus. Hij richt zich met een vriendelijk en begripvol gezicht op Martha, maar tegelijkertijd wil hij haar duidelijk maken dat zij er goed aan doet erover na te denken of zij op het moment van zijn bezoek wel de juiste keuze heeft gemaakt. Daarom pareert hij met een rustig gebaar van de linkerhand de beschuldigende rechterhand van Martha in de richting van Maria. Met het spreekgebaar dat hij met de rechterhand maakt onderstreept Jezus zijn antwoord op Martha's klagen: “Martha, Martha, over veel zijt gij bezorgd en bekommerd. Slechts één ding is noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, dat haar niet zal worden ontnomen.” (Lucas 10: 42)
Wanneer wij het verhaal uit het Lucasevangelie kennen zien wij in de handgebaren op dit schilderij een schitterende samenvatting van de essentie van de Bijbelse geschiedenis. Maar er is nog meer! Wat is de betekenis van het naaimandje en de bezem naast Maria?
Detail schilderij Spilberg
Het naaimandje en de bezem van Maria
Ondanks het feit dat Spilberg met het schilderij in Museum Catharijneconvent aansluit bij de eigentijdse beeldtraditie introduceert de kunstenaar iets nieuws. Het kan helpen bij het beantwoorden van de vraag hoe de schilder tegen het Bijbelverhaal aankeek. Het naaimandje naast Maria is een nieuw element. Hiermee maakt Spilberg duidelijk dat Maria, voordat zij naar de woorden van Jezus ging luisteren, bezig moet zijn geweest met handwerk. Zij heeft dat werk nu neergelegd om zich volledig op de woorden en de boodschap van Jezus te kunnen concentreren. We zullen zien dat dit in overeenstemming is met hetgeen Calvijn over Maria beweert. (zie deel I) Spilberg laat door dat naaimandje zien dat Maria normaal gesproken een hardwerkende vrouw is, maar dat het voor haar nu de tijd was om te luisteren naar wat Jezus te vertellen heeft. Straks zal zij haar werkzaamheden weer opnemen. In het geopende naaimandje herkennen we wat lappen en enig handwerkgerei. Links van het mandje ligt een kledingstuk dat waarschijnlijk hier en daar opgelapt moet worden.
Rechts van het naaimandje ligt een bezem op de grond. Daarmee verwijst Spilberg ernaar dat Maria niet te beroerd was om haar huishoudelijke taken te vervullen. Tot nog toe zagen we die bezem alleen als attribuut van Martha. Zie bijvoorbeeld hierboven het schilderij van Pieter Aertsen, Jezus in het huis van Maria en Martha. Met de bezem naast Maria kon Spilberg nadrukkelijk verwijzen Maria's werkzaamheden in het huishouden!
Het zal blijken dat in de tijd van Spilberg het van groot belang was erop te wijzen dat ook Maria een hardwerkende vrouw is. Een volkomen ledigheid, zoals Calvijn die bij kloosterlingen opmerkte, werd in het Nederland van de zeventiende eeuw ten zeerste verworpen. Voor vrouwen was de huishoudelijke bezigheid hét middel om zich tegen ledigheid te wapenen. Dat blijkt wel uit onderstaande prenten. Vrouwen die gehoorzaamden aan die plicht worden geprezen; degenen die hun plicht verzaken, worden door kunstenaars in een kwaad daglicht gesteld.
De lof op de deugdzame huisvrouw en de kritiek op de luie huisvrouw
Dirck Volckertsz. Coornhert, naar Maarten van Heemskerck,
De Deugdzame huisvrouw spint wol en linnen, gravure: 210x247 mm.,
prent uit een serie van zes voorstellingen, 1555, Rijksmuseum Amsterdam
In het midden van de gravure is de vrouw des huizes aan het spinnen. Zij wordt bijgestaan door haar dienstmaagden. De Duitstalige tekst in de cartouche is gebaseerd op Spreuken 31:12: 'De deugdzame vrouw zoekt wol en linnen uit, en spint en weeft met vreugde'.
Dirck Volckertsz. Coornhert (1522-1590) naar ontwerp van Maarten van Heemskerck (1498-1574), De deugdzame huisvrouw is als een kroon voor haar man, gravure: 210x247 mm., zesde prent uit een serie van zes voorstellingen, 1555, Rijksmuseum Amsterdam
De ‘deugdzame huisvrouw’ plaatst een kroon op het hoofd van haar man die voor haar zit. Op de achtergrond de oudsten van de stad die in bewondering naar de man kijken. De afbeelding is gebaseerd op Spreuken 12:4: 'Een sterke vrouw is een kroon voor haar man' en Spreuken 31:23: 'Haar man geniet bekendheid in de stad, hij vergadert met de oudsten in de poort'. Het komt er in feite op neer dat de man blijkbaar mooie sier maakt met het goede gedrag van zijn vrouw!
De twee gravures van Coornhert maken deel uit van een album met zes prenten dat is getiteld: Lof van de deugdzame huisvrouw. De teksten onder de voorstelling van de gravure zijn in het Duits. Dat betekent dat de prenten van Coornhert ook in Duitstalige gebieden werden verkocht.
Veel van onderstaande voorbeelden zijn overgenomen uit de catalogus bij de tentoonstelling: E. de Jong e.a., Tot lering en vermaak …
Ook de vele teksten van bijvoorbeeld Jacob Cats, maken duidelijk dat edel handwerk als spinnen, weven, borduren naaien en kantklossen voor vrouwen dé bezigheid was om zich aan ledigheid te onttrekken en zodoende een deugdzaam en zinvol leven te leiden.
Gravure uit: Versameling van uytgeleesene Sinne-Beelden, 1669
De tekst onder de voorstelling van de spinnende vrouw maakt duidelijk dat het huishouden het kroonsieraad is voor een vrouw:
HUISLYKHEID IS’T VROUWEN KROON CIERAAD
Wat kroon zoo om een vrouw te cieren
Als’t neerstig [ijverig] vreedzaam huis bestieren!
‘Och, de arme meid’ lezen we onder de illustratie uit: de Almanak voor het schoone en goede, Amsterdam
Vrouwen die zich niet aan ledigheid onttrekken worden in een kwaad daglicht gesteld. De ‘arme meid’ is bij haar handwerk in slaap gevallen en de kat ziet zijn kans schoon om bij de inhoud van een omgevallen pan te komen.
Madame du Praet ende Juffer Labbey,
embleem in: Petrus Baardt Deugden-spoor, Leeuwarden 1645
Op het embleem van Petrus Baardt worden kwebbelende, roddelende en lasterpraat verkondigende vrouwen als ‘Madame du Praet en de Juffer Labbey’ op de korrel genomen. De ledige dames wordt duidelijk gemaakt dat zij door het niet laten draaien van het spinnenwiel en het niet oppakken van de bezem(!) voor een kwalijke levensinvulling hebben gekozen.
Nicolaes Maes, Slapende oude vrouw, olieverf op doek: 135x105 cm. ca. 1656, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
De vrouw op het schilderij De slapende oude vrouw van Nicolaes Maes (1634-1693) die haar naaikussen met kantklosgerei niet hanteert zouden wij haar dutje niet misgunnen. De Bijbel op tafel ligt echter betekenisvol opengeslagen bij het boek 'Amos', lezen we bovenaan op de rechterpagina, maar zij leest de tekst niet; zij heeft toegegeven aan haar slaap.
Detail Nicolaes Maes, Slapende oude vrouw
Wanneer de vrouw de tekst in het boek Amos wél had gelezen zou zij zich geconfronteerd hebben gevoeld met Gods gruwelijke straffen voor hen die zondigen tegen zijn wetten.
Vrouwen die wel met huishoudelijk werk bezig zijn worden door schilders opgevoerd om de deugd van de huiselijkheid en de strijd tegen de ledigheid te personifiëren.
Nicolaes Maes, Biddende oude vrouw, olieverf op paneel, ca. 1655, verblijfplaats onbekend.
Een ander schilderij van Nicolaes Maes laat de goede kant zien. Gezien haar boeken richt de vrouw zich op het contemplatieve leven. De symboliek van de zandloper die net als het leven afloopt en de schedel die verwijst naar de dood is de vrouw zich bewust van haar eindigheid. Zij is nu in gebed en zal dadelijk de Schrift weer opnemen. Zij realiseert zich haar sterfelijkheid en gebruikt haar tijd goed.
Gerard ter Borch, de Spinster, olieverf op doek: 28,6x33,6 cm., ca. 1652, Museum Boymans Van Beuningen, Rotterdam
Ook de Spinster van Gerard ter Borch (1617-1681) wordt als voorbeeld gesteld van een vrouw die voor een nuttige levensinvulling heeft gekozen.
Veel vrouwen lieten zich in de zeventiende eeuw portretteren terwijl zij met nuttige zaken bezig zijn. Zij houden zich dan echter niet bezig met de afwas of het schrobben van de tegelvloer, maar met het chiquere handwerk!
Caspar Netscher, de kantwerkster, olieverf op doek, 1662,
The Wallace Collection, Londen
Vrouwen als de spinster van Gerard ter Borgh en de kantwerkster van Caspar Netscher worden als voorbeeld gesteld van een vrouw die voor een nobele levensinvulling heeft gekozen.
Conclusie
Op het schilderij van Spilberg laten het naaimandje en de bezem zien dat ook voor Maria het edele handwerk en de dagelijkse werkzaamheden in het huishouden de manier was om een deugdzaam leven te leiden en ledigheid te schuwen. Dat Maria nu aan Jezus’ voeten zit te luisteren naar zijn woord, betekent niet dat zij haar hele leven daar heeft gezeten en nooit iets anders heeft gedaan. Wanneer Jezus het huis van de zussen heeft verlaten zal zij de bezem en haar naaiwerk weer oppakken. Wanneer de tijd voor contemplatie voorbij is, is het tijd om het gepredikte woord in praktijk te brengen. In de woorden van Calvijn: “Er is een tijd om te horen en een tijd om te doen. Het is van groot belang het woord aan te horen maar daarna moet het geleerde in praktijk worden gebracht; wij moeten vlijtige en geen werkeloze toehoorders zijn.” Door nú naar de verkondiging van Gods woord te luisteren, is Maria op het schilderij van Spilberg een voorbeeld van een vrouw die het perfecte evenwicht heeft gevonden tussen het actieve en het contemplatieve leven.
Gebruikte literatuur
J. Verdam, Middelnederlandsch Handwoordenboek, Den Haag, 1932
E. de Jongh, Zinne- en minnebeelden in de schilderkunst van de zeventiende eeuw, Amsterdam-Antwerpen1967, p. 81-85
P.K.F. Moxey, Pieter Aertsen, Joachim Beuckelaer, and the Rising of Secular Painting in the Context of Reformation, Chicago 1974
Eddy de Jongh e.a., tentoonstellingscatalogus bij tentoonstelling Tot lering en vermaak. Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw, Amsterdam Rijksmuseum, Amsterdam, 1976
Maria und Martha, Christus bei, in: herausgegeben von Engelbertbert Kirschbaum SJ, Lexikon der christlichen Ikonographie, Band 3, Rome/Freiburg, 1994, p. 210-211
P.S. Volgende week verschijnt er geen nieuw artikel … laten we in de geest van het bovenstaande artikel maar aanvoeren dat rust niet altijd roest! Wellicht is de werkelijke reden dat ik de tijd wil nemen om mij voor te bereiden op een aantal artikelen die ik graag wil maken bij de drie tentoonstellingen Maarten van Heemskerck in het Stedelijk Museum van Alkmaar, het Frans Hals Museum en het Tylers Museum. Met die bezoeken en het doorbladeren van de lijvige catalogus ben ik vast wel even zoet.
Comments