top of page
Foto van schrijverPaul Bröker

De goden voelen zich beledigd: over kwellingen in de Tartarus


 

voorzijde van de omslag van De Mythe van Sisyfus van Albert Camus

 

 Inleiding

In het artikel van twee weken geleden schreef ik over Orpheus en Euridice. Om zijn geliefde uit de onderwereld te bevrijden voerde Orpheus een indrukwekkende klaagzang op voor de god en de godin van het dodenrijk. Het spel van Orpheus ontroerde niet alleen het goden-echtpaar, maar ook de schimmen in het dodenrijk. Er gebeurden nog andere dingen die niet eerder in het dodenrijk waren voorgevallen. Het leek erop of alles in de Hades stil stond, zelfs veroordeelden hielden op met het eeuwig uitvoeren van de opgelegde straffen. Ovidius: “Tantalus vergat naar het steeds terugwijkende water te buigen, het rad van Ixion stond als verlamd, geen gier die trek had in lever [van Tytius], de Danaïden lieten hun kruiken staan en Sisyfus ging op zijn rotsblok zitten. Men zegt dat zelfs de wraakgodinnen, die nog niet eerder door het leed van mensen waren bewogen, hete tranen van ontroering vergoten.” (Metamorfosen Boek X: 40-44)


Wie de Metamorfosen van Ovidius ter hand neemt moet zich terdege realiseren dat de schrijver wel enige kennis van de lezer verwacht. Toen ik in het laatste artikel het bovenstaande citaat over de straffen in de Tartarus opnam bedacht ik dat de lezer die de verhalen van de boosdoeners niet kent zich niet kan voorstellen wat die straffen precies inhouden. Wellicht is de lezer ook wel benieuwd naar wat de ongelukkigen voor kwaads hebben gedaan waardoor de goden zich zó beledigd voelden dat de zondaars tot in eeuwigheid zo gruwelijk gestraft moesten worden.

 

In het vierde boek van de Metamorfose had Ovidius wel al iets over de genoemde eeuwig gestraften verteld, maar ook dat is bij lange na niet voldoende om de verhalen te doorgronden: “… en Tantalus drinkt nooit van het water en de tak vlak boven hem ontwijkt hem; Sisyfus duwt het rotsblok voortdurend omhoog dat onvermijdelijk weer omlaag rolt; Ixion wentelt in het rad rond, zichzelf steeds volgend en ontvluchtend; de Danaïden scheppen almaar water dat verdwijnt.” (Metamorfosen Boek IV: 458-463) Daarmee wordt wel een tipje van sluier opgelicht, maar het citaat maakt een en ander toch niet echt veel duidelijker. De lezer begrijpt pas wat Ovidius bedoelt wanneer het hele verhaal bekend is.

Tijdens het schrijven van het artikel over Orpheus en Eurydice dacht ik erover om de lotgevallen van de door Ovidius genoemde Tantalus, Ixion, de Danaïden, Sisyfus en de straf van Tytius, wiens naam niet eens door Ovidius wordt genoemd in het artikel op te nemen. Ik meende echter dat het teveel zou afleiden van het onderwerp. Ik besloot er een apart artikel aan de wijden. Bij deze dus.

De opzet van dit artikel is, dat wanneer u het helemaal heeft gelezen en daarna de hierboven opgenomen citaten uit de Metamorfosen nog eens doorleest, u goed overziet wat de schrijver bedoelt.

 

Homerus

Ik grijp dit artikel ook aan om in vogelvlucht iets te vertellen over de ontwikkeling van een verhaal in de Griekse en Romeinse literatuur.

De epische gedichten de Ilias en de Odyssee zijn de oudst bekende en bewaard gebleven Griekse literaire werken. Ze worden toegeschreven aan de Griekse dichter Homerus (ca. 800 - ca. 750 v.Chr.). In beide boeken werd een groot aantal overgeleverde verhalen over helden en goden aaneen geregen tot één groots epos.

In grote lijnen ligt de oorsprong van het verhaal over de door Ovidius genoemde gestrafte personen zoals we dat nu kennen bij Homerus.

 

In de Odyssee verhaalt Homerus over de terugreis van Odysseus van Troje naar zijn eiland Ithaka. In het elfde hoofdstuk vaart het schip van Odysseus in de richting van het dodenrijk. Wanneer hij het rijk van Hades binnen gaat ziet hij een groot aantal doden, waaronder een aantal op bijzondere wijze gestrafte figuren: Tityus, Tantalus en Sisyfus. De verhalen die Homerus beschrijft vormen de basis van de verhalen over Tityus, Tantalus en Sisyfus. Ovidius zal wel hebben aangenomen dat zijn lezers die verhalen kenden en meende te kunnen volstaan met het noemen van hun namen.

 

Het verhaal van Tityus

In grote lijnen ligt de basis van het verhaal over Tityus (Grieks: Tityos) zoals we dat nu kennen dus vooral bij Homerus.

 

Homerus laat Odysseus aan het woord: “Ook Tityus zag ik, de zoon van de roemvolle Gaia. Hij had Leto, de bijslaap van Zeus aangerand en werd aan handen en voeten met kettingen vastgekluisterd. Hij lag op de bodem van de Tartarus en overlapt negen roeden (plethra). [De Griekse plethron heeft een lengte van ongeveer 30 centimeter. De reus was dus zo’n 2,70 meter lang.] Twee gieren, aan weerskanten gezeten, vraten zijn lever, steeds zijn buikvlies induikend. Omdat hij lag vastgeketend kon hij de dieren niet afweren.” (Homerus, Odyssee, Boek XI)

 

Boek VI van de Aeneis van de Romeinse dichter Vergilius (70-19 v.Chr.) is deels een bewerking van de tocht van Odysseus door de onderwereld uit Homerus' Odyssee. Vergilius: “Ook Tityus was daar te zien, grootgebracht door de almoeder Terra [dat is de godin Gaia, de aarde]; zijn weerloze lichaam strekt zich uit over zeven morgens [deze afstandsmaat is mij onbekend]; een reusachtige gier vreet met zijn kromme snavel zijn nimmer stervende lever. Het dier zoekt wroetend zijn aas en huist diep in de borst en laat geen rust aan de herboren vezels.” (Aeneis Boek VI 599-601)

 

Wanneer Ovidius in het vierde boek van de Metamorfosen beschrijft dat de godin Juno in de onderwereld afdaalt is de Romeinse dichter wat uitgebreider met zijn beschrijving dan in het tiende hoofdstuk. Het is echter nog steeds aan de magere kant. Hij noemt Tityus wél bij zijn naam: “Tityus voelt vogels aan zijn lever pikken, zijn lichaam is twee hectaren uitgerekt.” (Metamorfosen IV: 457-458)

 

Het verhaal over Tityus zoals wij het nu kennen

Leto is de moeder van Apollo en Artemis. Het verhaal vertelt dat de reus Tityus zich aan Leto (Romeins: Latona) wilde vergrijpen. Apollo en Artemis wisten de verkrachting van hun moeder te voorkomen door de reus met hun pijlen uit te schakelen. De straf voor Tityus was genadeloos. Hij werd in de Tartarus geworpen, het bergachtige en meest onplezierige deel van de onderwereld waar de mensen werden gestraft wanneer ze slecht hebben geleefd. Om eeuwig straf te ondergaan voor zijn poging Leto te verkrachten werd hij met handen en voeten vastgeketend op de rotsachtige bodem van de Tartarus. Twee gieren (of adelaars volgens sommige versies) zouden eeuwig zijn lever uitpikken. De lever van de wellustige reus blijft aangroeien zodat de kwelling eeuwig kon worden voortgezet.

De straf die Tityus moest ondergaan is soortgelijk aan de straf van Prometheus.


 Titiaan, de bestraffing van Tityus, olieverf op doek, 1548-’49,

Museo Nacional del Prado, Madrid


Op het schilderij van Titiaan Vicello (ca. 1488–1490) is Tityus aan zijn armen en benen aan de rots vastgeketend. Een adelaar heeft de aanval op zijn weerloze slachtoffer ingezet. Hij kan slechts kronkelen van pijn. Die lichamelijke reactie op de pijn leidde bij Titiaan tot de weergave van een hevig spartelend en machteloos aan de boeien trekkend lichaam dat pas na wat preciezer kijken door de toeschouwer goed is te overzien. De adelaar trekt in één keer de hele lever uit het lichaam van Tityus.

Detail Titiaan, de bestraffing van Tityus

 

Gregorio Martínez, Tityus, olieverf op doek: 172 x 223 cm., ca. 1590-96,

Museo Nacional del Prado, Madrid

 

Op het schilderij van de Spaanse kunstenaar Gregorio Martínez (1547-1597/1609) ligt Tityus languit op de rotsachtige bodem van de Tartarus. De adelaar heeft zich met zijn scherpe nagels vastgezet in de heup van Tityus en richt zich nu gulzig op de plaats van de lever van zijn prooi. Opvallend is dat er in de bronnen twee vogels worden genoemd en in de beeldende kunst vrijwel altijd slechts één adelaar wordt afgebeeld.

De houding van Tityus op het schilderij van Martínez is getrouw aan de tekst van Homerus. Op zijn tocht door de onderwereld merkt Odysseus immers op dat hij Tityus weerloos en vastgeketend uitgestrekt op de rotsbodem van de Tartarus zag liggen.

Het macabere landschap loopt uit in een ruïne die in lichterlaaie staat.

 

Het verhaal van Sisyfus 

In Nederlandse teksten wordt de naam geschreven als Sisyfus of Sisyphus (Latijn) of Sisyphos (Grieks). We schrijven wel altijd ‘Sisyfusarbeid. Wat zijn naam betreft houd ik het voor het gemak daarom maar op Sisyfus.

 

De vroegst bekende verhalen over Sisyfus kennen we weer van Homerus. De Griekse dichter schrijft dat Odysseus gedurende zijn reis door de onderwereld ook de schim van Sisyfus tegenkomt. Odysseus: “Ook, ja, Sisyfus zag ik in zijn smartelijke ellende, bezig een reusachtige steen met beide handen omhoog duwen. Zich schrap zettend met handen en voeten, voerde hij de steen omhoog langs de helling; maar net als hij de top zou bereiken, stortte het weer omlaag en het blok rolde naar de de bodem van de Tartarus. Maar Sisyfus begon opnieuw met grote inspanning te duwen, het zweet gutste neer van zijn leden en het stof steeg op van zijn hoofd.” (Odyssee, Boek 11: 593-600)

 

Sisyfus in de onderwereld, detail van een Griekse vaas ca. 350 v. Chr., Nationaal Archeologisch Museum van Napels, Italië

 

Waarom werd Sisyfus zo zwaar gestraft? In de Ilias wordt Sisyfus door Homerus beschreven als de slimste onder de mensen (Ilias VI). Sisyfus had Korinthe gebouwd en leefde als koning over deze prachtige stad.

In de verhalen lijkt het erop dat Sisyfus zijn intelligentie vooral gebruikte om de goden te slim af te zijn. Hij voelde zich zo superieur aan de goden dat hij het waagde Zeus te verraden. De oppergod had zijn oog laten vallen op de lieftallige nimf Aigina. Hij ontvoerde haar naar een onbewoond eiland om haar buiten het zicht van zijn vrouw Hera te beminnen. 

De vader van Aigina, de riviergod Asopos was ontredderd en wist na verloop van tijd werkelijk niet meer waar hij haar nog moest zoeken. Sisyfus was van een en ander op de hoogte en vertelde de diepbedroefde Asopos wat er met zijn dochter was gebeurd. De riviergod ging bij Zeus verhaal halen, maar de oppergod was machtiger en verdreef de getergde vader terug in zijn bedding. De oppergod was zo verbolgen over het verraad van Sisyfus dat hij Thanatos, de Oudgriekse god van de dood  (later wordt hij meer als personificatie van de Dood opgevoerd) opdracht gaf Sisyfus naar de diepe vulkanische afgrond van de Tartarus te voeren. De sluwe Sisyfus had vernomen van de plannen van Zeus en bedacht iets om de oppergod toch te slim af te zijn. Voordat Thanatos de opdracht van Zeus had uitgevoerd gaf Sisyfus zijn vrouw opdracht hem na zijn dood niet te begraven en ook niet de gebruikelijke rituelen bij zijn lichaam uit te voeren.

In het schimmenrijk aangekomen beklaagt Sisyfus zich bij Hades dat hij naar diens rijk is gebracht zonder dat de voorgeschreven rituelen hebben plaatsgevonden. Hij vraagt hem daarom toestemming terug te keren naar het rijk van de levenden om daar alsnog de noodzakelijke rituelen te ondergaan. Hades ziet het redelijke van het verzoek in en laat Sisyfus terugkeren naar de aarde. De schurk doet het voorkomen dat hij daarna zal terugkeren naar de onderwereld, maar dat is hij absoluut niet van plan!

De goden krijgen hem na enige tijd toch te pakken en straffen hem zwaar voor diens minachting. Hoe waagde hij het hen te tarten! Om hem te straffen voor zijn hoogmoed krijgt Sisyfus een nederige taak opgelegd. Hij werd veroordeeld om een enorm rotsblok langs de steile flanken van een berg in de Tartarus naar de top te brengen. Dat was een vrijwel onbegonnen werk, maar dat wist hij nog niet. Hij had een hoopvol vooruitzicht! Nadat hij de opdracht zou hebben volbracht zou dat ook het einde van zijn straf betekenen. Hij gaat op pad, maar al vlug zou hij inzien hoe onmenselijk zwaar de straf van de goden was.

De straf van Sisyfus in de onderwereld, detail van een Griekse vaas,

ca. 530 v. Chr., Staatliche Antikensammlungen, München, Duitsland

 

Op de vroege Griekse vaas zien we een scène in de Tartarus met links Hades, de god van de onderwereld en rechts van hem zijn vrouw Persephone, de godin van de onderwereld. Rechts van haar draagt Sisyfus een rotsblok naar de top van de berg.

Titiaan Vicellio, Sisyfus, olieverf op doek: 236 x 216 cm., 1548-49,

Museo Nacional del Prado, Madrid

 

Met het hoofd naar beneden en door monsterachtige wezen gadegeslagen sjouwt Sisyfus met het rotsblok op de schouder en op de achterkant van zijn hoofd de steile berg in de Tartarus op. Hij gaat zichtbaar gebukt onder de last van de enorme steen. Het schilderij van Titiaan (1488/'1490 -1576) geeft een goed beeld van het lichamelijk zwoegen en het onmogelijke van het ten uitvoer brengen van de opgelegde opdracht.

Na oneindig zware lichamelijke inspanningen lukte het hem eindelijk toch om met het rotsblok tot aan de top van de berg te komen, maar op dat moment voelde hij dat het rotsblok als door een onzichtbare kracht aan zijn greep werd onttrokken. Nadat het uit zijn handen was gegleden donderde het naar beneden en Sisyfus moest toezien dat zijn werk voor niets was geweest.

Bernard Picart, Sisyfus in de Tartarus, gravure 1730

 

Op de gravure van Picart is Sisyfus erin geslaagd om tussen de slangen met het enorme rotsblok op het steile bergpad van de Tartarus tot de top te komen. Een duivelachtige gestalte wordt door monsterachtige wezens geholpen om het rotsblok van de top van de berg te duwen. Zijn onmenselijke inspanningen zijn tevergeefs geweest.

In de linker benedenhoek zien we de de straffen van Ixion die op een rad is vastgebonden en daaronder Tantalus die zijn armen naar de takken van een boom uitstrekt.

 

Sisyphus moest dus van voren af aan beginnen, maar ook zijn tweede poging mislukte; op het allerlaatste ogenblik ontglipte het verrader­lijke rotsblok opnieuw zijn handen. Nogmaals moest Sisyfus aan de voet van de hoge berg het karwei starten, maar telkens gebeurde hetzelfde, het zou hem nooit lukken zijn taak tot een goed einde te brengen, maar hij moest doorgaan met zijn onmogelijke en in feite nutteloze opdracht. In onze taal wordt nog wel het woord Sisyfusarbeid gebruikt: een oneindig zware, nutteloze arbeid die onuitvoerbaar is en nooit tot een goed einde zal komen.


 Franz von Stuck, Sisyfus in de onderwereld, olieverf op doek:

103 x 89 cm.,1920, Galerie Ritthaler, München, Duitsland


De Duitse art-nouveau-kunstenaar Franz von Stuck (1863-1928) was de meest toonaangevende van de symbolistische kunstenaars in München. Met zijn voorstelling van Sisyfus’ arbeid roept hij een schitterend beeld op van de eeuwigdurende zwoegende mens.

Omslag van het boek van Albert Camus met De mythe van Sisyfus.

Een essay over het absurde, eerste Franstalige uitgave dateert uit 1942,

de eerste Nederlandse vertaling verscheen in 1962.


Sisyfus werd gestraft met een nutteloze en hopeloze arbeid. Camus trekt een parallel tussen deze mythe en het leven dat niet hoopgevend kan zijn, want er is geen hoop aldus Camus. 

"Hé Sisyfus, als je even de tijd hebt, wil ik dit voortgangsrapport met je bespreken", cartoon van de Amerikaanse cartoonist Zachary Kanin, New Yorker Collection/ Cartoon Bank


Het verhaal van de Danaïden

Het verhaal over de Danaïden is een vervolg op de mythe van Io die achtervolgd werd door Juno (Griekse mythologie Hera) omdat haar man Jupiter (Griekse mythologie: Zeus) een relatie met het meisje had aangeknoopt. (Zie over het verhaal van Jupiter en Io het artikel op deze blog Jupiter en Io: over een onmogelijke liefde, de oorsprong der dingen IV, 14 maart 2021).

 

Danaos en Aigyptos  waren tweelingbroers en afstammelingen van Io die uiteindelijk haar toevlucht had gevonden in Egypte.

Er ontstonden spanningen tussen de tweeling over de verdeling van het rijk van hun vader. Aigyptos had Arabië en Egypte gekregen en Danaos Lybië. De twee broers hadden veel kinderen bij verschillende vrouwen. Het lijkt erop dat Aigyptos de strijd met zijn broer wil bijleggen. Als teken van zijn goede bedoelingen wil hij vijftig van zijn zonen in het huwelijk laten treden met vijftig dochters van Danaos, de Danaïden. Danaos twijfelde aan de oprechte bedoelingen van zijn broer. Hij was bang dat  Aigyptos door het huwelijk van zijn zonen zich zíjn erfdeel wilde proberen toe te eigenen. Danaos wilde daarom niets weten van het voorgestelde huwelijk. Uit angst voor zijn broer sloeg hij met zijn dochters op de vlucht naar de stad Argos, een van de oudste steden van Griekenland. 

Op een dag verschenen de vijftig zonen van Aigyptos in Argos. Zij eisten van Danaos de hand van diens dochters. Onder grote druk van die vijftig mannen kon Danaos niet veel anders dan instemmen met het huwelijk van zijn dochters met de zonen van zijn broer. Het zou echter geen lang en gelukkig huwelijk worden! Ter voorbereiding op de huwelijksnacht gaf Danaos elk van zijn dochters een mes om daarmee hun nieuwbakken echtgenoot te doden en dat gebeurde ook ... slechts een van de vrouwen spaart haar man.

Hoe begrijpelijk hun daad wellicht ook moge zijn, de goden konden de slachtpartij niet op prijs stellen. Na hun dood werden de Danaïden in de Tartarus geworpen en veroordeeld tot een eeuwige straf. Zij moesten een enorm vat met water vullen. In tegenstelling tot de zware taak die Sisyfus opgelegd had gekregen moeten zij wel hebben gedacht dat hun opdracht redelijk makkelijk te volbrengen zou zijn. Zij begonnen aan hun werk en vulden hun waterkruiken in een nabij gelegen bron, maar nooit zal het vat vol raken. Direct nadat zij hun eerste kruiken in het vat hadden leeggegooid loopt het water er weer uit … het was letterlijk een bodemloos vat! De opgelegde taak zou nooit vervuld kunnen worden.

In onze taal vinden wij de Danaïden terug in een woord en een gezegde: Met een Danaïdenwerk  en me het vat van de Danaïden vullen bedoelen we een zware inspanning die tevergeefs is. De inspanning van de Danaïden leidt tot niets en zal eindeloos voortduren. Ik heb de indruk dat ook de uitdrukking een bodemloos vat afkomstig is uit het verhaal van de Danaïden. Je kunt iemand eten geven of ergens geld in stoppen, het is nooit genoeg of het is binnen de kortste tijd verdwenen.

 

 Kunstenaar onbekend, de dochters van Danaos, de Danaïden doden hun echtgenoten, handgekleurde houtsnede uit een Duitstalige uitgave van Giovanni Boccaccio's De mulieribus claris, gedrukt door Johannes Zainer,

ca. 1474, British Museum, Londen

 

Op de miniatuur liggen een aantal mannen met een doorgesneden keel in bed. Een van de Danaïden heeft een bebloed mes in handen en lijkt nog bezig haar man de keel door te snijden. Op het bed rechts op de voorgrond zitten Hypermnestra en haar man Lynceus, Linus op de houtsnede. Hypermnestra had hem gespaard omdat hij had ingestemd met haar verzoek die nacht haar maagdelijk niet te schenden. Hypermnestra en Lynceus stonden aan de basis van een nieuwe dynastie in Argos waaruit ook de roemruchte held Perseus zou voortkomen.

Volgens sommige klassieke versies van het verhaal zou Lynceus naar Argos zijn teruggekeerd om wraak te nemen voor de dood van zijn broers. Er zijn ook verhalen over Danaos die verbolgen was dat Hypermnestra zijn opdracht om haar man te doden niet had uitgevoerd. Hij wil haar daarom doden, maar Lynceus weet dat te voorkomen door zijn schoonvader om te brengen.

 De Danaïden doden hun echtgenoten (ca. 1510), miniatuur in een Franstalige uitgave van Ovidius' Héroïdes ou Epîtres, Bibliothèque nationale de France Parijs

 

Op het detail van de miniatuur in Héroïdes ou Epîtres (fictieve brieven van Griekse en Romeinse heldinnen) zitten de Danaïden met een mes in de handen op het huwelijksbed. Zij hebben hun kersverse echtgenoten de keel doorgesneden. Het bloed stroomt overvloedig uit hun hals.

Op het bed links gaat het er vrediger aan toe. Daar zitten Hypermnestra en haar man. Het ongebruikte mes ligt voor de knieën van Hypermnestra op het bed. Liefdevol legt zij haar hand op de borst van Lynceus. Op de miniatuur is hij de enige van de zonen van Aigyptos die de slachtpartij heeft overleefd.

John William Waterhouse, de Danaïden, olieverf op doek, 162,5 x 127,4 cm., 1906, Aberdeen, Art Gallery&Musea. Aberdeen City, Schotland

 

Geheel in de stijl van Waterhouse zijn de Danaïden beeldschone jongedames met hun haar en hun gezicht opgemaakt in de mode van het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw, het Fin de siècle. Gekleed in klassiek aandoende kleding en de elegante manier waarop de dames bewegen denken wij bij het zien van het schilderij niet direct aan mensen die een helse straf ondergaan.

De twee laatst gestraften, Ixion en Tantalus die door Ovidius werden genoemd heb ik al eerder behandeld in het artikel van 5 maart 2022 op deze blog: Hoogmoed komt voor de val, vier gravures van Hendrick Goltzius, Over de oorsprong der dingen VI. Voor de volledigheid heb ik met enige wijzigingen en aanvullingen twee teksten over Ixion en Tantalus ook in het artikel van vandaag opgenomen.

 

Het verhaal van Ixion

Wanneer we de klassieke mythologie overzien wordt duidelijk dat de oppergod Zeus het niet erg nauw nam met zijn huwelijkstrouw. Wat dat betreft hebben we in dit artikel al  voldoende gezien dat de oppergod zijn reputatie meer dan waarmaakt. Zijn vrouw Hera is ongetwijfeld de meest bedrogen echtgenote in de klassieke mythologie. Maar … in het verhaal van Ixion wordt duidelijk dat wanneer iemand het in zijn hoofd haalt Hera, de vrouw van Zeus het hof te maken de oppergod furieus reageert. Ixion, koning van de Lapithen was de vermetele die het in al zijn hoogmoed had gewaagd Hera te verleiden.


Wat was het geval? Ixion was getrouwd met Dia, een dochter van koning Deioneus. Ixion had zijn aanstaande schoonvader een mooie bruidsschat in het vooruitzicht gesteld. Toen de betaling daarvan na de huwelijkssluiting achterwege bleef verzocht Deioneus om de beloofde bruidsschat te betalen. Ixion vermoordde hem daarop. Ixion geldt als de eerste sterveling in de klassieke mythologie die een familielid doodde. Grootmoedig vergaf Zeus hem zijn misdaad en nodigde Ixion zelfs uit aan zijn tafel. Ixion toont geen enkele dankbaarheid, integendeel hij probeerde de echtgenote van Zeus te verleiden.

Zeus was van een en ander op de hoogte maar wilde voordat hij Ixion zou straffen zekerheid hebben of Ixion zijn verliefd­heid voor Hera ook werkelijk in lijfelijke daden durfde om te zetten. Hij stuurde de wolknimf Nephele in de gedaante van Hera op hem af. Toen Ixion zich inderdaad niet wist te beheersen wist Zeus genoeg. In latere verhalen wordt Nephele wel opgevoerd als personificatie van een wolk.

Carlo Maratta (1625-1713), Ixion omarmt een wolk / Nephele die de gedaante van Hera heeft aangenomen, olieverf op doek, 30,5 x 38 cm.,

nadere gegevens ontbreken.

 

Op het schilderij van Maratta is de nimf Nephele deels opgegaan in een wolk, Ixion heeft gemeenschap met de wolknimf.


Peter Paul Rubens, Ixion, wordt misleid door Hera (Juno),

olieverf op doek: 175 x 245 cm., 1615, Musée du Louvre, Parijs, Frankrijk

 

Op het schilderij van Rubens herkennen we Hera aan de pauw achter haar. Zij verdwijnt van het toneel en de nimf Nephele heeft haar plaats ingenomen. De wellustige Ixion merkt het verschil niet op. Rechtsboven op het schilderij van Rubens is Zeus getuige van de misdaad van Ixion. Hij weet genoeg!


detail Peter Paul Rubens, Ixion


Natuurlijk was ik ook benieuwd naar de vrouw tussen Hera en Nephele; wie is dat? Toen ik een detail van het schilderij wat uitvergrootte ontdekte ik dat zij een vossenhuid met een vossenkop over haar schouders heeft. Daarmee kunnen we haar identificeren als de personificatie van Bedrog en Sluwheid. Door Ixion met een wolk te misleiden werd het Zeus duidelijk wat de plannen van die snoodaard met zijn vrouw Hera waren.

Cornelis Cornelisz van Haarlem, de val van Ixion in Tartarus,

olieverf op doek: 152 x 192 cm., 1588,

Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam


Ixion werd veroordeeld tot een gruwelijke straf. Hij werd in de oneindige afgrond van de Tartarus geworpen. Vervolgens werd hij door de wraakgodinnen met slangen aan een rad gebonden en voor eeuwig rondgedraaid in een enorme vuurpoel.

In de Middeleeuwen en ook nog wel in de nieuwe tijd geldt Ixion als personificatie van Luxuria, de lichamelijke wellust.

moderne tekening naar een Griekse vaas, vierde eeuw v.Chr.


Op de tekening Ixion is door de wraakgodinnen die slangenharen in plaats van mensenharen hebben, op een rad vastgebonden. Met hun handen draaien zij het rad door de vlammen.


Op haar tocht door de onderwereld komt Juno ook de wraakgodinnen tegen. Ovidius: "... Maar Juno wenkt de drie zussen, dochters van de Nacht, godinnen van de genadeloze wraak. Zij zaten voor de kerkeringang van de Tartarus en kamden zich de klitten uit hun zwarte slangenhaar. Toen zij Juno in het nevelduister zagen naderen rezen de wraakgodinnen op.” (Metamorfosen Boek IV: 451-457). We zagen al in het tiende boek van de Metamorfosen dat tijdens het treurlied van Orpheus dat de wraakgodinnen, die nog niet eerder door het leed van mensen waren bewogen, hete tranen van ontroering vergoten. (Metamorfosen Boek X: 45-46) We begrijpen nu de draagwijdte van die opmerking van Ovidius.

De straf van Ixion, Romeins reliëf: 2de eeuw n.Chr.

Archeologisch museum van Side, Turkije

Bernard Picart, de straf van Ixion in de Tartarus, gravure, ca. 1731

 

De gravure van de Duitse graveur Bernard Picart (1673-1733) toont het beeld van Ixion in een rad dat door een uitgemergelde wraakgodin met veel kracht door de vlammen wordt gedraaid. Ixion is met slangen aan het rad vastgebonden. In de linker benedenhoek kijken haar zussen naar het macabere beeld. Zij dragen zowel slangen in hun handen als op hun hoofd.


 Franse kunstenaar Alexandre Denis Abel de Pujol (1785-1861), Ixion,

olieverf op doek,1824, Musée du Louvre, Parijs

 

Tegen een oranje vuurgloed is Ixion met slangen aan het rad gebonden en wordt hij in de Tartarus in het vuur rond gedraaid. De levendige dieren hebben het ook op Ixion gemunt. Een van de wraakgodinnen kijkt toe.

De straf van Ixion in de onderwereld,

Franse kunstenaar Jules-Élie Delaunay (1828-1891), olieverf op doek, 1876, Musée des Beaux-Arts, Nantes, Frankrijk

 

Tantalus 

Tantalus (Grieks Tantalos) was een zoon van Zeus en van de aardse stervelinge Pluto, een oceanide. Tantalus geldt als mythische koning van Frygië. De goden waren erg gesteld op de zoon van Zeus. Zo werd hij als enige sterveling uitgenodigd aan te schuiven bij de godenmaaltijd op de Olympus. (Metamorfosen VI 172-173) Hij was trots op zijn vriendschappelijke omgang met de goden en al vlug maakten hoogmoed en eerzucht zich van hem meester. Tegenover zijn omgeving liet hij zich voorstaan op zijn goede contacten met de goden. Hij stal van het hemelse banket spijs en drank en zette de goddelijke nectar en ambrozijn trots aan zijn aardse gasten voor. Ook vertelde hij hen geheimen door die de goden hem hadden toevertrouwd. Zijn hoogmoed komt tot een climax wanneer hij besluit om de goddelijke alwetendheid op de proef te stellen. Hij nodigt de goden uit voor een maaltijd bij hem thuis. Voor die maaltijd had hij zijn zoon Pelops gedood. Het lichaam van het kind sneed hij aan stukken en werd aan zijn hemelse gasten voorgeschoteld. De goden was de oorsprong van het vlees echter niet ontgaan. Pelops werd weer tot leven gewekt en Tantalus werd verschrikkelijk gestraft. Met zijn daad had hij het ook voor zijn vader Zeus te bont gemaakt. Woedend werd hij op bevel van de oppergod in de Tartarus geworpen.

 

De Odyssee is ook de oudst bekende bron van het verhaal over Tantalus. Odysseus “Ja, ook Tantalus zag ik in zijn smartelijke kwelling staan in het meer dat tot zijn kin kwam, hij verging van de dorst maar kon toch niet drinken, want zo vaak als de grijsaard zich bukte, uit verlangen te drinken, zakte het water in de bodem van het meer en verscheen om zijn voeten de donkere aarde, want een godheid legde het steeds droog. En bomen met hoog gebladerte lieten hun vruchten van bovenaf hangen, peren en granaten en glimmende appels, zoete vijgen en olijven in overvloed, maar nooit zou Tantalus er daarvan een kunnen plukken. Bij elke poging blies de wind ze dan steeds omhoog naar de schaduwrijke wolken.” (Odyssee, Boek 11: 582-592)

Hugues Taraval, het banket van Tantalus, olieverf op doek: 103,5 x 143 cm, 1767, verblijfplaats onbekend 

 

Op het schilderij van de Franse kunstenaar Hugues Taraval (1729-1785) is de maaltijd beëindigd. Achter de tafel zien we de geschokte reacties van de disgenoten. Hermes slaat Tantalus in de boeien en hij wordt weggevoerd en in de Tartarus geworpen.

Aan de tafel waarop de zoon van Tantalus aan de goden was opgediend leunt Zeus met zijn linkerbeen op de adelaar, zijn attribuut dat verwijst naar de heerschappij over hemel en aarde. Hij heeft zich naar zijn zuster Demeter gedraaid en geeft haar het tot leven gewekte kind van Tantalus. Zij was de eerste die merkte dat haar mensenvlees was voorgezet.

Zoals Homerus al beschrijft onderging Tantalus in de Tartarus een eeuwige kwelling. Hij werd met zijn voeten vastgeklonken aan de bodem van een meer. Het water kwam tot aan zijn lippen. Toch moest hij voor altijd dorst lijden! Iedere keer wanneer hij zijn hoofd naar voren boog om te drinken zakte het water weg in de donkere bodem van het meer. Het zou hem nooit lukken om ervan te drinken. Maar daarmee was de wraak van de goden nog niet gestild. Tantalus werd ook gekweld door een eeuwige honger. Vanaf de oever van het meer reikten takken van een boom met verrukkelijke vruchten over het water voor zijn mond. 

Gioacchino Assereto, Tantalus, olieverf op doek, ca. 1640-49,

Auckland Art Gallery, Auckland, Nieuw-Zeeland


Het lijkt erop alsof de geketende Tantalus slechts zijn mond open hoeft te doen om van een van de vruchten te eten. Maar ieder keer wanneer hij door honger gekweld een wanhopige poging waagt stak er een plotselinge wind op die de takken van de boom wegblies, ver buiten bereik van Tantalus. De ellende van Tantalus leeft nog voort in ons woord tantaluskwelling: iets wat iemand binnen bereik of binnen gezichtsveld heeft, maar nooit zal weten te bemachtigen. 

De straf van Tantalus in de Tartarus, Bernard Picart, gravure, ca. 1731

 

Op de gravure staat Tantalus tot aan zijn middel in het naar beneden gezakte water. Hij strekt zijn armen en handen uit om bij een vrucht te geraken. Op hetzelfde moment blaast de wind achter hem de tak weg waaraan de vruchten hangen. 


Le supplice de Tantale, Joseph Edouard Stevens, 1850,

olieverf op doek: 72x 92 cm, Musée d’Orsay, Parijs

De hond het schilderij van de Belgische kunstenaar Joseph Stevens (1819-1892) ziet het flinke stuk vlees en andere lekkernijen. Het arme dier is echter aan de muur vastgebonden en ruikt al het eten dat voor hem staat uitgestald maar al te goed. Hij heeft zijn halsband zo strak als mogelijk van de muur getrokken, maar hij zal al dat lekkers nooit te pakken kunnen krijgen.

Honoré Daumier, Tantaluskwelling, litho

 

Op de lithografie van de Franse graficus, karikaturist en schilder Honoré Daumier (1806-1879) ziet de wanhopige en van honger en dorst waanzinnig geworden Tantalus al dat lekkers voor zich, hij zal er echter nooit iets van eten of drinken. 


Gebruikte literatuur

  • Gustav Schwab, Griekse mythen en sagen, Utrecht, 1956

  • Homerus Ilias, vertaald door M.A. Schwartz, Haarlem 1965

  • Erik Moormann en Wilfried Uiterhoeve, Van Achilleus tot Zeus: thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, Nijmegen, 1987 

  • Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen, Taco H. de Beer en dr. E. Laurillard en 'vele mannen van wetenschap' oorspronkelijke uitgave Den Haag, 1899. Ik ben in het gelukkige bezit van de hernieuwde uitgave uit 1993, Hoevelaken. Wanneer u die heruitgave nog te pakken kunt krijgen: een enorme aanrader! 'Het allerleukste woordenboek dat de negentiende eeuw heeft voortgebracht' lezen we in de inleiding die u zeker moet lezen!

    De in bovenstaande artikel gebruikte woorden en uitdrukkingen als Sisyfusarbeid, Tantaluskwelling en Danaïden en het vat der Danaíden vullen en een vele andere trefwoorden worden uitgelegd en de verhalen worden kort verteld in het lijvige boekwerk dat 1277 pagina's telt.

  • Ovidius, Ovidius Metamorphosen, vertaald door M. D’Hane- Scheltema, Amsterdam 1998. Vrijwel alle citaten van Ovidius in dit artikel zijn ontleend aan dit boek.

  • Vergilius Aeneis, vertaald door M.A. Schwartz, Amsterdam 2000


206 weergaven

Comments


bottom of page