Detail, John William Waterhouse, Thisbe legt haar oor te luisteren …
Inleiding
Aan het einde van het artikel van de afgelopen week deelde ik u mee dat er vandaag geen nieuw artikel zou verschijnen omdat we een paar dagen op stap zouden gaan. Dat reisje werd echter onderbroken door een appje dat ik ontving met het bericht ‘we kunnen beginnen’! Dat was goed nieuws. Gisteren kon men dan eindelijk een begin maken met de reparatie van ons dak. Een klus waarop we al maanden zaten te wachten. Vind tegenwoordig maar eens een goed bedrijf dat snel komt om een klus te klaren! Dus we sputterden niet tegen en we waren blij dat men gisteren kon beginnen. Er wordt nu vaardig gewerkt.
Pyramus en Thisbe
Omdat wij afgelopen donderdag thuis kwamen had ik wat extra tijd en kon ik nog een kort artikel schrijven over de mythe van Pyramus en Thisbe. Het verhaal behoort tot de bekendste liefdesgeschiedenissen uit de klassieke oudheid wanneer het om twee gewone mensen gaat. Er komt geen godheid of grote held aan te pas die er met goddelijke gaven of bijzondere kracht een bepaalde draai aan kon geven. Het verhaal gaat over twee jonge mensen die wel terecht komen in een verhaal met een wonderlijk verloop en een tragisch einde. Maar het begint zo romantisch: de geliefden zouden elkaar heimelijk ontmoeten buiten de stadmuren van Babylon, bij een bron onder een moerbeiboom…
Het verhaal over Pyramus en Thisbe, over oneindige liefde en over hoe de moerbei zijn kleur kreeg
Alle aanhalingen bij de vertelling van het verhaal zijn uit afkomstig uit Ovidius Metamorfosen, zie gebruikte literatuur*.
Het moet wel een schitterend stel zijn geweest! In het vierde boek van de Metamorfosen (55-166) wordt Pyramus door Ovidius beschreven als ‘knapste van alle jongemannen’ en Thisbe als ‘de schoonste van alle meisjes die ooit in het Oosten waren gezien’. Hun liefdesesgeschiedenis zou echter minder fraai verlopen.
Zij woonden in de stad Babylon in huizen die naast elkaar stonden, ‘dat bracht een eerste kennismaking en op den duur verliefdheid’! Ze zijn vastbesloten om met elkaar te trouwen. Om een niet genoemde reden verbieden hun beide vaders hen om nog langer omgang met elkaar te hebben, ‘maar hoe meer het liefdesvuur wordt onderdrukt, des te feller laait het juist op’. Zij vonden een mogelijkheid om toch contact met elkaar te hebben. In de muur tussen hun huizen zat een smalle spleet die nog door niemand was opgemerkt, maar ‘de geliefden hadden die scheur al vlug ontdekt als een manier om met elkaar te praten…en regelmatig klonken er zacht uitgesproken liefdeswoorden door de spleet en ’s avonds zeiden zij elkaar welterusten en werd de muur
bedekt met kussen die niet verder reikten dan de eigen muur’.
John William Waterhouse, Thisbe, olieverf op doek, 1909, privécollectie
Thisbe legt haar oor tegen de scheur in de muur om naar haar geliefde te kunnen luisteren.
Ondanks het geluk dat zij elkaar vonden, was de liefde en het verlangen naar elkaar zo groot dat zij op een dag een manier bespraken om, ondanks het uitdrukkelijke verbod van hun vaders, elkaar te ontmoeten. Heimelijk zouden zij ’s nachts hun huis uit sluipen, de stad verlaten en elkaar treffen buiten de stadmuren bij het graf van Ninus, de oude koning van Babylon, bij een bron onder de moerbeiboom die op dat moment vol hing met sneeuwwitte vruchten.
De zon was nog niet opgekomen toen Thisbe als eerste bij de bron aankwam. Zij gaat onder de boom zitten en kijkt verwachtingsvol uit naar de komst van haar geliefde. In de verte naderde een leeuwin. Het dier had zojuist een prooi verorberd en de haren van haar kop zaten onder het verse bloed. De leeuwin liep recht op de bron af om haar dorst te lessen. In de ochtendschemering merkte Thisbe het dier pas laat op en vluchtte naar een donkere grot. In haar haastige vlucht verliest zij haar sluier. Het dier zag de wapperende sluier van het meisje en met haar bebloede kop schut de leeuwin speels die sluier wat op en neer en scheurt de doek in stukken.
Pyramus was wat later dan afgesproken van huis weggegaan. Wanneer hij op het toneel verschijnt ziet hij de leeuwin in de verte van de bron wegrennen. Bij de bron aangekomen zag hij op de grond de met bloed doordrenkte en aan flarden getrokken omslagdoek van zijn geliefde. Het was hem meteen duidelijk wat er was gebeurd: de wegrennende leeuw had zijn geliefde overvallen en verslonden. Vervuld van schuldbesef over het feit dat hij te laat op zijn afspraak was gekomen schreeuwt hij het uit: “Eén nacht jaagt twee geliefden in de dood ... Ik ben de schuldige! Ik stortte jou in het ongeluk. Omdat ik jou in het donker alleen naar deze plek zo vol van gevaren liet komen en hier zelf niet eerder kwam…” Hij houdt de hoofddoek van Thisbe tegen zich aan en intens verdrietig praat hij er tegen: “Vervul je nu ook met mijn bloed.” Wanhopig zet Pyramus zijn zwaard tegen zich aan en stort zich erin. Stervend trekt hij het zwaard uit zijn lichaam en het bloed spuit naar buiten, ‘de takken van de moerbei kleurden donkerrood door de bloedfontein en de wortels doortrokken zich met bloed en kleurden de witte vruchten van de boom met donkerrode tinten’.
Ondertussen heeft Thisbe de grot verlaten en gaat naar de plaats waar zij met Pyramus had afgesproken. Omdat de vruchten van de boom een andere kleur hebben twijfelt zij of ze wel op de goede plaats is. Dan ziet ze het met bloed overdekte lichaam van Pyramus, stuiptrekkend in een plas met zijn bloed. Zij werpt zich op zijn lichaam en stort haar tranen in de wond; ‘haar tranen en zijn bloed vloeien ineen’. Wanneer zij hem overdekt met kussen probeert ze nog wat tegen hem zeggen: “Oh, Pyramus! Welk onheil nam jou van mij weg?" Pyramus! antwoord dan! Ik ben het, jouw teerbeminde Thisbe die roept, toe, luister dan en hef je hoofd wat van de grond.” Pyramus komt nog even bij bewustzijn: ‘Bij het horen van Thisbe’s naam sloeg Pyramus zijn stervenszware ogen op, keek haar nog eenmaal aan en sloot ze daarna voor altijd.’
Bij het lichaam van Pyramus voelt Thisbe dat ook zij nu de kracht heeft om een einde aan haar leven te maken: “Ongelukkige, jouw liefde voor mij heeft je te gronde gericht. Ik zal je volgen zodat men mij oorzaak en metgezel van jouw dood kan noemen. Voordat zij dat doet sprak zij tot haar en zijn vader: “Wij waren één in liefde, één tot in ons laatste uur, sta ons toe ook in eenzelfde graf verenigd te blijven! En laat de boom, die met zijn loof nu nog van één van ons het trieste lichaam overdekt, en spoedig van ons tweeën, voorgoed de tekens van ons sterven tonen in zijn vrucht.” Daarna richtte zij de punt van het zwaard van Pyramus op haar borst en wiep zich erin. De goden hebben haar laatste wens verhoord en hun vaders ook. Hun as zou samen in één urn rusten en wanneer de moerbei rijpt zullen de vruchten voor eeuwig bloedrood en uiteindelijk rouwkleurig zwart kleuren.
Moerbei met rode en zwarte vruchten
Karel van Mander, Wtlegghinghe op den Metamorphoseon
Het derde deel van Het Schilder-boeck (1604) van Karel van Mander is getiteld Wtlegghinghe op den Metamorphoseon. In dat deel vertelt Van Mander niet de verhalen uit de Metamorfosen van Ovidius, maar hij legt ze uit. In al die verhalen zit een moraal. De les die hij herkent in de noodlottige liefdesgeschiedenis van Pyramus en Thisbe is niet erg diepzinnig. Jongelui mogen zich niet al te makkelijk en roekeloos overgeven aan hun liefdesgevoelens. Maar ook ouders kunnen er wat van opsteken: wanneer het bij hun kinderen om oprechte liefde gaat mogen zij de relatie niet verbieden wanneer zij daarvoor geen goede en zwaarwegende argumenten hebben.
Afbeeldingen in de beeldende kunst
Het verhaal van Ovidius over Pyramus en Thisbe werd erg populair in de beeldende kunst. Ook in de literatuur mocht het verhaal zich verheugen in een grote belangstelling. Dit leidde tot veel navertellingen en variaties in de Europese literatuur met meestal andere namen voor de hoofdrolspelers. Naar mijn gevoel is de bekendste bewerking van de mythe A Midsummer Night’s Dream (1600) van William Shakespeare (1564-1616). Er zijn ook duidelijke overeenkomsten met het verhaal van Romeo en Julia, eveneens van Shakespeare.
Bij het overzien van de voorstellingen van het onderwerp vielen mij een aantal zaken op:
- De moerbeibessen die vanwege de metamorfose van hun kleur een belangrijke rol spelen in het verhaal worden zelden in beeld gebracht. Ik ben er slechts één afbeelding van tegengekomen. Wellicht omdat ik mijzelf op het gebied van de dendrologie absoluut geen kenner kan noemen heb ik sowieso verder geen enkele boom op de gebruikte afbeeldingen als een moerbei herkend.
- Ovidius schrijft dat de twee geliefden met elkaar hadden afgesproken buiten de stadmuren bij het graf van Ninus, de oude koning van Babylon, bij een bron onder de moerbeiboom. Zowel het graf van Ninus als de stadsmuren komen echter maar weinig voor als aanduiding van de plaats waar het stel elkaar zou ontmoeten.
- Ovidius omschrijft en benoemt een leeuwin die de bron nadert waar Thisbe aan het wachten is. Wanneer er op de voorstellingen in dit artikel een leeuw wordt afgebeeld dan herkennen we aan de lange manen van het dier op vier van de zeven voorstellingen een mannetjes leeuw.
De Metamorfosen van Ovidius (43. v.Chr-17 n.Chr.) werd in ca. 8 n.Chr. voltooid. Het verhaal van de mythe over Pyramus en Thisbe is niet bekend uit de Griekse literatuur. Er is goede reden om aan te nemen dat Ovidius de eerste is geweest die het verhaal op schrift heeft gesteld en misschien wel zelf heeft bedacht.
muurschildering met de mythe van Pyramus en Thisbe,
Huis van Loreio Tiburtino, Pompeï, 1ste eeuw n.Chr.
De vroegste voorstellingen van het verhaal treffen we al aan in de klassieke kunst, op muurschilderingen uit Pompeï uit de eerste eeuw n.Chr. Dat betekent dat het verhaal al snel na de eerste uitgave (ca. 8 n.Chr.) van de Metamorfosen populair was in de Romeinse wereld.
Bovenin kijkt de leeuwin nog een keer om naar de ellende die is aangericht en maakt zich uit de voeten.
detail muurschildering met de mythe van Pyramus and Thisbe,
Huis van Loreio Tiburtino, Pompei
Bij het bloedende lichaam van Pyramus heeft Thisbe de punt van het zwaard tegen haar borst geplaatst. Zij stort zich voorover en het bloed gutst uit de wond in het lichaam.
Pyramus en Thisbe, detail muurschildering uit Pompeï, 1ste eeuw n.Chr.
Thisbe is teruggekeerd naar de plaats waar zij Pyramus zou ontmoeten. Zij treft hem stervende aan. Terwijl hij een uiterste poging doet het hoofd nog eenmaal op te richten om zijn geliefde aan te kijken maakt Thisbe een einde aan haar leven. Met haar rechterhand omklemt zij het zwaard van Pyramus, plaatst het tegen haar borst en laat zich voorover vallen.
Illustratie in een Duitstalige uitgave van De claris mulieribus (eerste uitgave 1361-‘62) van Giovanni Boccaccio, vertaald in het Duits door Heinrich Steinhöwel, uitgegeven door Johannes Zainer,
houtsnede: 80 x 110 mm., Ulm ca. 1475
Het boek De claris mulieribus (Over beroemde vrouwen) is een verzameling levensbeschrijvingen van vermaarde historische, Bijbelse en mythische vrouwen door Giovanni Boccaccio (1313-1375). In de uitgave van Johannes Zainer wordt elk verhaal geïllustreerd.
De met de hand ingekleurde houtsnede is een illustratie bij het verhaal van Thisbe en Pyramus.
Er gebeurt nogal wat op de houtsnede. In een enkele scène wordt de hele tragedie opgeroepen. In het midden van de voorstelling nadert de leeuwin de bron. Links daarvan vlucht ‘Tisbe’ het bos in op zoek naar een schuilplaats. In haar vlucht is zij haar sluier kwijtgeraakt en we zien haar lange blonde haren over haar schouders naar beneden vallen. Rechts heeft de mannetjes leeuw het met zijn opengesperde muil voorzien op de bebloede sluier van Thisbe. Links stort ‘Piramus’ zich in zijn zwaard. Het zwaard steekt in zijn buik en verlaat het lichaam via zijn rug. Vervolgens werpt Thisbe zich met haar borst in het bebloede zwaard. De vondst van dat zwaard dat min of meer tegelijkertijd het lichaam van beide geliefden doorboort is daarna voor zover ik weet niet meer toegepast. Het zal wel zijn ingegeven door de relatief kleine ruimte waarin de anonieme kunstenaar moest werken: 80 x 110 mm.
Miniatuur in een Franstalige uitgave van Boccaccio’s De claris mulieribus (Over beroemde vrouwen),1361-62. Royal Collection in The British Library, Londen
Op het eerste gezicht lijkt het er wel op alsof wij te maken hebben met een vredige romantische voorstelling: een jong meisje knielt bij haar geliefde die languit ligt te slapen in een mooi landschap met een bron, totdat wij in de gaten krijgen wat er zich werkelijk op de miniatuur afspeelt. Thisbe heeft een zwaard tegen haar keel gezet en maakt een einde aan haar leven. Links zien we een gedeelte van de vermaarde muren van Babylon die grotendeels werden gebouwd onder de regering van koning Nebukadnezar II: 605-562 v.Chr.
De dood van Pyramus en Thisbe, miniatuur in het Boek van de Koningin, vervaardigd in Parijs, ca. 1410-14,
Harleian Collection in The British Library, Londen
Aan de voorzijde van een luisterrijke bron ligt het lichaam van Pyramus. Met zijn rechterhand bedekt hij de wond op zijn borst. Thisbe heeft het zwaard van Pyramus schrap in de grond gezet. Zij stort zich in het wapen en met uitgestoken armen valt zij voorover naar het lichaam van haar geliefde. Het vlijmscherpe zwaard doorboort haar lichaam en komt er aan de rugkant uit. Op de achterzijde van de bron is de mannetjes leeuw bezig met de sluier van Thisbe.
Deze miniatuur is de enige voorstelling van het drama die ik heb kunnen vinden waarbij de vruchten van de boom te herkennen zijn als moerbeibessen.
Miniatuur in de eerste Engelse druk van Ovidius’ Metamorfosen in de vertaling van William Caxton, circa 1480
Tegen de achtergrond van Babylon steekt Pyramus het zwaard in zijn borst, rechts verlaat de leeuw de plaats des onheils. Tussen Pyramus en de leeuw ligt de met bloed besmeurde sluier van Thisbe. Mogelijk dat we in het midden van de miniatuur het graf van Ninus mogen herkennen. Het kan natuurlijk ook het bassin van de bron zijn. Rechts nadert Thisbe de plaats en ziet tot haar grote ontsteltenis dat Pyramus een einde aan zijn leven probeert te maken. Geschokt heft zij haar armen op.
Gregorio Pagani (1559-1605), Pyramus en Thisbe,
olieverf op doek: 239 x 180 cm., ca. 1600, Galleria degli Uffizi, Florence
Op de voorgrond heeft Pyramus zijn hoofd weer naar achteren laten vallen. Hij is gestorven.
Op de voorgrond ligt Pyramus op de met bloed doordrenkte sluier van Thisbe. Vanuit het midden van de bron kijkt het beeld van Cupido toe. Het liefdesgodje lijkt met enige weemoed naar het tafereel te kijken dat zich op de voorgrond afspeelt.
Gysbrecht Thys (Vlaams, 1616-1684), Pyramus en Thisbe,
olieverf op doek: 25,5 x 19 cm., Nationaal Museum van Warschau, Polen
Op de voorgrond heeft Pyramus zijn hoofd weer naar achteren laten vallen. Hij is gestorven.
Detail van Gysbrecht Thys’ Pyramus en Thisbe
Terwijl Thisbe zich in het zwaard stort richt ze zich wanhopig met haar dramatische verzoek tot de goden: “Wij waren één in de liefde, één tot in ons laatste uur, sta ons toe ook in eenzelfde graf verenigd te blijven! En laat de boom, die met zijn loof nu nog van één van ons het trieste lichaam overdekt, en spoedig van ons tweeën, voorgoed de tekens van ons sterven tonen in zijn vrucht.”
Abraham Hondius (1631-1691), Pyramus en Thisbe, olieverf op doek:
81 x 69 cm., ca. 1660-’75, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Het is Hondius goed gelukt om de stemming van de vroege ochtendschemering te typeren waarop volgens Ovidius het voorval plaatsvond.
Detail van Hondius' Pyramus en Tisbe
Op enkele andere afbeeldingen konden we al zien dat hat zwaard van Pyramus lijkt te zijn uitgegroeid tot het lange formaat dat eerder aan een lans doet denken. Dat lange wapen stelt de kunstenaar in staat de dramatiek van het in de punt van het zwaard stortende lichaam van Thisbe te vergroten. Wanhopig richt zij haar ogen op het gelaat van Pyramus. Zijn ogen zien niets meer: ‘Bij het horen van Thisbe’s naam sloeg Pyramus zijn stervenszware ogen op, keek haar nog eenmaal aan en sloot ze voor altijd … Daarna richtte zij de punt van het zwaard van Pyramus op haar borst en werpt zich erin.’ Precies die twee momenten bracht Hondius in beeld. Rechts verlaat de leeuwin de plaats waar het onheil zich voltrekt.
Jasper van der Lanen (1585–1634) (toegeschreven), Landschap met Pyramus en Thisbe, olieverf op koper, 28 x 40 cm., ca. 1615, locatie onbekend
detail van het schilderij van Jasper van der Lanen
Pyramus richt zich moeizaam voor een laatste keer op en houdt nog steeds de met bloed besmeurde sluier in de hand. Thisbe veegt de tranen uit de ogen en staat op het punt zich in het zwaard te storten. Links in de achtergrond verlaat de leeuwin het toneel.
Pierre Gautherot, Pyramus en Thisbe, 1799,
Musée d'Art et d'Histoire de Melun, Melun, Frankrijk
Het schilderij van de Franse schilder Pierre Gautherot (1769 - 1825) is met het thema van klassieke heldhaftige opofferingsgezindheid een goed voorbeeld van de kunst van het Neoclassicisme (eind 18de - begin 19de eeuw). De harde contouren en de heldere kleuren van het tafereel op de voorgrond sluiten aan bij de stijl van die tijd. De achtergrond is donker waardoor het gebeuren op de voorgrond er veel sterker uitspringt.
De plaats van handeling is met behulp van de tekst van Ovidius te herkennen: de zelfdoding van Pyramus en Thisbe vindt plaats buiten de ommuring van Babylon en rechts staat het graf / mausoleum van Ninus. Het stroompje rechts van de boom is de bron en die dikke boom moet de moerbei zijn.
Met haar rechterhand houdt Thisbe haar geliefde bij zijn pols. In de andere, onbeschermde hand klemt zij het scherpe zwaard onverschrokken stevig vast.
Laurent de La Hyre, Pyramus en Thisbe, ca. 1624-’28, Musée Fabre, Montpellier
Het schilderij van de Franse schilder Laurent de La Hyre (1606-1656) lijkt erg schatplichtig aan de wijze van voorstellen van Caravaggio (1571-1610). De twee lichamen die op de voorgrond op elkaar liggen confronteren de beschouwer heel direct met het drama, er is geen ontkomen aan. Thisbe heeft zich in het zwaard van Pyramus gestort. Met het zwaard dat haar lichaam heeft doorboord is zij voorover gevallen op het lichaam van haar geliefde. Rechts zien we de sarcofaag van koning Ninus met opschriften.
Gebruikte literatuur
- Pepermans, Ovidius Metamorfoses naverteld door dr. G.M.A. Pepermans,
Het Spectrum, 1978
- E.M. Moorman, en W. Uiterhoeve, Van Achilleus tot Zeus, thema’s uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater,
Nijmegen, 1987
- * Ovidius Metamorphosen, vertaald in het Nederlands door M. D’Hane- Scheltema, Amsterdam 1998. De citaten van Ovidius in dit artikel zijn ontleend aan dit boek.
- Wikipedia: ‘Pyramus en Thisbe’, geraadpleegd: 5 april 2024
Comments