top of page
Foto van schrijverPaul Bröker

De Maagd van kanselier Nicolas Rolin en de miniatuurwereld van Jan van Eyck    


Detail Jan van Eyck, De Maagd van kanselier Rolin


Inleiding 

De Maagd van Kanselier Rolin – Toen ik in 2021en 2023 in het Louvre was heb ik het schilderij gemist, het werd gerestaureerd. Ruim drie maanden geleden vernam ik op internet over de  tentoonstelling Revoir Van Eyck, La Vierge du chancelier Rolin die in het Louvre in verband met het gereedkomen van de restauratie werd georganiseerd. Ik heb meteen toegangskaartjes gekocht. Wat later las ik in de NRC het artikel van Bram de Klerck dat was getiteld: Restauratie 'De Maagd van kanselier Rolin' is een evenement van de eerste orde. Dat was het zeker! Niet in het minst omdat ik het schilderij in een mooiere conditie zag dan ooit daarvoor, maar ook omdat er andere schilderijen van Jan van Eyck werden getoond en een hele reeks meesterwerken van beroemde tijdgenoten van over de hele wereld die ik nog niet eerder 'life' had gezien.

Jan van Eyck, De Maagd van kanselier Rolin / Madonna met kanselier Rolin, olieverf op paneel: 66 x 62 cm., ca. 1436, Musée du Louvre, Parijs 


Nicolas Rolin    

Rogier van der Weyden (toegeschreven), detail van de opdrachtminiatuur in de Chroniques de Hainaut, Geschiedenis van Henegouwen, 1446-1447,  


Nicolas Rolin in het donkerblauw achter de Bourgondische hertog Filips de Goede (in het zwart) en links in het rood Jean Chevrot, Bourgondisch staatman en bisschop van Doornik onder Filips de Goede. De opdracht voor de Chroniques de Hainaut  werd gegeven door Filips de Goede. Op de opdrachtminiatuur wordt het boekwerk door de schrijver aangeboden aan de hertog. Achter de schrijver zijn een aantal hoogwaardigheidsbekleders bij deze plechtige gebeurtenis aanwezig. Zij dragen, net als de hertog de ordeketen van van het Gulden Vlies, de orde die door Filips de Goede was ingesteld. 

              Detail van de opdrachtminiatuur in de Chroniques de Hainaut


Nicolas Rolin (Autun 1376-1462) was snel opgeklommen in de politieke hiërarchie van de Bourgondische hertogen. Onder Filips de Goede (hertog 1419-1467) werd hij in 1422 benoemd tot kanselier van Bourgondië, de belangrijkste functie onder de hertog in het Bourgondische rijk. Hij wordt beschouwd als de grote man achter de politieke successen van Filips en wordt omschreven als de meest getrouwe raadgever en de belangrijkste diplomaat van de hertog op het Europese diplomatieke toneel. Hij was een van de opstellers van de Vrede van Atrecht in 1435.


De mecenas Nicolas Rolin

Nicolaas Rolin was afkomstig uit Autun in Bourgondië. Zijn zoon Jean werd in 1436 bisschop van die stad. Nicolas Rolin moet een vermogend man zijn geweest. Vader en zoon Rolin droegen de kunsten een warm hart toe. De collectie gotische beeldhouwwerken en schilderijen in het Musée Rolin in Autun kwamen voor een groot deel tot stand dankzij hun mecenaat.

   

Rogier van der Weyden, detail van het portret van Nicolas Rolin op de achterkant van een van de zijluiken van het Laatste Oordeel, 1445-1450,

Hôtel Dieu de Beaune, Beaune, Bourgondië, Frankrijk.


 De belangrijkste stichtingen van Nicolas Rolin bevinden zich in de stad Beaune, niet ver van Autun. Daar stichtte hij in 1443 het vermaarde Hôtel-Dieu - Hospices de Beaune, een liefdadigheidsinstelling waar armen, zieken, ouderen en wezen gratis werden verzorgd. Voor de kapel van de ziekenzaal van dit enorme complex liet hij door Rogier van der Weyden het vermaarde Laatste Oordeel-altaarstuk (1445-1450) vervaardigen.

Deze liefdadigheid, de grootschalige opdrachten en stichtingen van Rolin moeten in verband worden gebracht met één groot doel: de hoop op beloning die hem zou wachten in de hemel! In de bewaard gebleven tekst van de stichtingsakte van het Laatste Oordeel in Beaune maakt Rolin duidelijk wat zijn achterliggende intentie was. In die akte laat hij weten dit te doen ‘in het belang van mijn zielenheil, met de wens om door mijn handelen de aardse goederen die ik aan Gods goedheid te danken heb, in te ruilen tegen de hemelse’.


In 1435 gaf de kanselier Jan van Eyck opdracht voor het schilderij Madonna met kanselier Rolin. Het was bestemd voor de familiekapel in de Notre-Dame du Châtel in Autun (In 1794 verwoest tijdens de Franse Revolutie) waar missen werden opgedragen voor overleden familieleden. Ook Nicolas Rolin werd in die kapel begraven.

 Jan van Eyck, De Maagd van kanselier Rolin / Madonna met kanselier Rolin, olieverf op paneel: 66 x 62 cm., ca. 1436, Musée du Louvre, Parijs                                                                        

De Maagd van kanselier Rolin / Madonna met kanselier Rolin, beschrijving en betekenis van het schilderij 

Bij de beschrijving van het schilderij richt ik mij vooral op twee zaken. Dat is allereerst de betekenis van het onderwerp voor de opdrachtgever. Daarbij gaat het vooral over de hoop van Rolin op een goed leven na de dood ‘in het belang van mijn zielenheil’ lazen we al in de aangehaalde stichtingsakte.

Als tweede dwingt het schilderij mij te schrijven over de kunsthistorische betekenis van het schilderij. Hierbij richt ik mij vooral op het uitzonderlijke vermogen van Van Eyck om de dingen op het schilderij bedrieglijk echt en met onwaarschijnlijk scherpe details in beeld te brengen.

Verspreid over dit artikel staan de twee genoemde aandachtspunten af en toe een eind uit elkaar en komen de twee richtpunten op verschillende plaatsen terug. U doet er daarom goed aan om beide zaken steeds goed in gedachten te houden. 

U weet wel dat ik, als het even kan bij een schilderij graag uitweid over de betekenis en symboliek van een kunstwerk. Daarmee ben ik met het schilderij van De Madonna van Nicolas Rolin vlug klaar! De betekenis van de voorstelling voor de opdrachtgever ligt in het geloof dat Maria de belangrijkste beschermster is voor de mensen op aarde én de meest invloedrijke bemiddelaarster bij haar Zoon wanneer er een definitief oordeel wordt geveld over het doen en laten van de mensen. De kanselier knielt vanaf een bidstoel voor de madonna en met gevouwen handen smeekt hij haar hem op aarde te beschermen voor onheil en zijn voorspreekster te zijn bij haar Zoon wanneer hij bij het Laatste Oordeel over hem oordeelt. Op het schilderij laat Jezus zien dat hij haar voorspraak heeft gehoord en hij zegent de opdrachtgever. Al met al een buitengewoon passend onderwerp voor een schilderij dat was bestemd voor de plaats waar de opdrachtgever lag begraven en waar werd gebeden voor de ziel van de overledene.

Jan van Eyck, Madonna met kanunnik Joris van der Paele, olieverf op paneel: 122,1 x 157,8 cm., 1436, Groeningemuseum, Brugge


Op een soortgelijk schilderij van Jan van Eyck als de Madonna met kanunnik Joris van der Paele knielt de in het wit gehulde opdrachtgever Joris van der Paele voor de madonna. Zijn gebed tot Maria heeft dezelfde intentie als het gebed van Nicolas Rolin: ook Van der Paele smeekt Maria om bescherming en voorspraak. Maar dit schilderij zit boordevol symboliek. Ik zou wat dat betreft uitgebreid kunnen schrijven over de twee heiligen, de parkiet in de handen van Jezus, het beeldhouwwerk op de voorkanten van de leuningen van de troon van Maria en het beeldhouwwerk op de kapitelen.

Op het schilderij van Nicolas Rolin missen we zijn patroonheilige, attributen en ook andere vormen van symboliek. We zagen al dat we de achterliggende bedoeling van het schilderij vooral moeten zoeken in de vrij algemene en veel voorkomende betekenis die de voorstelling heeft met betrekking tot eeuwige zaligheid.

Een geschikt uitgangspunt bij de beschrijving van het schilderij lijkt mij het imitatie beeldhouwwerk van de reliëfs linksonder de linker boog van de arcade achter Maria en Rolin. We zullen zien dat de betekenis van de reliëfs goed aansluit bij de algemene betekenis van het schilderij voor de plaats waar de doden werden begraven: alleen God kan de mensen verlossen van de aardse dood. Daarnaast vormen de reliëfs ook een goed uitgangspunt om te kunnen benadrukken waarom juist dit schilderij op kunsthistorisch gebied zo belangrijk is.

De drie Oudtestamentische verhalen zijn goed te duiden door de uiterst precieze en scherpe manier van voorstellen van de taferelen en de bedrieglijk natuurgetrouwe wijze waarop Jan van Eyck de materie imiteert van het steen waarin de reliëfs zijn uitgehouwen.

Helaas gaat door de flinke uitvergroting van het detail de originele scherpte wat verloren. Dat probleem neem ik maar op de koop toe, omdat ik meen dat die vergroting sommige delen van het reliëf net nog wat beter 'leesbaar' maakt.


1. In het eerste figuratieve reliëf vanaf de linkerkant herkennen we de verdrijving van Adam en Eva. Links op dat reliëf bedreigt de engel met opgeheven zwaard Adam en Eva en dwingt hen het paradijs te verlaten. (Genesis 2: 23-24) Angstig kijkt Eva achterom naar de engel. Adam beschermt zijn hoofd tegen het zwaard en laat zien dat hij zich na de zondeval bewust werd van zijn naaktheid. Schaamtevol bedekt hij zijn geslachtdeel met zijn hand. 

2. Het reliëf in het midden toont links het offer van Kaïn en Abel. Wanneer u goed kijkt ziet u helemaal links op dat reliëf Kain die een bundel korenaren voor zich uit houdt. Rechts daarvan offert Abel het eerstgeboren lammetje van zijn kudde. God steekt zijn handen uit om het offer van Abel in ontvangst te nemen. Het offer van Kain wordt geweigerd omdat zijn intentie niet goed zou zijn. Direct rechts van die voorstelling doodt Kain zijn broer met een stok. (Genesis 4: 3-7)

3. Het reliëf rechts laat zien wat er na de zondvloed zoal gebeurde. Op de voorgrond ligt Noach languit op de grond. Hij was dronken en ligt nu zijn roes uit te slapen. Een van zijn zonen bedekt de naaktheid van zijn vader. (Genesis 8:20-26) Boven het hoofd van Noach zien we de ark, hier een klein bootje. Hij ziet een duif die met een takje in zijn snavel komt aanvliegen. De langdurige regenval is opgehouden, het water is gezakt en er kunnen blijkbaar weer gewassen op aarde groeien. Noach dankt God op zijn knieën omdat hij hem en zijn familie heeft gespaard. (Genesis 8)

De betekenis van de verhalende voorstellingen op de reliëfs sluit aan bij de rol van de madonna als beschermster en voorspreekster van de mensen. Het komt erop neer dat met de voorstellingen in beeld wordt gebracht dat Adam en Eva uit het Paradijs werden verdreven omdat zij de geboden van God niet opvolgden. Hierdoor kwam de dood over hen en al hun nakomelingen. Abel wordt gedood door zijn broer en is de eerste in de geschiedenis van de mensheid die de gevolgen van de zonden van zijn ouders ondervindt. Het laatste reliëf laat zien dat mensen als Noach die leven naar Gods geboden door God kunnen worden gered van een eeuwige dood. Als enige wordt Noach met zijn familie gespaard voor de gevolgen van de zondvloed. Alle andere mensen komen om.


 Bij de beschrijving van het schilderij ben ik met de bespreking van de reliëfs begonnen omdat Jan van Eyck op die ruime vierkante centimeter die elk reliëf groot is het voor elkaar krijgt zo scherp te schilderen dat de drie Bijbelse episoden goed zijn te herkennen. Laten we bij het vervolg van de beschrijving van het schilderij ons vooral richten op de vraag of de kunstenaar dat weet vol te houden op de rest van die kleine halve vierkante meter van het schilderij.


Door de geringe voorgrond wordt de indruk gewekt dat de prachtige gepolijste natuurstenen tegelvloer over de lijst doorloopt naar de plaats waar wij ons bevinden. Slechts enkele tegels scheiden ons van de hoofrolspelers. Door die positie kan de beschouwer het gevoel overkomen zich in dezelfde ruimte te bevinden als de kamer waarin de madonna en de opdrachtgever zich ophouden. De kamer wordt omgeven door drie arcades en de glimmende en geaderde zuilen waarop de bogen van de arcades rusten.

Rolin heeft plaatsgenomen achter een gebedsstoel die is overdekt met een prachtig blauw kleed met blauwe ingeweven patronen. Op het kussen voor hem ligt zijn opengeslagen gebedenboek. De blik van de kanselier is heel intens op Maria gericht. Zijn gefronste wenkbrauwen bevestigen dit. Ook zijn lichaam en de gevouwen handen richten zich op Maria.

Rolin draagt een typisch Italiaans bruin-auberginerood brokaat kleed waarop we met gouddraad ingeweven patronen zien. De mantel is zowel rondom de hals als bij de polsen en aan de onderkant afgezet met bont.

De haartjes van het bont zijn werkelijk haartje voor haartje te tellen. Daarbij heeft de kunstenaar het ook nog voor elkaar gekregen om de verschillende kleuren van de vlekken op de vacht en de lichtval op de haartjes overtuigend weer te geven. Heel anders, veel virtuozer, volmaakter dan Rogier van der Weyden het tien jaar later deed op het portret van Rolin op het Laatste Oordeel-altaarstuk in Beaune (zie hierboven).

In het gezicht treffen we de gelaatstrekken aan die we al kennen van andere portretten van Rolin. De typerende kenmerken van zijn gezicht werden door Van Eyck tot in de kleinste details weergegeven: de aders op de zijkant van zijn hoofd, de rimpels in het voorhoofd, de plooien in zijn hals, de ingevallen huid van de wangen, de hangende huid onder de kaaklijn en de slapper wordende huid onder de kin … het zijn de uiterlijke kenmerken van het gelaat van de ouder wordende kanselier. Van Eyck streefde naar een realistische weergave van het gezicht van Rolin. Daar wilde de kunstenaar blijkbaar geen concessies aan doen. Gelukkig is de opdrachtgever daarin meegegaan tot en met de oneffenheden of pukkels bij het linker neusgat De mensen die Rolin kenden zullen de geportretteerde gemakkelijk aan zijn portret hebben herkend. Opvallend is het merkwaardige kapsel met de hoog opgeschoren haren van Rolin. Van Eyck had ook oog voor de stoppeltjes van de doorgroeiende hoofdharen van de opdrachtgever en ook voor die van zijn baard en van de snor.

Maria draagt een schitterende wijde dieprode mantel. Zij kijkt niet naar de opdrachtgever die haar om bijstand heeft verzocht. Zij heeft zijn gebed gehoord en richt zich op haar beurt tot haar zoon.


Op de zitting van de bank waarop Maria heeft plaatsgenomen ligt een blauw kussen. Op de plaats waar de madonna op het kussen zit is het een beetje ingezakt. Achter Maria is door haar gewicht op de voorkant van het kussen, het deel van het kussen achter haar wat van de houten bank omhooggekomen. Een kleinigheid natuurlijk, maar wat een opmerkingsvermogen laat Van Eyck op dit kleine onbenullige detail zien.

De oppervlakte van het met gouddraad geborduurde bloemmotief ligt voor het oog een krappe millimeter hoger dan de blauwe stof van het kussen.


Boven Maria is een engel verschenen. In de handen draagt de hemelbode met ogenschijnlijk gemak een forse kroon; met zijn verbijsterende nauwgezetheid het absolute pronkstuk van het schilderij en een topstuk van laatgotische goudsmederij en edelsmeedkunst … mocht die kroon echt hebben bestaan. De engel staat op het punt om de kroon op het hoofd van Maria te plaatsen om haar te kronen tot Koningin van de Hemel. Tot op de kleinste millimeter zijn het goud en de robijnen, saffieren en parels haarscherp weergegeven. Het goud, de edelstenen en de parels lijken echt massa te hebben. Daar komt nog bij dat ze het licht weerkaatsen naar gelang hun eigen positie ten opzichte van de lichtbron. Vooral op de parels is goed te zien dat de schaduw op de ene parel vaak net even iets anders is dan op een andere parel iets verderop.

De hoekige plooien van de mantel van Maria typeren de dikke zijden stof. De geheel omzoomde mantel is al even kostbaar afgewerkt als de kroon met gouddraad, parels, robijnen en saffieren. Wanneer u het schilderij in het museum ziet en naar het gouddraad kijkt zal u opvallen dat de gouden draden van de zoom vaak draadje voor draadje van elkaar zijn te onderscheiden.

Jezus zit op de schoot van zijn moeder. Hij heeft geen kleertjes aan. Om haar kostbare kleding schoon te houden heeft Maria een witte doek onder de billen van Jezus gelegd. Hij houdt een kruis op een wereldbol in de handen. Het gouden kleinood is al even mooi versierd als de kroon, met prachtige ingelegde edelstenen en parels.

Jezus heeft het verzoek van zijn moeder als bemiddelaarster tussen hem en de opdrachtgever verhoord en zegent hem. Dit bevestigt de rol van Jezus. Met de fraai doorzichtige wereldbol met daarop een kruis wordt hij voorgesteld als Salvator mundi, als Verlosser van de wereld. Door zijn kruisdood heeft hij de mensen gered van de dood. Daarop is de hoop van Rolin gevestigd.


De hemelse personen en de opdrachtgever bevinden zich in een ruimte van een versterkt kasteel die uitzicht biedt op een rivier en op een stad en een weids landschap dat uitloopt in een bergmassief. Tussen de zuilen door hebben zij zicht op een geplaveid tuintje met bloeiende planten. De bloemen in de perken staan er zo fris en levensecht bij dat je de neiging krijgt ze te plukken om binnen in een vaas te zetten. De details van de bloemen, de lichtval en ook de schaduwkanten, de nerven van de bladeren: het is allemaal weergegeven met dezelfde liefde en geduld voor detail en de drang om het op het schilderij zo natuurgetrouw mogelijk weer te geven.  

Tussen de perken zijn twee eksters op zoek naar wat eetbaars. Rechts van de witte bloemen zien we nog twee treden van een trapje dat naar een weergang leidt. Dat is een omloop aan de binnenzijde van een vestingmuur of van een verdedigbaar bouwwerk of stad. In dit geval maakt de weergang onderdeel uit van de verdediging van het kasteel. Bij een aanval op het kasteel konden de boogschutters zich gemakkelijk op de weergang verplaatsen naar de kantelen met de borstweringen en de schietgaten waar hun aanwezigheid gewenst was.


Nu is het rustig op de weergang. Een pauw kijkt kalm naar de twee mannen die wij op de rug zien. Vanuit het schietgat links wordt het dier in de gaten gehouden door een soortgenoot, een vrouwtje. Twee mannen kijken uit over een rivierlandschap. Die mannen zijn op het schilderij zo'n drie centimeter groot. Laten we maar eens kijken wat zij vanaf hun hoge positie zoal kunnen zien.

Wanneer ze er oog voor zouden hebben kunnen de mannen links en rechts een stad zien waar een rivier dwars doorheen loopt. De stadsdelen worden door middel van een brug met elkaar verbonden. Boven de gevouwen handen van Rolin en de blonde krullen van Jezus zien we heel minutieus de stenen huizen van de rijke inwoners en de vele kerken. De bewoner van het kasteel zal wel de heerser zijn over de stad en het platteland daaromheen.

Het realisme van de stad en het landschap is zo overweldigend dat men vooral met behulp van de kerken en de torens tevergeefs heeft gezocht naar een bestaande plaats.


Door het schietgat rechts van de man in de blauwe mantel kunnen we naar beneden kijken…

… Langs de oever van de rivier is een versterkte muur met torens gebouwd. Vanaf de vierkante toren zijn de weergang en de kantelen bereikbaar. Van daaruit kon weerstand worden geboden aan aanvallen van de vijand vanaf het water. De straat rechts van de vierkante toren loopt naar het kasteel van waaruit de mannen op de weergang naar beneden kunnen kijken.

Vanaf de weergang zijn heel wat bloemen en planten langs de muur met de kantelen opgeschoten. De man in het rood buigt zich voorover. Hij zal wel getroffen zijn door iets wat hij op straat ziet of door de algehele bedrijvigheid in die straat.


Tot het diep in het landschap gelegen bergmassief kunnen de twee personen op de voorgrond vanaf de weergang van het kasteel over de rivier en de oevers kijken. Zij zien de minuscuul afgebeelde personen op de zandwegen links en rechts van de rivier de stad naderen en anderen die alweer op weg zijn naar huis.


Op de brug over de rivier lopen mensen en ook paarden en ezeltjes van het ene naar het andere gedeelte van de stad. De kleuren van de kleren van de mensen zijn nog goed te zien. Op de rivier is er ook genoeg te bekijken. Voor de derde boog van links en ook direct achter de brug zien we schippers hun passagiers over de rivier zetten. In het midden van de rivier ligt een eiland met een burcht die ook deel uitmaakt van de verdedigingswerken van de stad en het kasteel. Links achter het eiland is een schuitje met twee opvarenden bezig met de overtocht. Naarmate we met onze blik dichter bij het rotsgebergte in de achtergrond komen zien we dat Van Eyck het landschap en de mensen en bijvoorbeeld de bootjes niet alleen kleiner, maar ook steeds vager afbeeldt: de contouren worden minder scherp en de kleuren van hun kleren vervagen en we zien minder details; de mensen worden zwarte schimmen. Wanneer onze blik over de rivier dwaalt moeten we daarom steeds beter kijken om dingen te kunnen onderscheiden, maar dan zien we op de plaats waar de rivier een grote bocht naar rechts maakt, links, net iets boven de uitstekende punt dat zich op een minuscuul ogend bootje vijf of zes opvarenden bevinden. Natuurlijk zijn het niet meer dan streepjes zwarte olieverf, maar onze ogen maken van die streepjes vanzelf menselijke figuren die zich in het bootje bevinden. En het landschap loopt maar door. Tot in de verte zien we nog steeds zichtbare dingen: dorpjes met huizen, boerenhoeves, kastelen en kerktorens. Totdat we slechts nog maar vormen zien van het bergmassief waar de rivier ergens zijn bron zal hebben. In de achtergrond vervaagt alles in een lichtblauwe en grijze eenheidskleur. Jan van Eyck heeft hier voorgesteld wat wij in werkelijkheid met onze ogen waarnemen wanneer we uitkijken over een weids landschap dat doorloopt tot de einder.


We moeten ons realiseren dat we hierboven naar een foto kijken die groter is dan hetzelfde deel op het schilderij. Een Franse kunsthistoricus typeerde het eiland met de burcht in 1910 enigszins overdreven als ‘een eiland kleiner dan de vingernagel van een kind’. Sommige details van hetgeen wij op de vergroting zien zijn met het blote oog nauwelijks waarneembaar. Het kan toch haast niet anders dan dat de kunstenaar het heeft geschilderd met een penseel met één verstevigd dun haartje en met behulp van een vergrootglas … maar als dat al het geval is, dan nog is de vakbekwaamheid van deze prestatie nauwelijks te bevatten.


De sublieme nabootsing van de werkelijkheid en zeker nadat bij de restauratie het eeuwenoude en donker geworden vernis werd vervangen schitteren de kleuren zowel letterlijk als figuurlijk alsof Van Eyck ze zojuist op het paneel heeft aangebracht. We kunnen constateren dat de kunstenaar tot in de kleinste details alles onwaarschijnlijk scherp heeft geschilderd. En wanneer hij dat niet doet geeft hij heel bewust de diepte aan zodat wij ervaren dat een deel van het landschap verder van ons gezichtspunt is verwijderd. Dat zullen die twee mannen op de weergang ook zo ervaren wanneer zij werkelijk vanaf die weergang in de verte turen.

Wanneer de hoofrolspelers op het schilderij even de tijd nemen om naar buiten te kijken zullen ook zij genoten hebben van het schitterende panorama dat zich voor hun ogen ontvouwt. Dat alles maakt dit kunstwerk zo geliefd bij iedereen die de tijd neemt om dit wonder in het Louvre te aanschouwen. Van Eyck heeft een spiegel van een schitterende werkelijkheid geschapen.


Ernest Gombrich (1909-2001) die tot in de veertiende druk van zijn onvolprezen overzicht van de kunstgeschiedenis Eeuwige Schoonheid (1992) nog blijk geeft aanhanger te zijn van de mythe van de Italiaanse kunsthistoricus Giorgio Vasari (1511-1574) dat Jan van Eyck de uitvinder zou zijn van de olieverfschilderkunst, formuleerde het als volgt: “Van Eyck bereikte de illusie van de werkelijkheid door geduldig detail bij detail te voegen totdat zijn hele schilderij als het ware een spiegel van de zichtbare werkelijkheid was geworden. Dit verschil tussen de Noordelijke en de Italiaanse kunst bleef gedurende vele jaren van belang. Men kan altijd veilig gissen, dat een werk dat uitmunt in de afbeelding van het mooie oppervlak der dingen, bloemen, juwelen of stoffen door een kunstenaar uit het Noorden is gemaakt, terwijl een schildering met scherpe contouren, een overtuigend perspectief en beheersing van de bouw van het menselijke lichaam Italiaans zal zijn. Om in zijn intentie te volharden de werkelijkheid met alle details als het ware een spiegel voor te houden, moest Van Eyck de techniek van de schilderkunst verbeteren. En zo werd hij de uitvinder van het schilderen met olieverf.” Alleen op dat laatste valt dus wel wat af te dingen!

Een schitterend panorama


Gebruikte literatuur


  • Prof. Dr. A.H. Cornette, Jan van Eyck en O.L. Vrouw met den kanselier Rolin, in Elseviers Geïllustreerd Maandschrift, Jaargang 48, 1938

  • E.H. Gombrich, Eeuwige Schoonheid, veertiende geheel herziene en uitgebreide druk, Houten 1992

  • Om iets te weten van de oude meesters’ De Vlaamse Primitieven – herontdekking, waardering en onderzoek, redactie: Bernhard Ridderbosch en Henk van Veen, Nijmegen 1995, p. 39-45

  • Joke Wolf, dagblad Trouw: Jan van Eyck schiep hele werelden op een postzegel, 15 april 2022

  • Bram de Klerck, Restauratie 'De Maagd van kanselier Rolin' is een evenement van de eerste orde, NRC, 2 mei 2024


P.S. Omdat sommigen zich via e-mail afvroegen of zij het artikel van afgelopen week zaterdag hebben gemist herhaal ik mijn opmerking onderaan het artikel van twee weken geleden:


Om wat meer armslag te hebben om er af en toe een paar dagen op uit te trekken zullen de nieuwe artikelen gedurende de komende zomermaanden eenmaal in de twee weken verschijnen. Dit is mede ingegeven door het feit dat de artikelen in deze periode duidelijk minder worden gelezen.

Het eerstvolgende artikel zal op 29 juni (vandaag dus) verschijnen en naar mijn huidige planning zal na 21 september de regelmaat van een artikel per week weer worden hervat.


Mede namens Jantje wens ik u na al die regen een aantal mooie zomerdagen toe ... we hebben wat dat betreft allemaal nog wel wat te goed! Dat schreef ik dus twee weken geleden. De afgelopen dagen hebben we al best wat ingehaald en ook vandaag wordt het een mooie dag.

 

Met vriendelijk groet,

Paul Bröker





375 weergaven

Comments


bottom of page