…maar vooral over die heilige uit Assisi !
Wellicht een beetje laat om er vandaag nog aandacht voor te vragen. Het was tenslotte afgelopen week zaterdag al een paar dagen geleden dat het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen na een verbouwingsperiode van elf jaar weer open ging voor publiek. De actualiteitswaarde was natuurlijk groter geweest wanneer ik daarover afgelopen week had geschreven!
Ook voor het tweede en derde onderwerp geldt dat het beter was geweest wanneer ik daaraan een week geleden aandacht had besteed. Het zou een paar dagen later immers 4 oktober zijn, de feestdag van Franciscus én Dierendag!
Laten we eens kijken hoe in één artikel een en ander rechtgezet kan worden. Hierbij moeten de drie onderwerpen natuurlijk wel logisch in dit ene stukje worden ingepast! Dat is bij nader inzien niet zo moeilijk! We zullen zien dat het een welbewuste keuze is geweest om Dierendag te laten samenvallen met de traditionele feestdag van Franciscus én dat het museum in Antwerpen een schitterend schilderij met Franciscus in de collectie heeft. Voilà!
Biografieën van Franciscus
De franciscaner monnik Thomas van Celano (ca. 1200 - 1270) heeft Franciscus van Assisi (1181/82-1226) persoonlijk gekend. Rond 1228 schreef hij de eerste biografie van de ordestichter van de franciscanen. In 1245 werd die gevolgd door een tweede levensbeschrijving van zijn hand. Daarin wordt verhaald over wat er gebeurde in de laatste twee jaar van het leven van de heilige tot aan zijn dood. In 1254 verscheen er een derde boek van Celano over Franciscus. Hierin zijn een groot aantal wonderen van de heilige bijeen gebracht.
Een tweede belangrijke biografie van Franciscus werd geschreven door Bonaventura (1221-1274): de Legenda major et Legenda minor S. Francisci (1257-1273).
Hoewel de biografie van Celano ouder is en Bonaventura veel overneemt uit de geschriften van Celano heeft de biografie van Bonaventura meer gewicht.
Celano is overigens ook de schrijver van Dies Irae. Luister eens naar deze schitterende Gregoriaanse versies van het lied van de Dag des Oordeels: https://www.youtube.com/watch?v=Vj7R9LeiJPE en/of https://www.youtube.com/watch?v=qctemcKzz1E Ik kan niet kiezen! Beide uitvoeringen zijn heel verschillend én schitterend en fraai ingetogen. Naar mijn gevoel veel mooier dan de vele Barokke hoempa-uitvoeringen.
Cimabue, detail van portret van Franciscus, onderdeel van de fresco Maria en Kind, engelen en Franciscus, ca. 1270, Onderkerk van de Basilica di San Francesco, Assisi, Italië
Thomas van Celano geeft in zijn werk onder andere een beschrijving van het voorkomen van Franciscus. Hij omschrijft hem als een klein en schriel manneke met een slordige baard en slechte ogen.
Het portret van Franciscus door Cimabue (ca. 1240-1302) in de onderkerk van Assisi is het oerbeeld van de heilige geworden: een wat schuchter ogende man met een pluizig baardje in een eenvoudige bruine pij. In het portret herkennen we wel iets van de typering van het uiterlijk van Franciscus door Thomas van Celano.
Heropening van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen
Wanneer we de veelal lovende artikelen in de kranten lezen is met het vernieuwde Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen (in het persbericht afgekort als KMSKA) veel hersteld van de oorspronkelijke luister van het classicistische gebouw dat in 1893 de poorten opende. Zo vernemen we dat de muren weer in Pompejaans helderrood en groen zijn geschilderd. De ontdekking en opgravingen van Pompeï (vanaf 1748) betekenden immers een nieuwe impuls voor het Classicisme, de stijl die is gebaseerd op de klassieke architectuur en ornamenten.
Ik ben altijd huiverig voor het bewust samenbrengen van kunstvoorwerpen uit geheel verschillende periodes die vaak niets met elkaar te maken hebben en die dan toch een ‘dialoog’ met elkaar moeten aangaan. Zo zag ik op een foto dat in de zaal waar de Aanbidding door de koningen van Rubens hangt ook een aantal pluche kamelen zijn opgesteld. Het schilderij van Rubens moet, zo concludeerde ik op basis van die foto een dialoog aangaan met die grote driedimensionale kamelen. Verondersteld dat de koningen op krokodillen waren aangekomen – er gebeuren wel meer opmerkelijke dingen in Bijbelse vertellingen! – dan had de kunstenaar, om maar iets te zeggen wellicht voor ‘paarse krokodillen’ gekozen! Hoe dan ook: ik ga die dialoog niet aan…of doe ik dat juist wel door er nu over te schrijven!? Ben ik er toch maar weer mooi ingetuimeld!
Rubenszaal met in de achtergrond de Aanbidding door de Koningen van Rubens
met op de voorgrond twee van de vier kamelen van Christophe Coppens, 2022
Ondanks mijn schertsende opmerkingen verheug ik mij erg op een bezoek aan het vernieuwde KMSKA (Ik had er ‘KoMSKA’ van gemaakt, dat bekt toch net iets makkelijker!), eindelijk weer die oude bekenden, de meesterwerken die ik lang niet heb gezien: die meesters van de Vlaamse primitieven, de Barok uit België en de zuidelijke Nederlanden en de modernere Belgische kunstenaars zoals James Ensor, Paul Delvaux, Constant Permeke en Rik Wouters.
Rubenszaal in het KMSKA met links Rubens’ Laatste Communie van Franciscus,
foto 12 februari 2010… de muren zijn beton-grijs en de verwarming in het museum deed het blijkbaar niet meer vlak voordat het museum sloot i.v.m. verbouwing!
De Laatste Communie van Franciscus door Peter Paul Rubens De imponerende Rubenszaal vormt het hart van het KMSKA. Hier hangen belangrijke werken van dé kunstenaar van de Vlaamse Barok, waaronder de Laatste Communie van Franciscus.
Het schilderij werd bij Rubens in opdracht gegeven naar aanleiding van het overlijden van de Antwerpse tapijtenhandelaar Jaspar Charles (1553-1618). Het schilderij was bestemd voor het Sint-Franciscusaltaar, een zijaltaar van de kerk van de Minderbroeders in Antwerpen. Aan de voet van het altaar had de familie van de koopman een familiegraf.
We zullen zien dat het schilderij de stemming rondom het overlijden van Franciscus goed weergeeft. Toch wordt het voorgestelde moment (op het schilderij dient een priester de stervende Franciscus de Laatste Communie toe) in de levensbeschrijvingen van de heilige niet vermeld! Het KMSKA weet natuurlijk ook dat het moment niet voorkomt in de biografieën van Bonaventura en Celano! Het museum legt het onderwerp uit door erop te wijzen dat het Heilig Sacrament van de Eucharistie in de beeldtaal van de Contrareformatie sterk werd gepromoot. Het was wellicht Rubens’ bedoeling om een geliefd christelijk rolmodel met een eigentijdse theologisch leerstelling te verbinden.
Peter Paul Rubens, Laatste Communie van Franciscus,
olieverf op paneel: 266 x 422 cm, 1619, KMSKA, Antwerpen
Wanneer u goed thuis bent in de beeldtraditie van het portret van Franciscus herkent u de heilige wellicht aan zijn gelaat en misschien heeft u ook de stigmata van de heilige opgemerkt. De stigmata zijn de vijf kruiswonden van Jezus. Franciscus’ geestelijke inleving in de kruisdood van Jezus was zover doorgevoerd dat hij de pijn van de wonden van de spijkers in handen en voeten en de wond die met een lans in de zijde van Jezus was aangebracht sindsdien niet alleen werkelijk waarnam, maar ook werkelijk voelde. Hij liep er niet mee te koop! Franciscus zorgde ervoor dat zijn habijt de kruiswonden bedekte ... ook toen hij stervende was! Bonaventura: "... bedekte hij met zijn linkerhand de wonde in zijn rechterzijde opdat men ze niet zou zien."
Wanneer u de heilige al niet aan zijn uiterlijk en aan de stigmata had herkend, zou u de heilige franciscaan ook niet direct aan zijn kloosterpij hebben herkend en ook niet aan het zo typerende koord met de drie knopen! Behalve een lendendoek heeft hij immers niets aan! Hij heeft zijn habijt doelbewust afgelegd. Het ligt rechtsonder, op de treden van de trap. Daar zien we ook het koord met de drie knopen. Een en ander roept de vraag op waarom Rubens Franciscus zo heeft voorgesteld!
Gebeurtenissen rondom het overlijden van Franciscus
De feestdag van Franciscus valt op 4 oktober. Zowel Thomas van Celano als Bonaventura noemen die datum als de sterfdag van de heilige. Celano: “Op zondag 4 oktober in het jaar 1226 na de Menswording van de Heer heeft onze zalige vader Franciscus, twintig jaar nadat hij zich als volmaakt leerling bij Christus had aangesloten, levend in het voetspoor van de apostelen en hun leven navolgend, de kerker van zijn lichaam verlaten.”
Al enige tijd voor zijn dood had Franciscus zijn broeders te kennen gegeven dat hij de armoede tot het einde van zijn leven trouw wenste te blijven. Hij maakte hen duidelijk dat hij in het laatste uur volledig vrij wilde zijn van ieder aards bezit. Precies als Jezus die zich tijdens zijn leven volledig had weggecijferd voor zijn medemens en stervende aan het kruis geen kleren meer om het lijf had, zó wilde ook Franciscus het aardse leven verlaten: naakt, zonder enige bezit, zoals de gekruisigde zelf. Bonaventura: “In alles wilde hij gelijk zijn aan de gekruisigde Christus, die arm, in hevige pijnen en naakt aan het kruis gestorven is. Om die reden had hij in het begin van zijn bekering, na zich van zijn kleren te hebben ontdaan, naakt voor de bisschop gestaan; om die reden wilde hij nu, nu hij aan het einde van zijn leven gekomen was, naakt de wereld verlaten; en om die reden bezwoer hij ook zijn broeders, die aanwezig waren, met een beroep op hun liefde onder gehoorzaamheid hem - zodra ze zagen dat hij gestorven was - zo lang naakt op de grond te laten liggen als iemand zonder haast een mijl zou kunnen gaan.”
detail: Rubens, Laatste Communie van Franciscus
De voorstelling van Rubens sluit aan bij de wensen die Franciscus had uitgesproken over hetgeen er rondom zijn sterven zou moeten gebeuren. Franciscus die zijn hele leven zich had weggecijferd voor anderen en de armoede had gepredikt, de man die de kruiswonden aan zijn lichaam gevoeld heeft, vroeg toen hij zijn einde voelde naderen, aan zijn volgelingen hem uit te kleden; hij wilde niets meer bezitten. Rubens voegde toe dat zijn medebroeders hem oprichten zodat hij knielend, zonder enig bezit, nog één keer de communie kon ontvangen.
Bonaventura: “En toen hij op de grond lag, van zijn armelijk habijt ontdaan, sloeg hij zoals gewoonlijk zijn ogen naar de hemel en terwijl hij zijn hele aandacht en verlangen richtte op de komende heerlijkheid, bedekte hij met zijn linkerhand de wonde in zijn rechterzijde, opdat men deze niet zou zien. Daarna zei hij tot zijn broeders: 'Ik heb het mijne gedaan; laat Christus jullie nu leren wat jullie verder moeten doen.' ”
Bonaventura vermeldt nog: “Toen liet hij zich het evangelieboek brengen en verzocht dat men hem het evangelie volgens Johannes zou voorlezen beginnend bij: 'Zes dagen voor het Paasfeest, toen Jezus wist, dat zijn uur gekomen was en hij naar zijn Vader zou gaan.' (Joh. 13,1).' Zelf begon hij, zo goed als hij het nog kon, de psalm van David te bidden: 'Luid roep ik tot de Heer, smekend richt ik mijn stem tot de Heer (Psalm 142,1-7)', en bad de psalm tot en met het laatste vers: 'De rechtvaardigen zullen mij met vreugde omringen in afwachting dat u mij uw genaderijke gunst verleent.' ”
Op het schilderij van Rubens zijn wij getuige van de laatste momenten uit het leven van de heilige. Links staat een priester met zijn rug naar het altaar. Hij heeft zich naar Franciscus gekeerd, buigt zich voorover en reikt de stervende de hostie aan. De priester wordt bijgestaan door een acoliet die een kaars in de hand draagt. Links van de priester staat een franciscaner monnik met een fakkel.
Franciscus knielt naakt op de trap. Hij wordt omringd door negen medebroeders die allen op hun persoonlijke wijze uitdrukking geven aan hun verdriet. Het verzwakte lichaam wordt door twee van hen ondersteund. Hij krijgt het blijkbaar niet meer voor elkaar het hoofd naar de priester op te heffen, maar zijn ogen zijn naar boven gedraaid, naar de hostie die hem wordt aangeboden.
detail: Rubens, Laatste Communie van Franciscus
"... en terwijl hij zijn hele aandacht en verlangen richtte op de komende heerlijkheid ..."
In het gezicht van Franciscus zien we tekenen van verdriet om het lijden en de pijn van de zware ziekte die hem de laatste maanden van zijn leven kwelde … tranen vloeien uit de roodomrande ogen. Tegelijkertijd lijkt het erop dat er hoop gloort op het gelaat. Behalve het verdriet herkennen we vreugde en blijdschap in zijn blik. Zijn missie is bijna volbracht. Hij weet dat het niet lang meer duurt voordat hij zich met zijn grote voorbeeld in de hemel zal verenigen. We herkennen de woorden van Bonaventura: "...en terwijl hij zijn hele aandacht en verlangen richtte op de komende heerlijkheid..."
detail: Rubens, Laatste Communie van Franciscus
Een rood gordijn hangt voor de raamopening. Door de rechterhoek van het venster kijken wij uit op een bewolkte en enigszins blauwe lucht. Door het venster zweven drie engeltjes naar binnen. Alle drie kijken zij naar beneden, naar Franciscus. De voorste engel draagt een lauwerkrans in de rechterhand. Die krans verwijst naar de grote beloning die de heilige na de dood heeft verdiend: de overwinning op de dood. Door de ultieme navolging van Jezus zal hij, net als Jezus de aardse dood overwinnen en voor altijd in Gods nabijheid zijn.
Franciscus en Dierendag (of Werelddierendag)
In 1929 werd in Wenen een internationaal congres gehouden van verenigingen voor dierenbescherming. Er werd besloten om een internationale datum te prikken waarop wereldwijd aandacht zal zijn voor het welzijn van dieren.
Wanneer we de berichten overzien was het blijkbaar niet moeilijk om tot een datum te komen: de sterfdag van Franciscus! Uit de verhalen over het leven van de heilige spreekt een grote liefde voor alles wat God heeft geschapen. Daarbij vallen de verhalen over dieren bijzonder in het oog. Belangrijk was in die tijd natuurlijk dat Franciscus bij zowel veel katholieken als protestanten een tot de verbeelding sprekende figuur is.
Op 4 oktober 1930 werd in veel landen, ook in Nederland voor het eerst internationaal stilgestaan bij de rechten van de dieren in onze samenleving.
De preek van Franciscus tot vogels
De houding van Franciscus tegenover dieren komt mooi naar voren in het citaat: “Alle schepselen op aarde voelen als wij, streven naar geluk als wij … God wenst dat wij de dieren bijstaan wanneer ze hulp nodig hebben … We hebben een hogere opdracht ze van dienst te zijn wanneer ze ons nodig hebben … Mensen die enig schepsel Gods uitsluiten van hun compassie en medelijden zullen op soortgelijke wijze handelen tegenover hun medemensen.” De aangehaalde woorden van Franciscus zullen velen die zich betrokken voelen bij het welzijn van dieren bijzonder aanspreken.
De liefde van Franciscus voor dieren spreekt uit veel van de verhalen uit de biografieën van Thomas van Celano en Bonaventura. In dit verband wordt vooral gewezen op het verhaal van Franciscus' preek tot de vogels. Het is een van de meest aandoenlijke passages uit het levensverhaal van Franciscus door Celano. In die preek benadrukt Franciscus dat niet alleen mensen, maar ook de dieren tot Gods schepping behoren. In die preek maakt hij de luisterende vogels duidelijk wat God speciaal voor hen in die schepping heeft gedaan:
“Nadat in die tijd velen zich bij de broeders hadden aangesloten, maakte Franciscus een tocht door het dal van Spoleto. Hij kwam in de buurt van Bevagna bij een plek, waar een grote menigte vogels van diverse pluimage bijeen was; er waren duiven, kraaien en nog andere vogels. Franciscus was een man die ook voor de lagere, redeloze schepsels veel genegenheid voelde en ze erg graag mocht. Toen hij die vogels daar zag liep hij er enthousiast naar toe. Maar toen hij er vlak bij kwam, zag hij, dat ze als het ware stonden te wachten om hem te ontvangen. Hij groette hen op de manier waarop hij altijd groette, maar vroeg zich wel verbaasd af, waarom de vogels niet weggevlogen waren, zoals ze altijd doen. Een grote vreugde kwam bij hem op en vriendelijk vroeg hij hen om naar het woord van God te luisteren. Daarna sprak hij hen toe en eindigde zijn toespraak met de woorden: "Mijn broeders, vogels, grote lof moeten jullie brengen aan jullie Schepper en hem altijd van harte beminnen. Hij is het immers, die jullie veren gaf om je te kleden en vleugels om te vliegen en alles wat jullie nodig hebben. Onder de schepselen gaf hij jullie een ereplaats en wees jullie de vrije, zuivere lucht als verblijfplaats aan. Zaaien doen jullie niet, evenmin als maaien. Maar dat is ook niet nodig. Want zonder dat jullie er iets voor hoeven te doen beschermt hij jullie en regelt hij alles voor jullie." Toen begonnen de vogels … op wonderlijke manier op hun eigen wijze hun vreugde te uiten: ze rekten hun halzen, strekten hun vleugels uit, openden hun snavel en keken naar hem. Hij wandelde daarna wat tussen hen rond, terwijl hij met zijn habijt langs hun kopjes en lijfjes streek. Tenslotte zegende hij hen, maakte het kruisteken en gaf ze verlof om weg te vliegen."
Onbekende Florentijns kunstenaar (13de eeuw), toegeschreven aan Bonaventura Berlinghieri (1235-1274), Franciscus preek tot de vogels, detail van een altaarstuk met momenten uit het leven van Franciscus, tweede paneel van linksonder. (c. 1250), tempera op paneel, totaal 160x280 cm, Capella di Bardi, Basilica di Santa Croce, Florence
Schitterend hoe de vogels als in een schoolklasje keurig in vijf rijen staan opgesteld.
Bonaventura Berlinghieri, Franciscus met de voorstelling van zes verhalen uit zijn leven, tempera op hout: 160x123 cm, 1235, Chiesa di San Francesco, Pescia
De preek tot de vogels wordt voorgesteld op het tweede paneel van linksonder. Franciscus maakt het spreekgebaar en houdt het evangelieboek in de hand. Daarmee wordt duidelijk dat hij de boodschap van Jezus verkondigt. De vogels zijn een en al oor!
Giotto di Bondone, De preek van Franciscus tot de vogels, rechter paneel van de predella: ca. 53 x 53 cm. detail van het Altaarstuk met Franciscus die de stigmata ontvangt, tempera op paneel: 313 x 163 cm, vóór 1300, Musée du Louvre, Parijs
Allerlei soorten vogels hebben zich voor Franciscus’ voeten verzameld. Mooi is te zien hoe er nog vogels enthousiast komen aanvliegen; zij willen niets van de preek missen!
Giotto di Bondone (1267-1337), de preek van Franciscus tot de vogels, fresco: 270 x 230 cm, 1297-1300, Bovenkerk van de Basilica di San Francesco, Assisi, Italië
detail: Giotto, Preek van Franciscus tot de vogels
“…Toen begonnen die vogels op wonderlijke manier op hun eigen wijze hun vreugde te uiten: ze rekten hun halzen, strekten hun vleugels uit, openden hun snavel en keken naar hem. Hij wandelde daarna wat tussen hen rond, terwijl hij met zijn habijt langs hun kopjes en lijfjes streek. Tenslotte zegende hij hen, maakte het kruisteken ... ”
De wolf van Gubbio
Ook de legende van Franciscus met de wolf van Gubbio wordt vaak als reden aangevoerd om op 4 oktober stil te staan bij het welzijn van dieren. Celano vertelt het verhaal als volgt:
“Toen Franciscus enige tijd in de stad Gubbio verbleef, dook daar in de buurt een enorm grote, angstaanjagende en bloeddorstige wolf op, die niet alleen dieren, maar ook mensen verslond. En omdat die wolf ook dikwijls in de buurt van de stad kwam, verkeerden alle inwoners van Gubbio in schrik en beven. Ieder die de stad uit moest, deed dat gewapend, alsof er oorlog was. Omdat Franciscus met die mensen te doen had, vatte hij het plan op naar die wolf toe te gaan, alhoewel de mensen van de stad hem dat sterk afraadden. … En ja hoor, bij het zien van al die mensen die gekomen waren om getuige te zijn van het wonder, kwam de wolf met opengesperde muil op Franciscus aanrennen. Maar toen hij vlakbij was, maakte Franciscus een kruisteken en riep hem bij zich met de woorden: “Kom hier, broeder wolf. In Christus’ naam beveel ik je noch mij noch iemand anders kwaad te doen.” En toen gebeurde het wonder. Zodra Franciscus het kruisteken had gemaakt, sloot de wolf zijn bek en hield zijn vaart in; en op het horen van dat bevel ging hij zachtjes als een lam voor de voeten van Franciscus liggen. Toen sprak Franciscus hem aldus toe: “Broeder wolf, je berokkent veel schade in deze streek, en je hebt hier veel onheil gesticht door schepselen Gods te verminken en te doden. En niet alleen heb je dieren gedood en verslonden, maar je hebt je zelfs verstout om mensen, geschapen naar Gods beeld te doden en te verminken. Daarom verdien je de galg als een rover en een gemene moordenaar. Alle mensen beklagen zich over je gedrag en zijn tegen je gekant; en heel deze streek is je vijandig gezind. Maar ik wil vrede sluiten tussen jou en hen, en wel op de volgende voorwaarden: dat jij ze geen kwaad meer zal doen, en dat zij van hun kant jou alles zullen vergeven wat je misdaan hebt en dat ze je niet meer zullen achtervolgen, de mensen niet en de honden niet.”
Giovani di Paolo (1392-1450), Franciscus en de wolf van Gubbio, tempera op paneel, 95 x 58 cm, ca. 1437-1444, National Gallery London.
Het paneel maakt deel uit van het San Sepolcro Altaarstuk waarvan de panelen zijn verspreid over verschillende Musea.
detail: Giovani di Paolo, Franciscus en de wolf van Gubbio
Een flinke groep mensen is voor de stadspoort van Gubbio verzameld. Aandachtig kijken zij toe hoe het contact van Franciscus en de wolf verloopt.
… “Na die woorden gaf de wolf door bewegingen van zijn lijf, zijn staart en zijn oren en door knikken met zijn kop te kennen, dat hij aanvaardde wat Franciscus tegen hem zei en dat hij dat wilde nakomen. Daarop zei Franciscus: “Broeder wolf, daar je deze vrede wilt sluiten en je eraan wilt houden, beloof ik je ervoor te zorgen dat de mensen van deze streek je steeds te eten zullen geven zolang je leeft, zodat je geen honger meer hoeft te lijden; want ik weet heel goed dat je al dat kwaad gedaan hebt, door honger gedreven. Maar omdat ik je die gunst bezorg, wens ik ook dat je mij belooft nooit meer een mens of dier schade te berokkenen. Beloof je me dat?” Toen boog de wolf zijn kop en gaf daardoor duidelijk te kennen, dat hij dat beloofde. Maar Franciscus voegde er nog aan toe: “Broeder wolf, ik wens, dat je me een plechtige verzekering van die belofte geeft, zodat ik er werkelijk op vertrouwen kan.” En terwijl Franciscus zijn hand uitstrekte om een plechtige verzekering van de wolf in ontvangst te nemen, richtte de wolf zijn rechter voorpoot op en legde die voorzichtig in de hand van Franciscus, en gaf hem aldus naar vermogen een plechtig bewijs van trouw. Toen sprak Franciscus: “In naam van Jezus Christus, beveel ik je nu onbeschroomd met mij mee te gaan; dan zullen wij deze vrede in naam van God bekrachtigen.” En heel gehoorzaam ging de wolf als een mak lammetje met hem mee. Vol verbazing zagen de mensen van Gubbio dit alles aan. En als een lopend vuurtje ging dit nieuws door de stad zodat iedereen, groot en klein, man en vrouw, jong en oud, naar de markt toog om de wolf en Franciscus te zien. En toen ze daar allemaal bijeen stonden, ging Franciscus op een verhoging staan en hield een preek voor hen, waarin hij onder andere zei, dat God om de zonden van de mensen zulke rampen toelaat; maar dat de vlammen van de hel, omdat die de verdoemden eeuwig folteren, nog veel erger zijn dan de vraatzucht van een wolf, die alleen maar het lichaam kan doden. Hoezeer moeten wij dus de muil van de hel vrezen, wanneer zoveel mensen al in schrik en beven verkeren voor de muil van een armzalig dier. ”Keert u daarom tot God, allerliefsten en doet oprecht boete voor uw zonden, dan zal God u in dit leven voor de wolf vrijwaren, en in het toekomstig leven voor de hel.” Toen hij zijn preek beëindigd had, zei Franciscus: “Luistert, mijn broeders; broeder wolf die hier voor u staat heeft mij beloofd en plechtig verzekerd vrede met u te willen sluiten en u nooit meer in iets te benadelen, als u hem belooft hem iedere dag te geven wat hij nodig heeft; dan sta ik er borg voor dat hij dit vredesverdrag stipt zal nakomen.” Toen beloofde het volk als uit één mond hem steeds te zullen voeden. En ten overstaan van allen zei Franciscus toen tot de wolf: “En jij , beloof je deze mensen dit vredesverdrag te zullen nakomen, en dat je geen kwaad meer zult doen aan mens of dier of enig schepsel?” Hierop knielde de wolf neer en boog zijn kop, en met vriendelijke bewegingen van lijf en kop en oren gaf hij te kennen, voor zover hij daartoe in staat was, dat hij oprecht van plan was iedere overeenkomst met hen te eerbiedigen. Vervolgens zei Franciscus: “Broeder wolf, ik zou graag zien dat je hier, voor heel het volk, een plechtig teken van je goede trouw geeft, zoals je mij dat buiten de stadspoort gegeven hebt; en dat jij mij, die borg voor je staat, niet te schande zal maken.” Toen hief de wolf zijn rechter voorpoot op en legde die in de hand van Franciscus. En door dit feit en boven vermelde gebeurtenissen raakte het volk zo in bewondering en blijdschap om de vroomheid van de heilige, het uitzonderlijke van dat wonder en de vrede met de wolf, dat allen luid begonnen te jubelen, God prijzend en zegenend, die hun Franciscus had gestuurd om hen door diens verdiensten te bewaren voor de muil van een woest beest.”
detail: Giovani di Paolo, Franciscus en de wolf van Gubbio
“En terwijl Franciscus zijn hand uitstak om een plechtige verzekering van de wolf in ontvangst te nemen, richtte de wolf zijn rechter voorpoot op en legde die voorzichtig in de hand van Franciscus, en gaf hem aldus naar vermogen een plechtig bewijs van trouw.” Rechts boven de kop van de wolf zien we nog delen van een aangevreten menselijk lichaam. Zij vormen de overblijfselen van de laatste prooi van de wolf. Daarachter zien we nog heel wat menselijke resten die tot op het bot door de wolf zijn afgekloven.
Linksonder: Op bevel van Franciscus ondertekent een vertegenwoordiger van Gubbio het contract dat de inwoners van de stad met de wolf hebben gesloten: wanneer de wolf zich aan zijn afspraken houdt, zal de bevolking het dier voldoende te eten geven.
Wanneer mijn kleinzoon oud genoeg is om sprookjes te begrijpen, zal ik hem dit aardige verhaaltje over die wolf ook maar eens vertellen … hoe dan ook: hij krijgt binnenkort een zusje, sprookjes komen heus wel eens tot leven!
Gebruikte literatuur
- Frans Baudouin, P.P. Rubens, Antwerpen, 1977
- Wikipedia, trefwoorden ‘Thomas van Celano’, ‘Bonaventura’ en ‘Dierendag’, geraadpleegd: 7 oktober 2022
- Internet: Celano: Het leven van Sint-Franciscus van Assisi (geen naamsvermelding en plaatsingsdatum vermeld)
- Internet: Bonaventura: Grote Levensbeschrijving van de heilige Franciscus (geen naamsvermelding en plaatsingsdatum vermeld)
Comments