Toen ik alweer een poos geleden ter gelegenheid van de tentoonstelling over Francisco de Zurbarán in Düsseldorf moest zijn, bezochten Jantje en ik daar ook de plaatselijke kerstmarkt. Ik houd niet zo van die vrolijke uitbundigheid op dit soort markten en al helemaal niet van de altijd aanwezige geur van glühwein! Jantje houdt wél van die warme kaneel- en kruidnagelwijn! Hoe dan ook: ik was daar niet zomaar! Ik had al lang een vrij grote kerststal, maar het ontbrak nog aan ‘bewoners’. Ik wilde nu ook wel eens een mooie kerstgroep op de kop tikken. Al bij het eerste stalletje dat wij bezochten was het meteen raak. We zijn natuurlijk nog wel even verder gelopen, maar al vlug waren wij het erover eens: terug naar die eerste kraam, figuren uitzoeken, kopen en vlug wegwezen!
Kerststal ca. 1965, lengte: 155 cm, hoogte 86 cm
de grootste beelden zijn 19 cm, hoog, ca. 2015
Afgelopen zaterdag nam ik eindelijk de tijd om de kerststal in te richten. Jantje hield zich bezig met het optuigen van de kerstboom. Langzaam drong het die dag tot ons door dat ook dit jaar de meeste plannen rondom de kerstdagen en Oud en Nieuw op de schop konden. Dan moeten we het thuis maar wat extra gezellig maken! Ik maak glühwein voor Jantje!
Het Evangelie van Lucas
Het is frappant dat de canonieke evangeliën ons maar heel summier inlichten over de omstandigheden rondom de geboorte van Jezus. Mattheus verwijst er alleen maar naar: “Toen Jezus was geboren te Bethlehem in Judea in de dagen van Herodes… .” (Mattheus 2: 1) Marcus zwijgt volledig over Jezus’ geboorte. Johannes beperkt zich tot een aantal fraaie abstracte zinnen: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. … En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.” (Johannes 1: 1 en 14). In het Oude Testament leren wij God inderdaad alleen maar verbaal kennen. En dan vertelt Johannes ons dat het Woord mens is geworden en onder ons heeft gewoond. Schitterend!
Het Evangelie van Lucas is het meest uitvoerig over een van de belangrijkste gebeurtenissen in de Bijbelse geschiedenis van de mensheid: de geboorte van de Zoon van God. De schrijver besteedt er welgeteld één zin aan: “Terwijl zij daar waren brak de tijd van haar moederschap aan; zij baarde haar eerstgeboren zoon, wikkelde hem in doeken en legde hem neer in een kribbe; want in het nachtverblijf was voor hen geen plaats.” (Lucas 2: 6-7). Dus er was geen plek in de plaatselijke herberg. Vanwege de volkstelling was het natuurlijk druk in Bethlehem.
Mede op grond van de genoemde kribbe heeft men geconcludeerd dat Jezus moet zijn geboren in een overnachtingsplaats voor dieren. Dat zou dan een grot kunnen zijn, maar bijvoorbeeld ook een vervallen gebouw of een houten stal.
Geboorteplaats van Jezus, een grot, ruïne of een houten stal?
Geboorte van Jezus, Russische icoon, 16de eeuw
Een grot
Bij voorstellingen van de geboorte van Jezus op iconen ligt Maria altijd in een rotsachtig landschap voor een spelonk die toegang geeft tot de grot waarin volgens de Byzantijnse traditie Jezus geboren werd. Tegen de donkere achtergrond van de spelonk staan de os en de ezel. Tussen de dieren en Maria zien we de kribbe met Jezus.
Het apocriefe Proto-evangelie van Jacobus (ca. 150 n.Chr.) vermeldt inderdaad een grot als geboorteplaats van Jezus. Het apocriefe Evangelie van Pseudo-Mattheus (7de eeuw) combineert de grot met de stal: “Op de derde dag na de geboorte trad Maria uit de onderaardse spelonk en begaf zich naar een stal en legde haar Zoon in een kribbe…”
Een ruïne
Bij mijn weten zijn er geen oude bronnen die een ruïne vermelden als de plaats waar Jezus ter wereld kwam. Wanneer kunstenaars een vervallen gebouw als geboorteplaats afbeeldden, heeft dat een diepere betekenis. Het gaat dan om de ruïne van de fameuze tempel van de oudtestamentische koning Salomo. Dit symbool van het Oude Verbond èn van het joodse geloof werd in 586 v.Chr. door de Babyloniërs verwoest.
Het christendom kan worden opgevat als een afsplitsing van het jodendom. De Kerk van het Nieuwe Verbond wordt ‘geboren’ op de grondvesten van het oude (joodse) geloof. Op de fundamenten van de tempel van het Oude Verbond wordt Jezus geboren; wordt het nieuwe koninkrijk gesticht en wordt de christelijke kerk ‘gebouwd’. In christelijke gedachten is de periode van Gods verbond met het joodse volk voorbij. Binnen het joodse geloof is Jezus immers niet de door de profeten aangekondigde Messias. De joden geloven ook niet in het offer dat Jezus ter verlossing van de mensheid heeft gebracht.
Met de komst van Jezus op aarde begint het tijdperk van het Nieuwe Verbond. Dit wordt door Jezus bevestigd bij Lucas: “Zo nam hij na de maaltijd de beker en zei: “Deze beker die voor jullie wordt uitgegoten is het Nieuwe Verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.” (Lucas 22: 20)
Geertgen tot Sint Jans, de aanbidding van de koningen,
ca. 1480 - ca. 1485, 91,6x71,8 cm, Rijksmuseum Amsterdam
Een ruïne kan natuurlijk goed dienen als overnachtingsplaats voor dieren. Zeker wanneer men er zoiets als een houten betimmering met een rieten overkapping in had geplaatst zoals we kunnen zien op het schilderij van Geertgen tot Sint Jans.
Franciscus van Assisi en de houten stal
Een houten stal komt in het Westen met grote afstand het meest voor. De basis ligt bij Franciscus van Assisi (1181-1226). Deze prediker van de armoede stimuleerde het overdenken van Gods menswording. Aangedaan door de aardse ellende die Jezus zich ter wille van de verlossing van de mensheid vrijwillig heeft laten welgevallen, vertelt hij onophoudelijk over de armoedige geboorte van de “Koning van het heelal”. Hij kon tot tranen toe geroerd zijn wanneer hij de menselijke misère van dat pasgeboren kindje overdacht en zich het onbedekte en verkleumde lichaam van Jezus in de koude winternacht voor de geest haalde. Gedurende zijn meditatie vroeg hij zich af wat het voor de kleine Jezus moet zijn geweest om geboren te worden vanuit de warme moederschoot op de koude wintergrond. Het lijden van de mens Jezus begon in de gedachten van Franciscus al direct na zijn geboorte. Ook zijn volgelingen hield hij voor, onafgebroken het contrast te overwegen tussen Jezus’ goddelijke natuur en diens menselijke ontberingen.
Om zijn volgelingen zoveel mogelijk bij het geboortedrama te betrekken besloot Franciscus om het kerstfeest in 1223 op een bijzondere manier te vieren. In het bos bij het plaatsje Greccio wilde hij het kerstverhaal in het hart van de mensen opnieuw tot leven laten komen. Hij wilde het verhaal daarom zo realistisch mogelijk voorstellen. Franciscus zal hierbij zeker zijn geïnspireerd door zijn rondreis in het Heilig Land waar hij ook Jezus’ geboorteplaats in Bethlehem had bezocht.
Een van de aandoenlijkste passages uit Franciscus’ levensverhaal door Thomas van Celano (ca.1200-1270), een franciscaan die Franciscus persoonlijk heeft gekend, is de beschrijving van de gebeurtenis met Kerstmis:
“Voortdurend haalde Franciscus, gedurende zijn meditaties Christus’ woorden voor de geest en dacht hij diep na over diens leven. Vooral de nederige manier waarop hij geboren was en de liefde die hij in zijn lijden had laten blijken spraken hem buitengewoon aan. Daarom moet ik u wel in herinnering brengen wat hij twee jaar voor zijn sterven in Greccio op de geboortedag van onze Heer Jezus Christus deed. Ongeveer twee weken voor Kerstmis liet Franciscus broeder Johannes bij zich komen en zei: “Als je wilt dat we dit jaar in Greccio Kerstmis vieren, tref dan de voorbereidingen die ik je vraag. Ik wil de herinnering oproepen aan het kind dat in Bethlehem geboren is en zo goed mogelijk met eigen ogen de pijnlijke en behoeftige omstandigheden zien waaronder het toen te lijden had. Ik wil zien hoe het daar in een kribbe op het stro lag tussen een os en een ezel.” Johannes trof alle voorbereidingen die Franciscus hem had opgedragen. … En toen Franciscus kwam zag hij met vreugde dat voor alles gezorgd was. Men had een kribbe gemaakt met stro en een os en een ezel gehaald. Nu eerde men de eenvoud en zong de lof van de armoede en prees de deemoed. Greccio was een nieuw Bethlehem geworden. De nacht was helder als de dag, een verrukking voor mens en dier. En ze kwamen, de mannen en de vrouwen opgetogen van vreugde bij het zien van de nieuwe manier waarop het geheim werd gevierd … En toen had een deugdzaam man een visioen. In de kribbe zag hij het beeldje liggen dat Franciscus er had ingelegd. Franciscus ging er naar toe en de edelman zag in de geest hoe het als uit een diepe slaap wakker werd. Een toepasselijk visioen! Want in de harten van velen was het kind Jezus immers een onbekende geworden. Maar door Gods genade had Franciscus het in hen weer tot leven gewekt.”
Fresco in een grot in de nabijheid van de plaats waar Franciscus de kerststal had
laten bouwen. De grot werd in 1228 ingericht als een kapel:
het Santuario di Greccio, Grotta del Presepe (Grot van de Kerststal)
Giotto di Bondone, de Geboorte van Jezus, fresco, 1303, Cappella degli Scrovegni, Padua
Detail, Giotto di Bondone, de Geboorte van Jezus
Op het fresco De geboorte van Christus van Giotto zien we nog een combinatie van de grotwand en een houten stal. Die stal is eigenlijk niet veel meer dan een afdakje dat rust op vier palen. Vanuit het kraambed legt Maria het kindje in de kribbe. Op de voorgrond zit Jozef. Links kijken de os en de ezel naar Jezus die in hun voederbak wordt gelegd en rechts kijken de herders met hun schapen naar de engelen boven de stal. Zij stellen de herders ervan op de hoogte dat er die nacht in de stal iets heel bijzonders is gebeurd en dat zij maar eens vlug moeten gaan kijken.
In navolging van Franciscus’ stal in het bos van Greccio ging men er in het Westen steeds meer toe over rondom Kerstmis een kerststal in te richten om zich de armoedige geboorte van Jezus gemakkelijker te kunnen voorstellen. In alle christelijke landen van de wereld heeft de kerststal ingang gevonden.
Veel landen hebben kerststallen met eigen bijzonderheden. Hieronder schrijf ik iets over de traditie bij twee beeldjes die ik van mijn reizen heb meegenomen en die ik elk jaar opneem in de eigen kerststal…al is het alleen maar om de aandoenlijke verhalen daarbij te kunnen vertellen!
el Caganer
Alweer enige tijd geleden was ik vanaf een enkele dag vóór Kerstmis tot en met de dag na Drie Koningen in Catalunya. Men heeft daar wel een heel aparte herder in de kerstgroep opgenomen. Een kerststal in Catalunya is niet compleet zonder dat bijzondere beeldje.
El Caganer in een Catalaanse kerststal in Taüll
De bedoeling is wel dat de herder zich ergens verdekt heeft opgesteld. In dit geval had hij zich keurig aan de zijkant van het stalletje teruggetrokken.
Detailfoto van de kerststal. Het is een klein beeldje, ca. vijf cm. hoog.
De herder is gekleed in traditionele Catalaanse herderskleren.
Tijdens het verdere verloop van onze reis door Catalunya merkten wij dat kinderen er altijd een wedstrijdje van maakten wie het poepertje (ca. 2014) het eerst in de kerststal gevonden heeft.
In oorsprong is onze poeper een vruchtbaarheidssymbool. Veel gebruiken rondom Kerstmis herinneren nog aan Germaanse midwinterfeesten. Na de periode dat de dagen korter worden en de nachten langer, is er ineens een omwenteling: de dagen worden weer langer en de nachten korter. Men vatte dit op als een overwinning van het licht op de duisternis en kwade geesten. Het landbouwseizoen begint weer. Het succes voor de boeren hangt natuurlijk af van de vruchtbaarheid van het land. Door allerlei rituelen kon de vruchtbaarheid en het nieuwe leven op de akker en ook de groei en bloei van de gewassen gestimuleerd worden.
Bij veel oude culturen komen we de verering van een Moeder Aarde godin tegen. De vruchtbaarheid die men bij een vrouw waarnam, werd verbonden met de vruchtbaarheid van de aarde. Zo werd de nacht vóór de winterzonnewende door de Germanen Moedernacht genoemd. Die nacht werd het licht geboren. Het Poepertje in de kerststal is een oud gebruik uit Catalunya. De Catalaan beschouwt zijn land als het land van de vruchtbare aarde. In de Catalaanse cultuur komt veelvuldig het thema van de vruchtbare aarde terug door te praten over de vruchtbare werking van uitwerpselen. Vanuit dezelfde verbondenheid met de aarde zien we in Catalunya ook een obsessie voor voedsel. Een Catalaan kan uren praten over het eten dat hij klaarmaakt en nuttigt. “Eet goed en poep flink, en je zult geen angst voor de dood hoeven te hebben.”, is dan ook een oud Catalaans gezegde.
Baboesjka
Het bekendste Russische kerstverhaal vertelt over Baboesjka. Op een koude winteravond was het oude dametje bezig met de bereiding van een eenvoudige maaltijd toen er werd geklopt. Zij opende de deur en zag drie rijk geklede mannen in de sneeuw voor haar huisje staan; het moesten wel koningen zijn! Zij rilden van de kou en er hingen ijspegels aan hun baarden. In hun handen droegen zij cadeautjes die bedekt waren met sneeuw.
De koningen bij het huisje van Baboesjka, illustratie in een
prentenboek over Baboesjka door Jillian Gilliland
Een van de mannen vertelde dat zij een lange reis achter de rug hadden en dat zij op zoek waren naar de Koning der koningen die onlangs geboren was. Zij wilden hem hulde brengen en geschenken aanbieden. Nu wilden zij zich alleen maar even in haar huisje wat opwarmen om daarna snel hun reis voort te zetten. Hartelijk en gastvrij liet zij de mannen binnen en zette een warm bord soep voor hen neer. Zij vertellen haar het hele verhaal van het doel van hun reis. Baboesjka luistert geboeid naar de verhalen. Wanneer het verhaal ten einde loopt geeft zij te kennen dat zij het pasgeboren kind ook een cadeautje wil brengen. De mannen nodigden haar uit om met hen mee te gaan. Dat wilde zij maar al te graag, maar ze moest nog opruimen en haar huisje schoonmaken. Zij zou op pad gaan wanneer ze klaar was. De ster waarover de mannen hadden verteld zou haar de weg wel wijzen.
Baboesjka op weg met cadeautjes Baboesjka als kerstbal
Nadat mijn Russische collega mijn enthousiasme over het verhaal van Baboesjka had bemerkt kreeg ik van haar op de laatste dag van onze reis een pijpaarden poppetje. Baboesjka staat nu bescheiden aan de zijkant van de kerststal. Samen met het verhaal over el Caganer kan ik vooral kinderen reuze vermaken met vaak smakelijke en hier en daar wat aangedikte verhalen.
Baboesjka met cadeautjes op zoek naar het pasgeboren kind
De naam Baboesjka (Russisch: Ба́бушка) is Russisch voor oma of grootmoeder. Het is mij opgevallen dat baboesjka-poppen in het Nederlands (en ook in veel andere talen) foutief worden aangeduid als matroesjka (Russisch: матрёшка), en andersom. Matroesjka-poppen zijn holle houten poppen die onderdeel zijn van een reeks steeds kleinere in elkaar passende poppen. Iedereen die in Rusland komt neemt wel zo’n setje als souvenir mee naar huis.
Baboesjka deelt cadeautjes uit,
omslag van een geïllustreerd prentenboek met het verhaal over Baboesjka
Mede namens Jantje wens ik u hele mooie kerstdagen toe en alle liefs, goeds én gezondheid voor het nieuwe jaar.
Comentarios