Grieks marmeren votiefreliëf uit het heiligdom van Artemis in Brauron,
van links naar rechts: Zeus (op een troon), Leto, Apollo en Artemis, marmer:
103 x 81 cm., ca. 420-400 v.Chr., Archeologisch Museum, Brauron, Griekenland
Inleiding, Hera en Leto
In het artikel van twee weken geleden zagen we al dat Zeus het niet erg nauw nam met zijn huwelijkstrouw. Hera, zijn zus en vrouw geldt als de meest belazerde vrouw in de klassieke mythologie.
Hera was wel degelijk op de hoogte van de buitenechtelijke relaties van haar man en was daarom voortdurend op haar hoede. Zeus was echter een maatje te groot voor haar om hem eens stevig de maat te nemen. Wanneer Hera haar man met een minnares had betrapt richt haar woede zich op de minnaressen van haar goddelijke echtgenoot en vaak ook op de kinderen die hij bij zijn geliefden had verwekt. Evenals bijvoorbeeld Io, Callisto en Semele en ook de buitenechtelijke kinderen van haar man, zoals Heracles en Dionysius werden ook Leto en haar kinderen genadeloos door Hera achtervolgd.
Leto en Hera
In tegenstelling tot Homerus (ca. 800 - ca. 750 v.Chr.) die een nogal wanordelijk beeld schetst van familiebanden van de goden biedt de Theogonia, Afstamming van de goden van de Griekse dichter Hesiodos (750-650 v. Chr.) samenhangende geslachtslijsten van alle goden. Met enige aanpassingen worden zijn genealogieën nog steeds gehanteerd. De theogonie bestaat uit 1022 verzen en verhaalt over de oorsprong van de wereld en over de omstandigheden rondom de geboorte van de goden.
Volgens Hesiodos is de godin Leto (Latijn: Latona) de dochter van de Titanen Koisos en Phoibe. Toen zij opgroeide was Zeus haar schoonheid opgevallen en merkte Hera dat Leto zwanger was van haar man.
Door wraak gedreven besloot Hera de zwangerschap van Leto en ook de bevalling zo ondraaglijk mogelijk te laten verlopen. Niemand mocht haar helpen en geen enkel land mocht haar onderdak verlenen en niemand mocht haar bijstaan bij haar bevalling. Daar komt nog bij dat Hera de reusachtige slang Python opdracht had gegeven Leto te belagen met als gevolg dat zij door het ondier over de aarde werd opgejaagd.
De bevalling van Leto op het eiland Delos
Ondanks alle tegenwerking slaagde Leto erin een toevluchtsoord te vinden waar zij kon bevallen. Ze was al in barensnood toen het eiland Delos bereid bleek haar op te vangen. Volgens sommige klassieke bronnen had Zeus, die haar noodlottige toestand inzag het eiland uit de zee laten opkomen. Delos was in die tijd een onaanzienlijk eiland dat niet met de bodem van de zee was verbonden en daarom een speelbal was van de golven en de stroming van het water. Het eiland was onvruchtbaar en er woonden geen mensen.
Nadat Hera er niet in was geslaagd Leto ervan te weerhouden een plaats te vinden om te bevallen verbood zij Eileithyia, de godin van de bevalling en een dochter van Zeus én Hera! de Olympus te verlaten. Leto riep Eileithyia daarom tevergeefs aan om haar tijdens de bevalling bij te staan. Als gevolg daarvan leed Leto negen dagen en nachten lang heftige pijnen totdat andere godinnen het welletjes vonden. Zij stuurden Iris naar Eileithyia om haar over te halen Leto bij te staan. Uit angst voor haar moeder twijfelde ze. Ze werd uiteindelijk overgehaald toen haar een prachtige gouden ketting in het vooruitzicht werd gesteld als beloning voor haar diensten. Eileithyia arriveerde nu snel en Leto was eindelijk in staat haar kinderen ter wereld te brengen. Eerst komt Artemis ter wereld, kort daarna gevolgd door Apollo. De tweeling zou uitgroeien tot de meest vooraanstaande goden uit de klassieke mythologie.
Het eiland Delos werd beloond door Poseidon. Met vier zuilen verankerde de zeegod het eiland op de zeebodem en bovendien werd Delos vruchtbaar.
In de Theogonia schrijft Hesiodos over de geboorte van Apollo: "Heer Phoibos (Phoebus) [andere naam voor Apollo, vooral in zijn hoedanigheid van zonnegod], toen de verheven godin Leto u baarde, de mooiste van de onsterfelijken, terwijl ze de palmboom met haar slanke armen omklemde naast het cirkelvormige meer, was heel Delos vervuld met een ambrozijngeur, de onmetelijke aarde straalde, en de diepe uitgestrektheid van de met wit schuim bedekte zee verheugde zich." (Theogonie: 1.5)
Marcantonio Franceschini, de geboorte van Apollo en Artemis ca. 1692-1709, olieverf op doek, 175 x 210 cm., Liechtenstein Museum, Wenen, Oostenrijk
Na de komst van Eileithyia die in de weergave van de Italiaanse kunstenaar Marcantonio Franceschini (1648-1729) op een wolk verschijnt kon de bevalling van de tweeling plaatsvinden.
Het relatief kleine eiland Delos (7 km2) is op het ogenblik een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van Griekenland. Omdat het eiland de geboorteplaats was van de belangrijke goden Apollo en Artemis werd Delos al in de klassieke oudheid vereerd als een heilige plaats. Er waren tempels van Apollo en Artemis. Van de tempel van Artemis staan nog drie zuilen overeind. Klassieke bronnen vermelden ook een cultusplaats van Leto, maar voor zover ik weet is daar niets van teruggevonden.
Brokstukken en drie zuilen van de tempel van Artemis op Delos,
ca. 7de eeuw v.Chr.
Giulio Romano, De geboorte van Apollo en Artemis op Delos, 16de eeuw, Royal Collections Trust, Engeland
Toen Leto van haar goddelijke tweeling was bevallen stuurde Eileithyia maagden naar het eiland die kraambenodigdheden aandroegen en Leto bijstonden gedurende haar kraamtijd.
Op het schilderij van de Italiaanse kunstenaar Giulio Romano (1499-1546) zijn de vrouwen druk in de weer om de moeder en haar pasgeboren kinderen op het krap weergegeven eiland te verzorgen.
Detail van het schilderij van Giulio Romano
Op de voorgrond is een vrouw bezig met het eerste badje van Apollo. De vrouw rechts stapt met Artemis uit het water. De pasgeborene is door de vroedvrouw lekker warm in een doek gewikkeld. Onder een provisorisch opgetrokken overkapping legt een van de vrouwen een kleed over de uitgeputte moeder.
Leto en de Lyciërs
Na de geboorte van Apollo en Artemis was de wraaklust van Hera nog allerminst tot bedaren gekomen. In de klassieke mythologie wordt het verhaal over de lotgevallen van Leto ná de bevalling het meest uitgebreid verteld in de Metamorfosen van Ovidius. Het verhaal was eeuwenlang een belangrijke inspiratiebron voor beeldende kunstenaars … al was het alleen maar door de wonderlijke gedaanteverwisseling die de Romeinse dichter in de Metamorfosen in het verhaal opneemt.
Op de vlucht voor Hera en op zoek naar behoorlijk onderdak voor haar en haar kinderen was Leto in het vruchtbare Lycië beland. Hera had ook de boeren van die streek ten strengste verboden Leto te eten en te drinken te geven en een plaats te bieden waar zij kon uitrusten en zich verfrissen. Uit angst voor Hera joegen de plaatselijke boeren haar steeds weg en “telkens opnieuw moest de jonge moeder vluchten met haar baby’s, dat godentweetal, veilig beschermend in de plooien van haar kleed … doodmoe was zij na die lange lijdensweg, de zon verschroeide het veld en door de zomerhitte was zij uitgedroogd, de tweeling had haar melk gedronken tot de laatste druppel.” (Metamorfosen VI: 337-342) In een diep dal zag zij een meertje waar boeren riet aan het oogsten waren. De mannen stonden gehurkt en met hun handen in het water trokken zij het riet uit de modderige bodem van het meer.
Jacopo Tintoretto (1518-1594), Leto bij Lycische boeren die riet oogsten,
22,6 x 65,5 cm., de Courtauld Institute of Art Londen
Vermoeid en dorstig van haar omzwervingen wil Leto wat van het koele water van het meertje drinken. De boeren die daar aan het werk zijn verbieden haar dat. Leto geërgerd: “Wat! Water weigeren. Is het water niet als lucht en zonlicht van iedereen. Ik vraag u vriendelijk: laat mij begaan. Ik les hier slechts mijn dorst … doe het vooral voor mijn kinderen”.
De boeren luisterden niet haar gesmeek en dreigend lieten zij haar weten dat ze hun land moest verlaten. Ondertussen bleven zij aan het werk met hun handen in de modder van de bodem van het meer. Dan vindt de gedaanteverwisseling plaats! Leto vervloekt hen; ze zullen voor eeuwig in de modder blijven ploeteren en in kikkers veranderen: “Dan blijven jullie maar voorgoed in de modder zwoegen!” De gebiedende vervloeking van de godin komt uit; er vindt een opmerkelijke metamorfose plaats: “De boeren plonzen onder water, duiken met hun hele lichaam, in de vijver, komen weer boven met hun kop, soms enkel met hun neus, klimmen op de oever van het meer en springen weer terug in het water. Maar nog steeds brutaal gebekt. Hun stem wordt nu ook rauw, hun nek wordt dik en opgeblazen, door het schelden wordt hun kwakerbek almaar wijder. Dan zet ook hun kale kop nog uit, hun hals is nu verdwenen, hun rug ziet groen, hun buik, het dikste lichaamsdeel, ziet wit. Zo springen zij in modderplassen rond, nieuwbakken kikkers.” (Metamorfosen VI: 370-381)”
Vanwege hun hardvochtigheid de uitgeputte Leto en de pasgeboren kinderen een rustplaats te misgunnen en zij hen niet toestonden zich te laven aan het water van het meertje, werden de boeren van Lycië getransformeerd in kikkers. Ze zijn nu voor eeuwig gedoemd in modderig water te leven.
Antonio Tempesta, titel op de prent: Agrestes Lycij in ranas abneunt: de wilden van Lycië veranderen in kikkers, uitgegeven in Antwerpen door Pieter de Jode ets: 104 x 117 mm., 1606, Rijksmuseum Amsterdam
De Italiaanse schilder en graveur Antonio Tempesta (1555-1630) maakte een rijk geïllustreerde uitgave van de Metamorfosen van Ovidius met 150 illustraties. Op afbeelding 56 zien we dat al een aantal van de Lycische boeren geheel of gedeeltelijk in kikkers is veranderd.
detail van de ets van Antonio Tempesta
De kikker op de voorgrond doet mij denken aan een deel van het hierboven opgenomen citaat van Ovidius: “… ze komen weer boven met hun kop, soms enkel met hun neus…”
Leto en de Lycische boeren, Jan Brueghel de Oude (1568-1625),
olieverf op paneel: 37 x 56 cm., ca. 1605, Rijksmuseum, Amsterdam
De scene met de kikkers sprak sterk tot de verbeelding van kunstenaars. Zoals zo vaak het geval is bij de Zuid-Nederlandse kunstenaar Jan Brueghel de Oude (1568-1625) gaat ook op dit schilderij het voorgestelde onderwerp nog grotendeels op in het landschap.
detail Leto en de Lycische boeren, Jan Brueghel de Oude
De metamorfose van de man in het rode vest is al ingezet. Hij heeft al duidelijk de kop van een kikker gekregen.
Leto en de Lycische boeren, olieverf op koper: 24,8 x 38,1 cm., David Teniers II, ca. 1640-1650, Fine Arts Museums, San Francisco, Amerika
Ook het gezicht van de man rechts neemt het uiterlijk van de kop van een kikker aan. Hij is nog druk bezig met het oogsten van het riet en heeft niet in de gaten dat zijn hoofd in dat van een kikker aan het veranderen is. De boer links in de schaduw achter Leto heeft een flinke bundel met riet op zijn schouder gelegd.
detail Leto en de Lycische boeren, Jan Brueghel de Oude
Met een woeste blik en een stok in de hand komt de man dreigend op Leto en haar kinderen af. Hij lijkt nog niet in de gaten te hebben dat er iets bijzonders met zijn uiterlijk gebeurt.
In de beeldende kunst van de 16de en 17de eeuw komen we het thema verrassend vaak tegen.
Leto en de Lycische boeren, olieverf op koper: 24,8 x 38,1 cm., David Teniers II, ca. 1640-1650, Fine Arts Museums, San Francisco, Amerika
In het midden van het schilderij van Antwerpse kunstenaar David Teniers II (ca. 1610-1690) zijn drie mannen bezig met het riet uit het meer te oogsten. Rechts spreekt Leto de boeren verdrietig en geërgerd aan op hun gedrag: “Wat! Water weigeren. Is het water niet als lucht en zonlicht van iedereen. Ik vraag u vriendelijk: laat mij begaan. Ik les hier slechts mijn dorst … doe het vooral voor mijn kinderen”.
detail Leto en de Lycische boeren, David Teniers II
Vier mannen komen met hun spades op Leto af. Twee van hen hebben al de kop van een kikker gekregen. Op de grond voor hen komt een aantal in kikkers getransformeerde boeren uit het meer gekropen.
Francesco Trevisani, Leto en de Lycische boeren die in kikkers veranderen, olieverf op koper: 16,1 x 26,3 cm., ca. 1700,
Gavin Graham Gallery, Londen, Engeland
Op het schilderij van de Italiaanse schilder Francesco Trevisani (1656-1746) zit Leto met haar kinderen op de oever van het meer. Op de achtergrond bundelt een van de boeren een flinke hoeveelheid riet in zijn armen. Twee van zijn collega’s komen tussen het riet uit het meer op Leto en haar kinderen af. Zij hebben al een kikkerkop. Tussen het riet kruipt een grote kikker uit het water. Een van de kinderen van Leto kijkt angstig achterom naar het dreigende dier en strekt zijn handen bescherming zoekend uit naar zijn moeder.
Andrea Locatelli, Leto en de boeren van Lycië, olieverf op doek: 71 x 93 cm.,
ca. 1720-1741, Musée d'art et d'histoire de Narbonne, Narbonne, Frankrijk
Ook op het schilderij van de Italiaanse schilder Andrea Locatelli (1695-1741) zit Leto aan de rand van het meer. Bij de man links is de metamorfose in volle gang. Dreigend komt hij nog op Leto en haar kinderen aangelopen, maar zijn hoofd en rechter onderarm en hand hebben al een groene kleur aangenomen en zijn hoofd is al volledig in de kop van een kikker veranderd.
Latona Fontein, Tuinen van Versailles
De fontein werd vanaf 1665 ontworpen door de Franse tuin- en landschapsarchitect André Le Nôtre (1630-1700). Dat was tijdens de regeerperiode van Koning Lodewijk XIV, de Zonnekoning (regeerperiode 1643-1715). In 1686 werd het ontwerp verfraaid en uitgebreid door de ‘architect des konings’ Jules Hardouin-Mansart (1646-1708). Het beeldhouwwerk is van de gebroeders Balthazard en Gaspard Marsy.
Tegen de randen van de vier verdiepingen van de Latona Fontein in de tuinen van het Kasteel van Versailles kruipt een flink aantal goudkleurige kikkers uit het water van de verschillende bassins.
In de top van de fontein staat een beeld van Latona met haar kinderen. Daarmee wordt het verband duidelijk met de kikkers. Bezoekers die het verhaal niet kennen, komen waarschijnlijk niet veel verder dan: “Goh! Kijk eens, wat leuk, al die kikkers!”
Wanneer u de tuinen van Versailles bezoekt en de fontein staat aan, spuit er een flinke hoeveelheid water onder andere uit de bek van de kikkers. Het totaal leidt tot spectaculaire watereffecten.
Leto, een bescheiden godin
Na de liefdesaffaire met Zeus en de verhalen rondom haar bevalling speelt Leto geen tot de verbeelding sprekende rol in de klassieke mythologie. Er is geen groots epos waarin Leto een cruciale of heroïsche rol speelt. De naam van de godin wordt weliswaar in talrijke verhalen genoemd, maar haar daadwerkelijke optreden speelt zich af tegen de achtergrond van de mythes. Zo vermeldt Homerus dat zij aanwezig was bij de bruiloft van Peleus en Thetis waarmee in feite de Trojaanse oorlog begint. Maar daarbij blijft het; zij is slechts aanwezig bij de bruiloft.
Gasten van de bruiloft van Peleus en Thetis, Griekse vaas,
6de eeuw v.Chr., British Museum Londen
Op de voorkant van de vaas zien we de processie van goden die de bruiloft van Peleus en Thetis bijwonen, van links naar rechts: Hebe, Dionysus, Leto, Chariclo, Hestia, Demeter en Iris. Rechts staat koning Peleus voor zijn paleis. Hij verwelkomt de goden op zijn bruiloftsfeest. Hij houdt een drinkbeker in de ene hand en heft de andere op ter begroeting. Op de achterkant van de vaas staan onder andere de bruid Thetis en Apollo en Artemis.
Detail van de Griekse vaas met de bruiloft van Peleus en Thetis.
Direct rechts van Dionysos staat Leto
Haar optreden is dus bescheiden en zorgt niet voor doorslaggevende of tot de verbeelding sprekende wendingen in de verhalen.
Het zijn vooral de verhalen over haar twee kinderen die tot de verbeelding spreken. In die verhalen komen Apollo en Artemis naar voren als degenen die hun moeder beschermen wanneer zij in haar eer en goede naam werd aangetast. Haar kinderen wreken ook het kwaad of onrecht dat hun moeder werd aangedaan. Dat zagen wij al in het artikel van twee weken geleden. Toen Tityus zich aan Leto wilde vergrijpen wisten zij de verkrachting van hun moeder te voorkomen.
Apollo, Tityus en Leto en Artemis,
Atheense roodfigurige vaas, 5de v.Chr., Musée du Louvre, Parijs
In het midden van het detail van de Griekse vaas belaagt Tityus (met baard) Leto. Apollo (links) en Artemis (rechts) voorkomen de verkrachting van hun moeder.
Het meest voorkomende verhaal met betrekking tot de bescherming van Leto door haar kinderen vertelt over het noodlot dat Niobe en háár kinderen overkomt.
Leto, Apollo en Artemis en Niobe en de Niobiden
Niobe was de dochter van Tantalus. Zij was getrouwd met Amphion, de koning van Thebe. Het stel had zeven zonen en zeven dochters, de zogenoemde Niobiden. In het artikel van twee weken geleden zagen we al dat Tantalus zwaar werd gestraft voor zijn hoogmoedig gedrag tegenover de goden. Niobe zou het zelfde pad opgaan als haar vader en ook zij zou meedogenloos worden gestraft voor haar minachting van de godin.
In Thebe had men het plan opgevat om een tempel te bouwen voor Leto. Dat riep de ergernis op van de koningin Niobe. In haar geraas liet zij zich laatdunkend uit over de godin: “Waarom wel Leto (‘Latona’ bij Ovidius) en niet mijn aanzien bewieroken? Ik, het kind van Tantalus, de enige sterveling die aan de godentafels mocht mee-eten! Daarbij komt nog mijn eigen schoonheid, een godin waardig. Voeg daarbij mijn zeven dochters en zeven zonen en later mijn aangetrouwde zonen en dochters. Waarom wel Leto? Wie vraagt zich nog af of mijn gevoel van trots rechtvaardig is? Wie waagt het Leto boven mij te stellen? Op een keer toen zij moest baren, gunde heel de aardbol haar geen plaats, nee, die godin van jullie werd door land, zee en lucht verstoten en overal verbannen. … Zij kreeg een tweeling, maar mijn buik droeg zevenmaal zoveel … Mijn overvloed jaagt angsten weg. Stel dat er een gedeelte van mijn kinderrijk gezin alsnog verloren gaat, toch zal ik nooit na zo’n verlies vervallen tot een tweetal, Leto’s kinderschaar! Is zij niet praktisch kinderloos?” (Metamorfosen VI: 171-202) Door zich superieur te achten aan de godin en de kwetsende en vernederende woorden van Niobe was Leto razend. Zij licht haar kinderen in en eindigt haar relaas met: “Mij noemt ze kinderloos – iets wat zij zelf worden mag! (Metamorfosen VI: 212-213). Apollo en Artemis begrepen die laatste, gebiedende woorden van hun moeder en trekken naar Thebe om wraak te nemen voor Niobe’s grootspraak en de belediging van hun moeder. Zij schieten al haar kinderen en tenslotte ook haar man Amphion dood.
De wanhopig bedroefde moeder vlucht de bergen in. Ovidius: “Daar treurt zij kinderloos om haar dode man en zoons en dochters en versteent in haar verdriet … Zij huilt nog steeds genageld aan een bergtop kwijnt zij weg. De marmerstenen rotsblok traant tot op heden.” (Metamorfosen VI: 301-312) Haar tranen zijn de bron van de Acheloós, de op een na grootste rivier van Griekenland.
De zogenoemde ‘Treurrots van Niobe’ (Niobe Ağlayan Kaya) aan de voet van de berg Sipylos, Lydië, West Turkije
Wanneer de bezoeker enige afstand neemt doen de vormen van de rots denken aan een verdrietige vrouw die in tranen over de berghelling kijkt.
De slachtpartij van de kinderen van Niobe komt al vroeg voor op Griekse vazen. Uit de Romeinse tijd zijn veel sarcofagen bewaard gebleven die het onderwerp in beeld brengen.
In de Ilias van Homerus herkende Odysseus in de rots al de treurende Niobe. (Ilias 24, 614 e.v.)
Apollo en Artemis doden de zonen en dochters van Niobe, Griekse vaas
Boven in het midden richten Apollo en Artemis hun pijlen op de kinderen van Niobe. Op de voorgrond van de vaas ligt een aantal slachtoffers met pijlen doorschoten op de grond.
Detail Griekse vaas met Apollo en Artemis
De kinderen proberen tevergeefs te vluchten voor de dodelijke pijlen van de tweeling. Artemis heeft zojuist een pijl afgeschoten en pakt rustig en geconcentreerd een volgende uit de koker. Apollo spant zijn boog om de vluchtende man rechts nog een pijl in de rug te schieten.
Romeinse Sarcofaag met Apollo en Artemis die de kinderen van Niobe doden, 160-170 n.Chr., Glyptothek, München, gevonden aan de Via Appia, Rome
Romeinse Sarcofaag met Artemis (links) en Apollo (rechts) die hun pijlen op de kinderen van Niobe schieten. Velen van hen zijn al gestorven. Links van het midden houdt Niobe een van haar dochters overeind en rechts daarvan staat Amphion een van zijn getroffen zonen bij.
Deze sarcofaag is nog te vroeg om er een eventuele christelijke betekenis aan toe te kennen. Maar nadat de christenen in het Romeinse rijk vrijheid van godsdienst kregen en zeker nadat het Christendom staatsgodsdienst werd, bleven de Romeinse christenen sarcofagen bestellen in de oude Romeinse stijl. De christenen nemen ook onderwerpen over, maar geven er een christelijke betekenis aan die in het geval van het verhaal van Niobe en haar kinderen niet veel anders was dan in de voorchristelijke periode: hoogmoed tegenover de goden en God wordt gestraft, ook na de aardse dood. Een passend onderwerp voor sarcofagen.
Grieks beeld van een stervende dochter van Niobe, marmer: hoogte: 149 cm., ca. 440-430 v.Chr., Museo Nazionale (Palazzo Massimo alle Terme), Rome
Het beeld werd gevonden in juni 1906 in het gebied van de Oud-Romeinse Horti Sallustiani, de Tuinen van Sallustius uit de 1e eeuw n.Chr. op de Quirinaalheuvel in Rome. Het is waarschijnlijk dat het beeld een onderdeel vormde van een timpaan van een tempel waarop Apollo en Artemis de kinderen van Niobe doodden. Omdat ik het persoonlijk zo’n sterk beeld vind ga ik er uitgebreid op in.
Het beeld kon als een van de stervende dochters van Niobe worden geïdentificeerd omdat de vrouw haar armen naar achteren brengt om met haar handen een pijl uit haar rug te trekken. De originele pijl is verdwenen, maar het pijlgat in haar rug en in het bovenste deel van haar kleding is nog goed te zien wanneer u de achterkant van het beeld in het museum bekijkt.
De Stervende dochter van Niobe is een buitengewoon fascinerend beeld waarbij de kleding van groot belang is voor het gevoel dat bij de beschouwer wordt opgeroepen. De Niobide is op de vlucht door een pijl tussen haar schouderbladen getroffen. Haar krachten begeven het en ze zakt door de knieën. Wanhopig tracht zij de pijl uit haar rug te trekken. Door haar heftige bewegingen is het kleed langs haar lichaam naar beneden gegleden. Aan de rugzijde is het gewaad naar beneden gezakt precies tot het punt waar de pijl zowel het kleed als de rug van de stervende heeft doorboord. Vanwege de uit het lichaam stekende pijl kon het kleed op dat punt immers niet verder zakken. Het kleed loopt vanaf dat ene punt over de rechterkant van haar rug en komt naar voren aan de onderkant van haar lichaam en valt op het rechter been vanwaar het in plooien op op de grond valt.
De linker onderarm heeft de Niobide achter haar rug gebracht om bij de pijl te kunnen komen. Het kleed hangt over die linkerarm en valt vandaar op haar linker onderbeen en tenslotte op de grond. Op de manier waarop het gehele kleed nu is gedrapeerd wordt de voorzijde van het lichaam nog enigszins bedekt. Het slordig hangend gewaad getuigt op een indrukwekkende manier van haar doodstrijd.
Naar Janson: “Het ontbloot zijn is dus geen wezenlijk onderdeel van het verhaal maar een dramatische toevoeging van de kunstenaar. We hebben hier te maken met het vroegst bewaarde vrouwelijke naakt in de Griekse monumentale beeldhouwkunst. Het naakt zijn is hier geen doel op zich. De bedoeling van de kunstenaar was door een eenheid van beweging en emotie de beschouwer te laten meevoelen met het lijden van de vrouw.” *1
Anoniem, Niobe bij haar dode kinderen, handgekleurde houtsnede uit een Duitstalige uitgave van Giovanni Boccaccio's De mulieribus claris, Over beroemde vrouwen, gedrukt door Johannes Zainer, ca. 1474, British Museum, Londen
Op de houtsnede knielt ‘Nyobe’ bij haar op een hoop verzamelde gedode kinderen. Amphion kan het wrede lot van zijn kinderen niet aan en maakt een einde aan zijn leven. Voor zover mij bekend vernemen we in de klassieke bronnen niets over de zelfdoding van Amphion. Het lijkt mij een toevoeging van Boccaccio.
Ook de toevoeging van de zon die haar puntige stralen op de kinderen van Niobe ‘afvuurt’ is een wijze van voorstellen die mij niet bekend is uit de klassieke tijd. Het is wel een fraai bedachte iconografische noviteit: Apollo wordt geregeld als god van de zon afgebeeld of met zonnestralen achter of op zijn hoofd. Hij is immers de klassieke zonnegod!
Tobias Verhaecht (1575-1631), De bestraffing van Niobe,
olieverf op paneel: 74 x 92 cm., begin 17de eeuw,
Musée des Beaux Arts de Valenciennes, Valenciennes, Frankrijk
De paniek is groot bij de kinderen van Niobe wanneer de kinderen van Leto vanaf de wolken hun pijlen afschieten. Tussen Apollo en Artemis zit Leto, de opdrachtgever van de slachting.
Jaques Louis David, Apollo en Artemis doden de kinderen van Niobe,
olieverf op doek: 153,7 x 120,6 cm., 1772,
Dallas Museum of Art, Dallas, Verenigde Staten
Vanuit de lucht worden de kinderen van Niobe met pijl en boog door de kinderen van Leto aangevallen en doodgeschoten. Ondanks Niobe’s wanhopige gebaar dat het midden houdt tussen een poging de goden te smeken met hun dodelijke beschieting te stoppen en een poging de pijlen tegen te houden voordat zij haar kinderen treffen, voelen wij als toeschouwer hoe hopeloos haar hoop is. Links liggen al teveel kinderen op de grond die getroffen werden door de dodelijke pijlen.
Apollo en Python
We zagen al dat Hera de reusachtige slang Python opdracht had gegeven Leto tijdens haar zwangerschap te belagen waardoor ze over de hele aarde werd opgejaagd. Volgens sommige klassieke bronnen zou Apollo al vier dagen na zijn geboorte erop uit zijn getrokken om het leed dat het monster zijn moeder had aangedaan te wreken. De meeste bronnen laten de leeftijd van Apollo in het midden. Na een langdurige strijd waarbij Apollo ‘wel duizend pijlen’ op het ondier afschoot werd het monster verslagen … ‘het viel neer en uit zijn donkere wonden spoot giftig bloed’. (Metamorfosen Boek1: 443-445) Over deze oerstrijd schreef ik al eerder op deze blog in het artikel: de Metamorfosen van Ovidius, een scheppingsverhaal: over de oorsprong der dingen XVII, 23 sept. 2023.
Peter Paul Rubens, Apollo doodt Python,
olieverfschets op paneel: 26,8 x 42,2 cm., 1636-1637,
Museo Nacional del Prado, Madrid
Rechts op de voorgrond ligt het met pijlen doorzeefde lichaam van het slangenmonster.
Leto en het beeld van een universele moeder
Francesco Pozzi, Leto met haar kinderen Apollo en Artemis, marmer, 1824, Sculpture Gallery, Chatsworth House, Derbyshire, Engeland
In het klassieke verhaal over Leto komt de godin naar voren als een moeder die erg begaan is met het lot van haar kinderen. In de tijd van het neoclassicisme wordt vooral dat aspect benadrukt.
Federico Gonzaga, Leto en haar kinderen Apollo en Artemis, marmer, ca. 1870, Collectie van het Engelse koningshuis, Londen
Detail van een kopie door William Henry Rinehart naar het beeld van Federico Gonzaga, 1874, Metropolitan Museum of Art, New York
Moeder Leto kijk vertederd naar haar slapende kinderen die lekker bij elkaar liggen tegen de schoot van hun moeder, maar wat houdt zij toch in haar hand?
Gebruikte Literatuur
Gustav Schwab, Griekse mythen en sagen, Utrecht, 1956
Erik Moormann en Wilfried Uiterhoeve, Van Achilleus tot Zeus: thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, Nijmegen, 1987
Ovidius, Ovidius Metamorphosen, vertaald door M. D’Hane- Scheltema, Amsterdam 1998. Alle citaten van Ovidius in dit artikel zijn ontleend aan dit boek.
*1 H.W. Janson, Wereldgeschiedenis van de kunst, vierde druk, p.130-131
Wikipedia: ‘Leto’, ‘Hesiodos’, ‘Theogonia’, ‘Delos’, geraadpleegd 20-9-2024
Comments