Over de begraafplaats van Adam en de opstanding uit de dood
Schedel onder het kruis van Jezus
In het artikel van de afgelopen week schreef ik dat de schedel onder het kruis van Jezus kan verwijzen naar de naam van de heuvel waarop Jezus werd gekruisigd: Golgotha (Latijn: `Calvaria') dat in het Hebreeuws `schedelplaats', betekent. Op deze plaats, even buiten Jeruzalem, werden doodvonnissen voltrokken. Ter afschrikking liet men de lichamen van ter dood gebrachte mensen er achter. De lugubere naam van de heuvel wordt wel verklaard uit het gegeven dat er schedels her en der verspreid over de heuvel hebben gelegen. Dit kunnen we zien op de miniatuur in het Getijdenboek van Yolande de Lalaing waar we twee schedels, botten, kaken, ribben en, onder de schedel links waarschijnlijk een heilig been op de grond zien liggen.
Toen ik dat afgelopen week opschreef realiseerde ik mij dat ik niet het hele verhaal vertelde, slechts dat deel van het verhaal dat redelijk algemeen bekend is.
Kruisiging, Getijdenboek van Yolande de Lalaing, ca. 1460-1470,
Staatsbibliothek Preussicher Kulturbesitz, Berlijn
Sommige schrijvers wijzen erop dat de naam Golgotha een verwijzing is naar de vorm van de heuvel. Vanaf enige afstand zou men er een schedel in kunnen herkennen.
Het staat echter vast dat veel kunstenaars met de schedel onder het kruis niet hebben willen verwijzen naar de naam, de functie of de vorm van de heuvel. Met schedel onder het kruis bedoelden de kunstenaars in veel gevallen de schedel van Adam. Het kruis zou zijn opgericht boven de plaats van diens vermeende graf.
De schedel van Adam, de legende van het hout van het kruis van Jezus
De basis voor deze wijd verspreide legende vormen enkele oudtestamentische – van oorsprong joodse – apocriefe geschriften uit de eerste en tweede eeuw vóór Christus. Belangrijk in dit verband zijn Het leven van Adam en Eva en De Apocalyps van Mozes. Hierin wordt verteld over het sterfbed van Adam, de tocht van Seth naar het paradijs. Tevens wordt er verteld over de plaats van het graf van Adam. Gedurende de Middeleeuwen werden fantasierijke verhalen aan deze geschriften toegevoegd en waren er ook verschillende versies in omloop. In de Legenda Aurea (ca. 1260) wordt het verhaal in grote lijnen beschreven. Jacobus de Voragine, de samensteller van het boek lijkt zelf te twijfelen aan de geloofwaardigheid van het verhaal wanneer hij opmerkt dat de lezer zelf maar moet uitmaken wat hij ervan wil geloven.
Wanneer wij elementen uit verschillende bronnen samenvatten, komt het verhaal in grote lijnen op het volgende neer.
Vanaf zijn sterfbed geeft Adam zijn zoon Seth opdracht naar het Paradijs te gaan. Meester van Catharina van Kleef, Sterfbed van Adam, miniatuur in het Getijdenboek van Catharina van Kleef, ca. 1440, grootte van de hele pagina: 19 x 13,5 cm, Piermont Morgan Library, New York
In dit artikel wordt de legende geïllustreerd aan de hand van miniaturen in het Getijdenboek van Catharina van Kleef. Het boek is geïllumineerd door een Noord-Nederlandse miniaturist die wij alleen kennen bij zijn noodnaam: de Meester van Catharina van Kleef. Hij was waarschijnlijk werkzaam in Utrecht tussen ca. 1430-1460. Het boek draagt de naam van de opdrachtgever Catharina van Kleef (1417-1479).
We pakken het verhaal op bij het sterfbed van Adam.
Het sterfbed van Adam, Seth gaat op reis
Nadat Adam en Eva zich niets hadden aangetrokken van Gods verbod te eten van de vruchten van de boom van kennis van goed en kwaad, werden zij uit het paradijs verdreven. Zij werden sterfelijk omdat zij geen toegang meer hadden tot de vruchten van die andere belangrijke boom in het paradijs: de levensboom. In een uiterste poging om toch aan zijn aardse stervenslot te ontkomen, wil Adam zich met de olie van de boom inwrijven. Hij geeft zijn zoon Seth opdracht naar het paradijs te gaan om daar enkele druppels olie van de levensboom te gaan halen.
Seth is de derde zoon van Adam en Eva. Hij werd geboren nadat Kaïn zijn broer Abel had gedood. (Genesis 4:25). De miniatuur, toont Seth tweemaal. Aan de rand van het ziekbed van zijn vader krijgt hij de opdracht. Daarna neemt hij afscheid en vertrekt.
De aartsengel Michael geeft Seth een tak van de boom des levens.
Toen Seth bij de poort van het paradijs arriveerde, versperde de aartsengel Michael hem de doorgang. Na de verdrijving van zijn ouders hebben de mensen immers geen toegang meer tot de Hof van Eden. De engel moest Seth ook teleurstellen wat de olie van de boom betreft. Pas na vijfduizendtweehonderdachtentwintig jaar, zo laat de engel weten, ná het lijden van de Zoon van God, zouden de mensen weer toegang kunnen krijgen tot de boom die eeuwig leven geeft. Dan zal de Verlosser Adam dopen en bevrijden uit het dodenrijk.
Michael laat Seth toch niet met lege handen naar huis gaan. Hij geeft hem een loot van de boom van kennis van goed en kwaad. Andere versies spreken over drie zaadkorrels van diezelfde boom. De engel voegt eraan toe dat wanneer de boom die uit de zaadkorrels of de twijg zal voortkomen eenmaal volgroeid is en vrucht draagt, dat dan de dood van Adam overwonnen zal worden.
Op de illustratie in het Getijdenboek van Catharina van Kleef staan de engel en Seth voor de geopende poort van het paradijs. Michael overhandigt Seth een tak van de paradijsboom. De twee bomen die achter de muur in het paradijs staan, zijn waarschijnlijk de levensboom en de boom van kennis van goed en kwaad.
Seth plant het takje in de mond van zijn dode vader
Toen Seth thuiskwam, was zijn vader inmiddels overleden. Op de afbeelding ligt Adam in een wit doodskleed op de grond. Behoedzaam plant Seth het takje dat hij van de engel had gekregen in de mond van zijn overleden vader.
De boom groeit op het graf van Adam
De miniatuur in het Getijdenboek van Catharina van Kleef toont een in stukken gebarsten grafplaat. Door de scheuren in de steen is uit het twijgje dat Seth uit het paradijs had meegenomen een boom gegroeid. Aan de voet van de boom ligt de schedel van Adam. Onder de steen liggen enkele botjes van diens skelet.
Salomo beveelt het omhakken van de boom.
In de tijd van koning Salomo is iedereen onder de indruk van de schoonheid van de boom. De fraaie boom was ook de koning opgevallen. De miniatuur in het Getijdenboek van Catharina van Kleef toont het moment dat Salomo opdracht geeft de boom om te hakken. Hij wil het hout van de boom gebruiken voor de bouw van zijn nieuwe tempel.
De stam van de boom wordt opgemeten.
Op de volgende miniatuur in het Getijdenboek van Catharina van Kleef is de boom omgehakt en is een man met een meetlint bezig de lengte ervan op te meten. Maar er kon geen plaats gevonden worden waar de boom ingepast kon worden. Voor de ene plek was de boom te kort en voor een andere plaats te lang. Ten einde raad besloten de bouwers van de tempel dan maar een stuk van de stam af te zagen. Nu bleek dat zij er te veel vanaf hadden gehaald. De mannen werden ongeduldig en legden het hout over een rivier, alwaar het als brug dienst deed.
De Koningin van Sheba waadt door een rivier.
Toen de koningin van Sheba naar Jeruzalem kwam om de vermaarde wijsheid van koning Salomo op de proef te stellen, moest zij over die brug. Op dat moment werd haar het grote belang van het hout geopenbaard. Zij vereert de brug, voorspelt de offerdood van Christus en weigert over de brug te lopen.
Op de miniatuur in het Getijdenboek van Catharina van Kleef houdt de koningin haar rok op en waadt door de rivier. Op de rechteroever staat koning Salomo te wachten en vraagt de koningin waarom zij niet gewoon de brug gebruikt. De koningin geeft Salomo te kennen dat zij uit respect voor degene die aan het hout van de brug geofferd zal worden, geen gebruik van de brug wenst te maken. Zij voegt er nog aan toe dat diegene een einde zal maken aan het koninkrijk van de Joden. Daar moest Salomo natuurlijk niets van weten. Hij geeft opdracht de brug af te breken en de stam diep onder de grond in te graven.
De bron van Bethesda
Na verloop van tijd ontsprong er een meer boven de plaats waar de boom was ingegraven. Dit meertje werd in de volksmond al vlug Probatica genoemd. Aanraking met het water van het meer bleek een probaat middel te zijn om zieken te genezen. Het zou dezelfde bron zijn waarvan sprake is in het evangelie van Johannes (5: 2-4): “Daar lag een grote menigte zieken, blinden en kreupelen te wachten op de beweging van het water. Want een engel des Heren daalde van tijd tot tijd naar de vijver af en bracht het water in beroering; wie dan het eerst na de beweging van het water daarin afdaalde werd gezond, aan welke kwaal hij ook leed.” Jezus geneest bij deze bron een lamme door hem te zeggen: “Sta op, neem uw bed mee en wandel.” (Johannes 5: 5-9)
De Meester van Catharina van Kleef laat de engel, waarvan sprake is bij Johannes het oppervlak van het water aanraken. Hierdoor zou het water zijn genezende werking gekregen hebben. In de legende van het kruishout wordt de beproefde genezende kracht van het water vanzelfsprekend verklaard uit de aanwezigheid van het hout waarvan we op de miniatuur een stuk in het water zien drijven. Lammen zitten en liggen bij het meertje en een van hen wordt met zijn voeten in het water gehouden.
Helaas is er nu minstens een pagina uit het getijdenboek verdwenen. De cyclus zal wel zijn geëindigd met de Kruisiging van Jezus en wellicht ook nog met een miniatuur van de oprichting van het kruis.
Het kruis van Jezus wordt opgericht boven de begraafplaats van Adam
In de tijd van het lijden van Jezus dreef de boom op het oppervlak van het water. De joden haalden de boom naar de kant en maakten er uiteindelijk het kruis van waaraan Jezus zou worden gekruisigd. Het kruis werd opgericht op Golgotha boven de vermeende begraafplaats van Adam. Het verlossende bloed van Jezus sijpelt over de schedel van de eerste mens. Door het offerbloed van Jezus wordt de stamvader van alle mensen tot leven gewekt. Nu begrijpen we de betekenis van de raadselachtige woorden van de aartsengel Michael. Deze had Seth immers in het vooruitzicht gesteld dat wanneer de boom, gegroeid uit de twijg uit het paradijs, eenmaal vrucht zou dragen, dat dan zijn vader van de dood verlost zou worden. We begrijpen nu dat de vrucht waarop de engel doelde het lichaam van Jezus is.
Het graf van Adam onder het kruis van Jezus
Bovenstaand verhaal onderstreept Jezus’ overwinning op de dood en verwijst naar de betekenis van de kruisdood voor de verlossing van de mensheid. De legende legt een historisch verband tussen de zondeval en de kruisiging. Door de zonde in het paradijs waren Adam en Eva, en daarmee al hun nakomelingen, gedoemd te sterven. De mensheid was de toegang tot de levensboom immers ontzegd. Alleen door het offer van de Verlosser konden de mensen uit de dood opstaan.
De betekenis van de oprichting van het kruis boven het graf van Adam ligt in het idee, de overwinning op de dood te laten plaatsvinden daar waar de eerste mens begraven lag. Door de kruisdood van Jezus is het kwade overwonnen. De slang, die de dood bracht door Adam en Eva aan te zetten te eten van de boom van kennis van goed en kwaad en daarmee een belangrijke overwinning had behaald, wordt nu door een vrucht van dezelfde boom overwonnen.
Kruisiging, miniatuur in de Beatus van Girona, 10de eeuw,
Museu Tresor de la Catedral, Girona
detail van de Kruisiging, miniatuur in de Beatus van Girona
Het kruis op de miniatuur met de Kruisiging in het Apocalyps-commentaar van Beatus is opgericht boven het graf van Adam. Het lichaam van Adam ligt languit in doeken gewikkeld in het graf. Om alle twijfel over wie er onder het kruis begraven ligt weg te nemen, is de naam van Adam in de grafdeksel gegraveerd: ADAM.
De voorstelling combineert de kruisiging met de opstanding van Adam uit zijn graf. Onder het kruis staat de tekst: PASSIO XPI (de eerste drie letters van het Griekse woord ΧΡΙΣΤΟΣ, lees: Christos: ‘Verlosser’). Boven het hoofd van Adam lezen we dus: “Het lijden van de Verlosser/Christus”. Rechts van Adam staat van boven naar beneden zijn naam: ADAM. (De laatste letter zien we nog maar voor een deel.) Boven Adam wordt het offerbloed van Jezus vergoten over het hoofd van Adam. Door dit verlossingsbloed kan hij uit de dood opstaan. De voorstelling maakt duidelijk dat de dood is overwonnen door de kruisdood van Jezus. Het offerbloed van Jezus dat over Adam wordt uit gegoten, wordt wel opgevat als de doop van Adam met het bloed van Jezus.
Adam wordt gedoopt met het offerbloed van Jezus.
Op veel kunstwerken stroomt het bloed van Jezus op de schedel van Adam. De Duitse geestelijke Johannes von Würtzburg maakte van 1160 tot 1170 een pelgrimstocht naar het Heilig Land. In zijn reisdagboek beschrijft de pelgrim onder andere een bezoek aan de Heilig Grafkerk in Jerusalem. Volgens de overlevering is de kerk gebouwd op de plek waar Jezus zowel is gekruisigd, begraven en opgestaan.
De pelgrim vermeldt dat hij in de crypte van de Grafkerk ook het graf van Adam had gezien en dat de eerste mens kon opstaan omdat hij gedoopt was met het offerbloed van Jezus. We hebben al eerder vernomen over die doop van Adam met het offerbloed van Jezus. Bij de poort van het paradijs had de engel Michael Seth immers in het vooruitzicht gesteld dat na het lijden van de Zoon van God zijn vader door de Verlosser gedoopt zal worden en dat hij hem zal bevrijden uit het dodenrijk. In het apocriefe Evangelie van Nikodemus wordt Jezus’ nederdaling naar de hel en de verlossing van de rechtvaardigen uit het dodenrijk uitvoerig beschreven. Daarover in het volgende artikel meer!
Wanneer u de Heilig Grafkerk bezoekt, ziet u rechts van de ingang de steen van de balseming. Iets verder staat naast een Grieks-orthodox altaar de Rots van Golgotha waarop Christus gekruisigd werd. Een verdieping lager onder(!) die rots treft u de Adamskapel aan waar Adam werd begraven.
Kapel van Adam in de Heilig Grafkerk, Jeruzalem
Johannes von Würtzburg schrijft voorstellingen te hebben gezien met de kruisiging van Jezus met de schedel van Adam aan de voet van het kruis. Voor zover ik weet zijn die voorstellingen in de Heilig Grafkerk niet bewaard gebleven. Uit deze periode is alleen nog maar een enkel byzantijns voorbeeld met dit onderwerp bekend. Ook vanuit die hoek kwamen pelgrims naar de Heilig Grafkerk. De iconen kunnen als geschenk aan de kerk zijn aangeboden.
Byzantijnse icoon met de Kruisiging, ivoor: 15,1 x 8,9 cm, ca. 950,
Metropolitan Museum of Art New, York
Detail Byzantijnse icoon met de Kruisiging
Aan de zijkanten van deze ivoren icoon zijn bevestigingsgaatjes van scharnieren aangetroffen waarmee zijluiken bevestigd waren aan het middenpaneel. Dat betekent dat de icoon het middenpaneel was van een klein drieluikje.
Door de sterke schaduw onder de dobbelende soldaten is de tekst rechtsonder daarvan moeilijk te lezen. Maar het lijkt mij dat onder in het midden van de voorstelling Adam ligt. Uit zijn buik groeit het kruis. Dat kan verwijzen naar een versie van de kruislegende waarin wordt verteld dat Seth een paar zaadjes van de Boom van kennis van goed en kwaad uit het Paradijs had meegenomen. Die zaadjes zijn kennelijk in de buik van Adam terecht gekomen. Op deze symbolische voorstelling zijn die zaadjes uitgegroeid tot het complete kruis dat vanuit Adams’ buik achter de dobbelende soldaten doorloopt. We hebben hier te maken met een vroege voorstelling die verwijst naar de kruislegende.
Icoon met de kruisiging, ca. 1250, tempera en bladgoud op paneel: 95,5 x 65 cm,
Iconen Museum Ohrid, Macedonië
Icoon met de kruisiging, ca. 1275, tempera en bladgoud op paneel: 120 x 68 cm, Catharina Klooster, Sinai, Egypte
Icoon met de Kruisiging, tempera op paneel, detail ca. 19 x 34 cm, ca. 1300,
Catharina Klooster, Sinai, Egypte
De kruisigingsicoon uit Ohrid en de twee iconen uit het Catharina Klooster dateren weliswaar van na de tijd dat Johannes von Würtzburg de Heilig Grafkerk bezocht, maar volgen zeker een oude Byzantijnse beeldtraditie. We mogen aannemen dat onze pelgrim vroegere, maar soortgelijke iconen heeft gezien in de Heilig Grafkerk.
Het bloed van Jezus valt op de schedel van Adam.
De icoon in het Catharinaklooster zijn twee vroege voorstellingen – die uit ca. 1275 in ieder geval de vroegste voorstelling die ik ken - waarop we zien dat het bloed van Jezus over de schedel van adam valt.
De vroege Italiaanse schilderkunst borduurt voort op de Byzantijnse beeldtraditie. Dat blijkt ook uit voorstellingen van de kruisiging.
Hieronder enkele vroege Italiaanse voorbeelden van de kruisiging met onder het kruis de bebloede schedel van Adam. Opvallend is dat er vaak een stukje van de flank van Golgotha is weggelaten, zodat wij een kijkje hebben in het binnenste van de berg waar zich de schedel van Adam bevindt. Dat zagen we ook al op de iconen uit Ohrid en de icoon uit het Catharina Klooster.
Meester van de Codex van Sint Saint George, Italiaans meester, actief in Florence van ca. 1315-133, Kruisiging, tempera en bladgoud op paneel: 22,6 x 10,8 cm, ca. 1320, privé collectie
Meester van de Pomposa Kapittelzaal, Kruisiging, tempera bladgoud op paneel:
29 x 20,5 cm, ca. 1320, Museo Nacional Thyssen-Bornemisza, Madrid
De onbekende meester moet in het begin van de 14de eeuw hebben gewerkt in de kapittelzaal van een klooster in de omgeving van Ferrara, Italië. Het bloed van Jezus loopt langs de voet van de kruisbalk naar beneden. Van daar stroomt het verder over de rotsachtige bodem van Golgotha en komt deels terecht op de schedel van Adam. Dat is op de volgende zes schilderijen ook steeds het geval.
Meester van de Codex van Sint Saint George, Italiaans meester, actief in Florence van ca. 1315-1330, Kruisiging, tempera en bladgoud op paneel: 46 x 29,8 cm, ca. 1325, Metropolitan Museum of Art, New York
Detail Meester van de Codex van Sint Saint George, Kruisiging
Vitale da Bologna, Kruisiging, tempera op paneel: ca. 1335,
Museo Thyssen-Bornemisza, Madrid
Detail Vitale da Bologna, Kruisiging
Op de Kruisiging van Vitale da Bologna (ca. 1309-voor 1361) heeft de schilder een stukje van de flank van de heuvel weggelaten teneinde de beschouwer een blik te gunnen op het binnen gedeelte van Golgotha waar het skelet van Adam ligt. Vanaf de voet van het kruis lopen stralen bloed over de rotsachtige bodem. Dunne straaltjes bereiken de laatste rustplaats van Adam.
Kruisiging, Allegretto Nuzi, tempera en bladgoud op paneel: 51 x 28 cm. ca. 1350, Gemäldegalerie, Berlijn
Fra Angelico (1395-1455), detail van Kruisiging met de heiligen Franciscus van Assisi (r) en Nikolaas van Mira, tempera op paneel: 210 x 186 cm, 1435, afkomstig uit de kerk San Niccoló del Ceppo, nu: Museo di San Marco, Florence. Het paneel is zwaar beschadigd tijdens de overstroming in 1966. Het deel van het onderstuk van het kruis, de schedel en het bovengedeelte van St. Nicolaas is nog origineel.
Carlo Crivelli, Kruisiging, tempera op paneel: 75 x 55,2 cm, ca. 1487,
Art Institute of Chicago
Anonieme Meester, Kruisiging met de Utrechtse kanunnik Hendrik van Rijn, olieverf op paneel: 130 x 133 cm, 1363, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen
Het schilderij is de vroegst bekende memorietafel in Noord-Nederland. Hendrik van Rijn hoopt, net als Adam door het vergoten bloed van Jezus uit de dood op te staan.
Detail Anonieme Meester, Kruisiging met de Utrechtse kanunnik Hendrik van Rijn
Ik heb de afbeelding is lichter gemaakt om het bloed en de schedel iets zichtbaarder uit te laten komen.
De gravure (17de eeuw, 13,8 x 21,2 cm) toont de kruisiging van Jezus als een triomfscène. Als een groots teken van overwinning is het kruis geplaatst op een wereldbol. Jezus overwint het aardse. De slang die een appel in de bek houdt verwijst naar de eerste zonde. Links onder de aarde zien we een schedel, die verwijst naar de dood. De duivel rechts onder de aardbol symboliseert het kwade. De dood, het kwade en de zonde worden door de kruisdood van Jezus overwonnen.
De engel rechts houdt een miskelk in de hand. Boven de kelk zien we een hostie. Kelk en hostie verwijzen naar de liturgische wijn en het brood die volgens de leer van de transsubstantiatie daadwerkelijk veranderen in het lichaam en bloed van Jezus. Tijdens het misoffer vindt het offer van Jezus op het altaar daadwekelijk plaats. Elke keer opnieuw lijdt hij en geeft hij zijn lichaam en wordt zijn bloed vergoten. Door het steeds opnieuw herhalen hiervan kunnen de mensen deel hebben aan Jezus’ overwinning op het aardse. Dat is de leer die de katholieke kerk nog steeds aanhoudt.
De herrezen Adam houdt een kelk in de hand waarin hij het bloed van Jezus opvangt.
Op voorstellingen van de kruisiging zien we nog al eens dat Adam in zijn graf tot leven is gewekt. In die gevallen komt het vaak voor dat hij een kelk in de hand draagt. In de kelk vangt hij het bloed van Jezus op. De kelk verwijst naar de miskelk waarin de wijn is veranderd in het bloed van Jezus.
Psalterium van Robert de Lisle, Kruisiging, vóór 1339, British Museum, Londen
De kruisiging uit het Psalterium van Robert de Lisle toont het moment van de opstanding van Adam uit zijn graf. Hij draagt een doorzichtige lijkwade en heeft al een been buiten het graf gezet. Door het bloed uit de wonden van Jezus dat door Adam in een kelk wordt opgevangen, is hij tot leven gewekt en kan hij uit zijn graf opstaan.
Tot slot hieronder nog een aantal voorbeelden zonder commentaar. Het gaat meer om het idee dat dit soort voorstellingen vooral in handschriften veel voorkomen. Even een paar plaatjes kijken!
Kruisiging in het Missaal van Saint Remi, 12de /13de eeuw,
Bibliothèque municipale, Reims
‘Emaille Limoges’, geëmailleerde voorkant van een Bijbel uit ca. 1200,
aangeboden op een veiling in New York, 26-7-2000
Adam houdt geen kelk in de hand. Hij heeft het veel te druk met de grafplaat die hij met beide handen optilt. Nu is de weg vrij om uit het graf op te staan.
Gebruikte Literatuur
- John Plummer, inleiding en commentaar: Het Getijdenboek van Catharina van Kleef, Amsterdam 1965
- J. Hall, Hall's Iconografisch Handboek. Onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende, kunst, Leiden, 1992
- Paul Bröker, Rondom Pasen, Iconografie in de beeldende kunst rondom de opstanding van Jezus, Utrecht, 1998
- Jacobus da Voragine, Die Legenda aurea, vertaald uit het Latijn door Richard Benz, Gütersloh, 1999
- Barbara Baert, Een erfenis van heilig hout, De neerslag van het teruggevonden kruis in tekst en beeld tijdens de Middeleeuwen, Leuven 2001
- Wikipedia: Heilig Grafkapel, geraadpleegd: 8-4-2022
Comments