Wat oprechte liefde vermag of:
over de liefde van een kunstenaar voor zijn werk
Toen ik in het vorige stukje schreef over die bassist als een soort living statue moest ik voortdurend denken aan het verhaal over de beeldhouwer Pygmalion. Dat verhaal kwam zo sterk naar boven dat ik er wel een stukje over moest schrijven. Het is een onwaarschijnlijk verhaal, maar dat zijn de meeste verhalen uit de klassieke mythologie.
Het verhaal over In de Matamorphosen (Boek 10: 243-298) vertelt Ovidius het verhaal over de beeldhouwer Pygmalion. In dat tiende boek vertelt de Romeinse dichter de verhalen die bekend waren van Orpheus. Nadat de Thracische dichter en zanger zijn geliefde Eurydice voor de tweede maal aan de dood had verloren trekt hij zich met zijn lier terug in een bos en bezingt de liefde in een aantal schitterende verhalen.
Over de beeldhouwer Pygmalion wordt verteld dat hij op Cyprus woont, het eiland van Aphrodite de Griekse godin van de liefde en de schoonheid. (Romeinse mythologie: Venus) Aan de kust van dit eiland was zij uit het schuim van de zee geboren.
Omdat Pygmalion jarenlang had gezien dat vrouwen in ontucht leefden, “… en hij daarom een afkeer voelde voor het kwaad dat de natuur zo ruimschoots in de vrouwenziel heeft gelegd bleef hij vrijgezel … en zijn bed was eenzaam”. Ondertussen had hij een beeldhouwwerk van een vrouw gemaakt uit het mooiste witte ivoor dat hij ooit had bewerkt. De voorgestelde vrouw bezat een schoonheid en gratie zoals die op aarde niet bestond. De gestalte leek daarbij zo echt dat Pygmalion zich voorstelde dat het beeld ook werkelijk leefde … Hij betastte het geregeld en raakte teleurgesteld dat het beeld zo hard bleef aanvoelen. Hij was smoorverliefd geworden op zijn schepping en voelt een steeds groter verlangen naar haar. Ovidius: “Steeds voelt hij met zijn vingers aan het beeld, of het ivoor of lichaam is en maakt zich wijs, dat dit toch geen ivoor is … Hij kust haar, proeft haar kussen – denkt hij – , spreekt tot haar en houdt haar in zijn armen en voelt zijn vingers in haar lichaam drukken. … Hij vleit haar met verliefde woorden, geeft haar cadeautjes waar meisjes verzot op zijn.” Hij geeft haar bloemenkransen en barnsteenkralen, tooit haar met kleren, steekt ringen om haar vingers, hangt lange snoeren om haar hals en parelhangers aan de oren.
Hendrick Goltzius, Pygmalion en Galatea, gravure: 32,7 x 21, 8 cm,1593, Rijksmuseum
Afbeeldingen van Pygmalion en Galatea uit de klassieke tijd zijn bij mijn weten niet overgeleverd. De gravure van Goltzius behoort tot de vroegst bewaard gebleven afbeeldingen van het verhaal in de Nederlanden. Pygmalion reikt Galatea een bosje bloemen aan en hij heeft een fraaie omslagdoek om het lichaam van zijn geliefde gedrapeerd. Aan haar voeten liggen nog een aantal geschenken die Ovidius noemt: we zien onder andere schelpen en een bloemenkrans. De beeldhouwer heeft de beitel nog in de hand en onder hem ligt een klophamer. Hij heeft het beeld blijkbaar zojuist voltooid en kijkt vol bewondering naar zijn schepping.
Pygmalion kleedt het beeld, miniatuur in een 15de-eeuwse uitgave van
de Roman de la Rose, Bodleian Library, Oxford, Engeland
Pygmalion kleedt het beeld met mooie kleren en rijgt de jurk dicht. Om haar hals draagt zij een ketting en op de tafel liggen een ceintuur en een fraaie hoed met een iets van een lint of omslagdoek.
Ovidius vertelt dat Pygmalion zijn beeld zelfs mee naar zijn bed nam: “… en legt haar op een rood gespreide divan met veren kussens, … denkend dat zij dat voelen kan!’.
Pygmalion legt het beeld op zijn bed, miniatuur uit een 15de-eeuwse uitgave van de
Roman de la Rose, Bodleian Library, Oxford, Engeland
De beeldhouwer raakte in steeds grotere nood omdat hij merkte dat zijn schepping zijn liefde niet kon beantwoorden; het beeld bleef koud en hard als steen.
Toen brak de dag aan waarop jaarlijks op Cyprus het grote feest ter ere van Aphrodite werd gevierd. Tijdens het feest werden traditioneel jonge runderen aan de godin geofferd. Na het offer bleef Pygmalion bij het altaar staan en sprak in stilte: “O godin, als u alles kunt geven, geef mij een vrouw…” – hij had de moed niet “die van ivoor te zeggen”, maar wel “die lijkt op mijn ivoren …”.” Maar de godin van de liefde begreep maar al te goed wat hij bedoelde en wist ook dat de liefde van Pygmalion oprecht was.
Angelo Bronzino, Pygmalion en Galatea, olieverf op paneel: 81 x 63 cm,
1529-32, Galleria degli Uffizi, Florence
Op schilderij van Angelo Bronzino (1503-1572), richt Pygmalion zich knielend en met de handen gevouwen tot Aphrodite. Hij smeekt haar om een vrouw zo mooi als het beeld dat voor hem staat. Naast hem brandt het vuur op de offertafel en ligt het offerdier tussen de vlammen.
De beeldhouwer mist zijn geliefde en spoedt zich na het feest zo snel mogelijk naar huis. Thuisgekomen omhelst hij het beeld. En dan beschrijft Ovidius de metamorfose op een meeslepende manier: “Hij kust haar mond. Het beeld lijkt erdoor te smelten, hij kust haar weer en raakt met een vingertop haar borsten aan: en plotseling voelt hij dat het ivoor zacht begint te worden zoals bijenwas in de zon … hij streelt nu een vrouw: zijn strelingen doen haar bloed sneller stromen … het beeld was lichaam geworden en het meisje voelde zijn kussen, … en zij bloosde toen zij merkte dat zij gekust werd. Nog wat onwennig sloeg zij haar ogen open en op dat moment keek zij haar minnaar aan.” Ovidius noemt geen naam, maar in andere versies van het verhaal heet zij Galatea. Hun huwelijk krijgt de zegen van Aphrodite en negen maanden later wordt er een zoontje geboren: Paphos. Zijn naam leeft voort als naam van een belangrijke stad op Cyprus.
Jean-Léon Gérôme, Pygmalion en Galatea, olieverf op doek, 88,9 x 68,6 cm,
1890, Metropolitan Museum of Art, New York
Op het schilderij van de Franse schilder Jean-Léon Gérôme (1824-1904) stapt Pygmalion op de beeldhouwersbok om bij het beeld te komen zodat hij zijn geliefde kan omhelzen. Daarvoor moet hij ook nog op de toppen van zijn tenen gaan staan en zich zoveel mogelijk uitstrekken. Wanneer we goed kijken en het verhaal kennen zien we dat er iets heel bijzonders is gebeurd. Op het schilderij is de mythe tot een hoogtepunt gekomen. Wij zijn er getuige van dat het levenloze beeld overgaat in de wereld van de levenden. De weergave van de metamorfose van Galatea is dusdanig realistisch dat het lijkt alsof zij daadwerkelijk tot leven komt. Hoe heeft de kunstenaar dat bereik? Van belang is het kleurverschil van het lichaam. De onderbenen zijn nog duidelijk van steen. Maar vanaf haar knieholtes zien we dat er langzaam meer kleur in de bovenbenen komt. Ter hoogte van haar billen is het lichaam van Galatea volledig doorbloed. We herkennen ook het verschil in bewegingsmogelijkheid. Vanaf de sokkel tot aan de knieholtes staan de benen stijf tegen elkaar aan. Maar naarmate we verder naar boven kijken zien we dat het lichaam steeds meer de mogelijkheid heeft om te bewegen. Zij buigt het bovenlichaam naar haar geliefde, omarmt hem en kust hem…eindelijk!
Rechtsboven zien we het liefdesgodje Eros (Romeinse mythologie: Cupido) die een pijl op Galatea af schiet. Zij raakt nu ook verliefd op haar minnaar.
Jean-Léon Gérôme; Pygmalion en Galatea
olieverf op doek: 94 x 74 cm, 1890, privécollectie
Het verhaal van Pygmalion en Galatea sprak Gérôme blijkbaar sterk aan. Hij maakte er nog verschillende andere versies van. Het schilderij dat zich in een privécollectie bevindt vervaardigde hij eveneens in 1890. We bezien de hoofdrolspelers nu vanuit een andere hoek, met Galatea van voren.
Ook op dit schilderij zien we dat de beeldhouwer zijn lichaam vanaf de tenen moet strekken om het beeld te kunnen omhelzen. We zien ook weer dat de schilder de wonderlijke overgang van steen in lichaam heel realistisch en goed invoelbaar in beeld brengt. We zijn wederom getuige van de langzame overgang van steen naar lichaam. Die metamorfose is in volle gang. De voeten zijn nog niet losgekomen van de sokkel en ook de onderbenen zijn nog levenloos en spierwit. Maar naarmate we meer naar boven kijken krijgt het lichaam steeds meer kleur en kan het bewegen. Galatea neigt met haar hoofd en bovenlichaam naar beneden om haar minnaar te kussen. Zij gaat helemaal op in diens omhelzing.
Louis-Jean-Francois Lagrenée, Pygmalion en zijn beeld, olieverf op doek: 2,44 x 3,50 cm, Sinebrychoff Art Museum, Helsinki, Finland
Op het schilderij van Louis-Jean-Francois Lagrenée (1724-1805) ligt Aphrodite op een wolk en raakt het beeld aan waardoor het tot leven komt. De kilte van het stenen beeld is verdwenen en Galatea stapt over de sokkel en komt naar Pygmalion toe. Eros richt de vlam van de brandende fakkel van Hymenaeus (zie hieronder) op de geliefden. Hiermee wakkert hij het vuur van de liefde aan.
Jean Raoux, Pygmalion is verliefd op zijn beeldhouwwerk, olieverf op doek: 134 x 100 cm, 1717, Fabre Museum, Montpellier, Frankrijk
Op het schilderij van de Franse kunstenaar Jean Raoux (1677-1734) is Pygmalion in zijn kunstenaarsatelier op de knieën gevallen. Hij wordt volledig in beslag genomen door het beeld dat hij heeft gemaakt. Leunend op een wolk verschijnt Aphrodite. Door het hoofd van het beeldhouwwerk aan te raken wekt de godin het beeld tot leven. Galatea staat nog op de granieten sokkel, maar we krijgen het gevoel dat zij kan bewegen. Rechts van Galatea zien we Hymenaeus. Hij is de God van het huwelijk die bij elke bruiloft met lofzangen (hymnen) werd aangeroepen om een gelukkig huwelijk af te smeken. Hij wordt voorgesteld als een jongeman met bloemenkrans rondom het hoofd en een fakkel. Met de fakkel wakkert hij de liefde aan en zorgt ervoor dat het vuur van de liefde tijdens het huwelijk blijft branden. Op het schilderij van Louis-Jean-Francois Lagrenée had Eros die fakkel blijkbaar even van Hymenaeus geleend.
Een cherubijn voelt aan de borst van Galatea of deze al van koud en hard steen nu zacht en menselijk aanvoelt. Achter de sokkel wordt door een andere cherubijn een mand met bloemen aangedragen. Vóór de sokkel speelt een cherubijn met sieraden uit een juwelenkist. De bloemen en juwelen verwijzen naar de geschenken die Pygmalion zijn geliefde had gegeven.
Jean Raoux, detail Pygmalion is verliefd op zijn beeldhouwwerk
Onder de richel van een gebouw achter Aphrodite gaan twee duiven helemaal op in hun liefdesspel. De twee tortelduifjes zijn in de kunst een veelvoorkomend motief bij voorstellingen van de godin van de liefde. Gedurende de paringstijd bewegen zij met hun snavels liefdevol tegen elkaar aan. Dat gedrag lijkt wel heel veel op menselijk zoenen. Zij staan daarom symbool voor de passie en hartstocht van verliefde stellen. In dit geval verwijst het naar de tortelduifjes Pygmalion en Galatea.
Laurent Pêcheux, Pygmalion en Galatea, olieverf op doek: 132x107 cm,
1784, Hermitage, Sint Petersburg
Een veelvoorkomend misverstand
Op het schilderij van Laurent Pêcheux (1729-1821) houdt Pygmalion de moker nog in de hand. Hij heeft het beeld van zijn ideale vrouw zojuist voltooid en toont zich helemaal verrukt over het resultaat. Twee jongens maken zich vrolijk over het vreemde gedrag van de verliefde beeldhouwer.
Achter het linker onderbeen van Galatea zien we een dolfijn met zijn kop naar beneden. Op de gravure naar het schilderij van Pêcheux is die vis wat beter te zien. Onze Galatea zou namelijk een zeenimf zijn! Naar algemene opvatting zou die dolfijn daarnaar verwijzen. Dit is echter een nog steeds veelvoorkomend en, bij mijn weten, niet eerder opgemerkt misverstand!
Louis Dennel, (1741-1806), gravure
Het misverstand is gebaseerd op een foute beeldtraditie die wellicht zijn oorsprong heeft bij het fresco van Rafaël De Triomf van Galatea. Déze Galatea is inderdaad een zeenimf. Zij is de dochter van de zeegod Nereus. Zij wordt bemind door de cycloop Polyphemos. In een grote schelp, getrokken door vissen, vaak dolfijnen, beweegt zij zich over de golven van de zee. Zij is op weg naar het eiland van Polyphemos en wordt met liefdespijlen beschoten door liefdesgodjes.
Rafaël, De Triomf van Galatea, fresco, ca. 1512 Villa Farnesina in Rome
De zeenimf Galatea heeft echter niets te maken met de geliefde van Pygmalion. Die was immers niet de dochter van Nereus maar gemaakt door Pygmalion en het leven werd haar ingeblazen door Aphrodite. In feite heeft zij dus geen echte vader en moeder. Zij wordt in ons verhaal ook niet bemind door de eenogige reus, maar door Pygmalion. Op hun reis naar Rome zullen veel kunstenaars en kunstliefhebbers het beroemde fresco hebben gezien. De naam werd wellicht in die tijd verbonden aan het verhaal over Galatea, de geliefde van Pygmalion. Ook Pêcheux is er blijkbaar niet van op de hoogte dat die vis bij een naamgenoot van Galatea hoort. En ook Gérôme maakte op beide hierboven besproken schilderijen dezelfde fout.
Het hoogst bereikbare in de klassieke kunst
Zeker voor antieke kunstenaars was het verhaal over Pygmalion het ultieme voorbeeld van wat een kunstenaar kan bereiken. Door zijn bezieling en liefde voor zijn kunstwerk had hij de goden geëvenaard: het stoffelijke was vlees geworden. Niet vreemd dat dit verhaal enorm tot de verbeelding van kunstenaars sprak.
De mythe van Pygmalion en Galatea verwoordt perfect één van de hoofddoelen van de antieke kunst. Voor Plato was het doel van de kunst om de zichtbare werkelijkheid als uitgangspunt te nemen. Maar dat was slechts het begin! Een goede kunstenaar moest zich, het idee achter de dingen die hij voorstelde eigen maken. Hij moest het idee achter dingen zó zuiver weergeven als dat ooit bedoeld was. Zo waren de mensen ooit door Prometheus gevormd naar het ideaalbeeld van de goden. Zij leefden in een ideale wereld zoals die bijvoorbeeld door Ovidius in het eerste Boek ban de Metamorphosen wordt beschreven als de vroegste periode: het Gouden Tijdperk. De mensen waren perfect van lichaamsvorm, niet bevattelijk voor ziekten en ook de dood kenden zij in die tijd niet. Het klimaat was mild, een soort eeuwige lente. Het was een tijdperk zonder onenigheid en men kende geen oorlog. Daar kwam langzaam maar zeker verandering in. Via het Zilveren Tijdperk waren de mensen nu in het IJzeren Tijdperk terecht gekomen. Het klimaat werd wispelturig. De verschillende seizoenen hadden hun intrede gedaan. Af en toe was het veel te warm en dan weer te koud. De mensen werden bevattelijk voor ziektes. Zij waren lelijker en slechter geworden. Het kwade kwam in de wereld. Ovidius: “Vrouwe Justitia verlaat als laatste god de aarde, die met misdaad is besmeurd.” (Metamorphosen Boek I, 150-151)
De kunstenaar moest het ideale beeld van de mens uit het Gouden Tijdperk herscheppen. Een fraai voorbeeld daarvan is het verhaal dat we kunnen lezen bij de Romeinse redenaar en filosoof Marcus Tullius Cicero (106-43 v.Chr.) Cicero vertelt dat de Griekse schilder Zeuxis (5e eeuw v.Chr.) opdracht had gekregen een voorstelling te maken van Helena, de mooiste vrouw op aarde. Haar schoonheid was de oorzaak van de grootste rampspoed die over de klassieke wereld was gekomen: de Trojaanse Oorlog. Zeuxis realiseerde zich dat zo’n mooie vrouw niet meer op aarde rondloopt, maar … sommige vrouwen hebben nog wel onderdelen van hun lichaam die perfect zijn en herinneren aan de ideale vrouwen uit het Gouden Tijdperk. Om de perfecte schoonheid te kunnen schilderen koos hij uit de mooiste vrouwen van Crotona de vijf allermooisten uit. Om de schoonheid van Helena te treffen schilderde hij van die vijf verschillende meisjes telkens het fraaiste onderdeel en, zo stel ik mij dat voor, van de een nam hij het mooie hoofd over, van een ander de mooie benen enzovoort. Zo kon hij de ideale vrouw herscheppen. Kortom: it's a hell of a job but someone has to do it!
Zeuxis schildert het portret van Helena, detail van een miniatuur in een 15de-eeuws manuscript met verhandelingen over Cicero, Universiteitsbibliotheek Gent
Links: Vijf meisjes uit Crotona staan model voor Zeuxis, miniatuur in een uitgave van de Roman de la Rose, Harley Library, southampton
Rechts: Vijf meisjes uit Crotona staan model voor Zeuxis, miniatuur in een uitgave van de Roman de la Rose, ca. 1525, The Morgan Library and Museum, New York
Zeuxis schildert de vijf meisjes van Crotona / The Chosen Five, Edwin Long, vóór 1891
Pygmalion schept de ideale mens
Voor de oude Grieken werd in de klassieke mythe over Pygmalion en Galatea het grote doel van de kunst verwezenlijkt, namelijk dat een kunstwerk niet alleen een perfecte nabootsing moet zijn van iets uit de zichtbare werkelijkheid. Pygmalion was zo’n groot kunstenaar dat zijn kunst niet alléen een perfecte nabootsing was van die zichtbare werkelijkheid. Het beeld wás voor hem geen kunst maar werkelijkheid! De godin Aphrodite blies het beeld de levensadem in en gaf het een ziel, precies zoals de godin Athena had gedaan bij de gestalte die Prometheus naar het beeld van de goden uit klei had gevormd. Het beeld van Pygmalion werd een beeld van de ideale mens uit het Gouden Tijdperk.
P.S.
In My fair Lady, een musical gebaseerd op het toneelstuk Pygmalion (1912) van Bernard Shaw (1856-1943) maakt professor Higgins een perfecte dame van het straatmeisje Eliza. Hij leert haar op een nette manier Engels te spreken en ook de gangbare etiquette in de hogere kringen eigen te maken. Kortom: zij wordt een perfecte vrouw.
Affiche van een toneelopvoering van My Fair Lady met Julie Andrews als Eliza, 1956
Gebruikte literatuur
- Moormann, Erik M. Van Achilleus tot Zeus: thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, Nijmegen, 1987
- Ovidius Metamorphosen, Boek I: 583-669, vertaling M. D'Hane-Scheltema, Amsterdam 1998 Alle citaten van Ovidius zijn afkomstig uit deze uitgave
- Wikipedea: ‘Pygmalion en Galatea’, ‘Pygmalion’, ‘Galatea’, ‘Zeuxis’ geraadpleegd 11 en 12 juni 2021
Комментарии