top of page
Foto van schrijverPaul Bröker

Rogier van der Weyden, Zeven Sacramenten: Golgotha in de Kerk

Rogier van der Weyden, detail van de Zeven Sacramenten


Inleiding: Sacramentsdag

Over het algemeen ontvangt u de aankondiging van een nieuw artikel op zaterdagmorgen. Speciaal vanwege het onderwerp van dit artikel heb ik voor donderdag 30 mei gekozen. Op deze dag wordt in de Katholieke Kerk het Hoogfeest van het Allerheiligste Sacrament gevierd. In feite  wordt op Sacramentsdag nog een keer stilgestaan bij wat op Witte Donderdag wordt herdacht. In de Katholieke Kerk (in dit artikel wordt met die aanduiding steeds de Rooms-Katholieke Kerk bedoeld) wordt op beide dagen de instelling van de Eucharistie door Jezus tijdens het Laatste Avondmaal herdacht. Het verschil met Witte Donderdag is dat op Sacramentsdag veel meer de nadruk wordt gelegd op de tegenwoordigheid van Christus tijdens de eucharistie in de gedaante van brood en wijn. In het Latijn heet de dag officieel: Sanctissimi corporis et sanguinis Christi solemnitas: Hoogfeest van het heilig lichaam en bloed van Christus, in het Nederlands ook wel: Hoogfeest van het Allerheiligste Sacrament, of dus gewoon: Sacramentsdag.


Het feest valt oorspronkelijk op de tweede donderdag na Pinksteren, dit jaar dus op donderdag 30 mei. Omdat het die dag voor de katholieken om een zogenoemde verplichte feestdag gaat hebben de bisschoppen in Nederland en ook in enkele andere landen om praktische redenen besloten om deze dag te vieren op de tweede zondag na Pinksteren. Op die dag zijn de gelovigen verplicht om de mis bij te wonen. Op zondag is dat voor velen wat gemakkelijker te realiseren dan op een doordeweekse dag.    


De latere paus Urbanus VI (paus 1261 tot 1264) gebood in de periode dat hij aartsdiaken van het bisdom Luik was middels de pauselijke bul Transiturus de hoc mundo: 'Hij zal deze wereld verlaten' dat Corpus Christi, het feest van het lichaam van Christus zoals Sacramentsdag toen nog werd genoemd, in alle katholieke  kerken gevierd moest worden. De dominicaner priester en vermaarde theoloog Thomas van Aquino (ca. 1225-1274) kreeg opdracht om de teksten van de liturgie van die feestdag samen te stellen. Hij schreef ook de hymne Pange lingua waarvan vooral Lauda Sion vaak apart wordt uitgevoerd. 


Als ongelovige maar wel katholiek opgevoede kunsthistoricus vormt Sacramentsdag voor mij vooral een prettige aanleiding om een van de belangrijkste schilderijen uit de school van de Vlaamse primitieven te behandelen: Zeven Sacramenten van Rogier van der Weyden. Het vergt nogal wat (katholieke) theologische kennis om dit buitengewoon fraaie schilderij met prachtige heldere kleuren en een imponerende en scherp geschilderde weergave van een gotisch kerkinterieur te doorgronden.


De meeste stromingen binnen het protestantisme kennen twee sacramenten (doop en avondmaal) in plaats van zeven binnen de Katholieke Kerk. Omdat de reformatoren de onderbouwing van de overige vijf sacramenten onvoldoende in de Bijbel konden terugvinden werden er vijf afgeschaft.

 

Rogier van der Weyden, Zeven Sacramenten, olieverf op paneel, middenpaneel: 204 x 99 cm., zijpanelen: 122,5 x 67 cm., 1440–1445,

Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen


Het schilderij Van Rogier van der Weyden heeft een opvallende vorm. Op het eerste gezicht heeft het veel weg van een drieluik, maar dat is het niet! De ogenschijnlijke zijluiken zijn niet met scharnieren aan het paneel in het midden verbonden. Daar komt nog bij dat de panelen aan de rechter- en linkerkant te breed en te laag zouden zijn om het middenpaneel op een passende manier af te sluiten. Op de achterkant zijn op de zijpanelen daarom ook geen geschilderde voorstellingen aangebracht. 

Opvallend is het grote kruis op de voorgrond dat is geplaatst op de tegelvloer van de middenschip van een gotische kerk. Het enorme kruis komt bijna tot aan het hoogste gedeelte van het stenen gewelf van de kerk en de dwarsbalk overspant zo’n beetje de volle breedte van het gewelf.

Onder het kruis vangt Johannes de Evangelist de in zwijm gevallen Maria op. Samen met de drie andere Bijbelse vrouwen die zich treurend rondom het kruis en Maria en Johannes hebben gegroepeerd is de voorstelling van de kruisiging in de kerk zo levensecht geschilderd dat het lijkt alsof het drama op Golgotha als in een passiespel zich werkelijk op dat moment in de kerk afspeelt … en dat is ook het geval!, althans het is de intentie van de kunstenaar geweest dat ons dat gevoel bekruipt. Dat is essentieel voor een goed begrip van het schilderij!


Het Allerheiligste Sacrament van het Altaar

Op het priesterkoor achter het altaar houdt een priester tijdens de consecratie een hostie omhoog. Hij herhaalt op dat moment de woorden die Jezus tijdens het Laatste Avondmaal heeft uitgesproken. Tijdens die maaltijd had Jezus brood in de handen genomen en deelde het uit terwijl hij de woorden sprak: “Neemt en eet, dit is mijn lichaam.” Daarna nam hij de beker en terwijl hij die liet rondgaan onder de apostelen sprak hij de woorden: “Drinkt allen hieruit want dit is mijn bloed van het Nieuwe Verbond dat wordt vergoten voor velen ter vergiffenis van de zonden.” De Katholieke Kerk houdt de gelovigen voor dat op het moment dat Jezus deze woorden had uitgesproken brood en wijn daadwerkelijk veranderden in zijn lichaam en bloed en dat Jezus daarmee het Allerheiligste Sacrament van het Altaar had ingesteld.


Het Allerheiligste Sacrament van het Altaar stelt de werkelijke aanwezigheid voor van de aan het kruis gestorven Christus. 

Ter voorbereiding van de consecratie worden het brood en de wijn op het altaar geplaatst. Dan neemt de priester allereerst het brood en daarna de kelk met wijn in zijn handen, hij heft het op en herhaalt de instellingswoorden die Jezus tijdens het Laatste Avondmaal heeft uitgesproken. Op dat moment voltrekt zich op het altaar het grote mysterie van de eucharistie: het lichaam en bloed van Jezus neemt de plaats in van de substantie van brood en wijn. Terwijl brood en wijn hetzelfde blijven vindt onzichtbaar en onbegrijpelijk voor het menselijke verstand de zogenaamde transsubstantiatie plaats: de daadwerkelijke verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Het lichaam van Christus en in feite zijn gehele god-menselijke persoon is nu werkelijk tegenwoordig. Dit wordt de presentatia realis genoemd. Gedurende het misoffer wordt op het altaar (de offertafel) volgens de Katholieke Kerk het lijden en de dood van Jezus werkelijk tegenwoordig gesteld.

Lees uitgebreid over de transsubstantiatie op deze blog het artikel van 31 maart 2024: Pasen 2024, het Altaarstuk van het Laatste Avondmaal van Dirk Bouts.


Zonder dat de gelovige dit met zijn zintuigen kan waarnemen speelt zich op het altaar het offer van Jezus daadwerkelijk opnieuw af. Het lijden en sterven van Jezus wordt tijdens het misoffer dus niet herdacht; dat offer van Jezus vindt steeds weer opnieuw plaats. Christus lijdt en sterft steeds weer opnieuw. Alleen zo kan er voortdurend genade, vergeving van de zonden vrijkomen waardoor mensen verlost kunnen worden. Volgens de Katholieke Kerk vindt tijdens het misoffer het offer van Jezus overal op aarde daadwerkelijk opnieuw plaats waar de eucharistie wordt gevierd en een gewijde priester de zogenoemde instellingswoorden herhaalt die Jezus tijdens het Laatste Avondmaal had uitgesproken. Alleen op deze manier kan de gelovige zich voeden met het lichaam van Jezus en deelhebben aan de genade die Jezus met zijn offer heeft bewerkstelligd. Jezus had immers gezegd: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Wanneer iemand van dit brood eet zal hij eeuwig leven en het brood dat ik u geef is mijn lichaam. … Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag opwekken. Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt blijft in mij en Ik in hem. De levende Vader heeft mij gezonden en ik leef door de Vader. Zo zal wie mij eet leven door mij, ook al is hij gestorven (Johannes: 6: 51-58).

Door de grote levensechte kruisiging tegelijkertijd in de kerk af te beelden met het moment dat de consecratie plaatsvindt wordt op het schilderij van Rogier van der Weyden een verband gelegd met Jezus’ kruisdood en de eucharistie.

Met behulp van de realistische voorstelling van de kruisiging in de middenbeuk van de kerk wordt het mysterie van hetgeen zich in feite onzichtbaar tijdens de consecratie op het altaar afspeelt zichtbaar gemaakt. Het verborgene wordt wordt op het schilderij als het ware voor onze ogen onthuld.

We zagen al dat tijdens de viering van de eucharistie het hele heilswerk van Jezus opnieuw wordt voltrokken. Door net als de apostelen te eten en te drinken van het lichaam en bloed dat voor hen vergoten is, kunnen de zonden worden vergeven en kunnen de mensen deel hebben aan de verlossing. Dat is de kern van de katholieke genadeleer. Alleen zo kan er elke keer opnieuw genade vrijkomen om de mensen met God te verzoenen. Tijdens het uitdelen van het brood onder de apostelen had Jezus immers gezegd: “Neemt en eet, dit is mijn lichaam.” En toen hij de kelk met wijn liet rondgaan: “Drinkt allen hieruit want dit is mijn bloed van het Nieuwe Verbond dat wordt vergoten voor velen ter vergeving van zonden.”

Meester van de Antwerpse Aanbidding, actief in Antwerpen ca. 1505-1530, Triptiek met de Kruisiging en de levensbron, olieverf op paneel, middenpaneel: 119 x 172 cm., ca. 1520, The Phoebus Foundation, Antwerpen


Op het triptiek van de Meester van de Antwerpse Aanbidding zien we op het middenpaneel een voorstelling van de kruisiging. Het bloed uit de handen, de borst en de voeten van Jezus wordt door engelen opgevangen in miskelken. In het landschap op de achtergrond zien we momenten uit de lijdensgeschiedenis van Jezus.

Het landschap van het middenpaneel loopt door op het linker- en rechterpaneel van het drieluik. Dat betekent dat de twee stichters zich in hetzelfde landschap bevinden als het landschap waar de kruisiging zich afspeelt. Zij richten zich knielend in gebed naar het kruis. Zij spreken de hoop uit te mogen meedelen in de genade die door het kruisoffer van Jezus wordt bewerkstelligd. Wanneer het drieluik wordt gesloten zien we waarop die hoop is gebaseerd.

achterkant van de zijpanelen van het

Triptiek met de Kruisiging en de Levensbron


Op de achterkant van de zijpanelen van het schilderij van de Meester van de Antwerpse Aanbidding wordt de redding door het offer van Jezus inzichtelijk gemaakt.


Op de achterkant van het linkerpaneel van het triptiek knielen Jezus en Maria. Jezus knielt op de geselzuil en houdt een kruis in de hand. De geselzuil en het kruis verwijzen naar het lijden en de kruisdood van Jezus.

Uit de zijdewond van Jezus spuit een krachtige straal bloed en uit de borst van Maria een stroom melk. Dat laatste wijst op de rol van Maria in het verlossingswerk van haar zoon. Haar moedermelk verwijst niet alleen naar het feit dat zij de moeder van Jezus is, maar dat zij ons aller moeder is en ons allen als een moeder beschermt. Zij wordt opgevat als de belangrijkste voorspreker van de mensen bij haar zoon.

Het bloed van Jezus en de moedermelk van Maria spuiten vanaf het linkerpaneel ...

.... in de fontein op het rechterpaneel.

 

De straal met bloed en de melk van Maria stromen in de Levensbron van het Nieuwe Verbond. Het Oude Verbond, de Wet van Mozes ligt achter ons en heeft plaats gemaakt voor het Nieuwe verbond. Om daarnaar te verwijzen is Mozes rechts met de wetstafelen als een imitatie beeldhouwwerk opgenomen in het schilderij. Engelen vangen het bloed van Jezus in miskelken op uit de Fontein des Levens en gieten het …

 … en gieten het als genade over de mensen in het vagevuur. Door het bloed van jezus zullen zij verlost worden. 


De genadeleer van de Katholieke Kerk, de zeven sacramenten

De wijnpers als bron van de genade, ingekleurde pentekening uit Spiegel des leiden Christi, 15de eeuw, Bibliothèque municipale, Colmar, Frankrijk


Het lichaam van Jezus wordt in de de wijnpers uitgeperst. Vanuit de wijnpers stroomt het bloed van Jezus naar de voorstellingen van de zeven sacramenten. Aan de voorkant in het midden: de eucharistie, links daarvan de biecht, en daarboven de doop en de priesterwijding. Rechts van de eucharistie: het huwelijk en daarboven het vormsel en het sacrament van de stervenden.

De voorstelling moet duidelijk maken dat de basis van de genade ligt bij het offer van Jezus. Uit de slechts gedeeltelijk gefotografeerde tekst (linksboven) wordt duidelijk dat 'Hij alleen de last van het kruis heeft gedragen ... en zijn lijden en verdiensten in deze sacramenten heeft laten vloeien waardoor wij worden gered'.


De genadeleer van de Katholieke Kerk komt er op neer dat het de genade uitdeelt die door Jezus met zijn lijden en sterven aan het kruis werd verdiend.

De sacramenten gaan volgens de Katholieke Kerk terug op het woord en het leven van Jezus en zijn door hem ingesteld. Zo wordt door de Katholieke Kerk gesteld dat Jezus met zijn lijden en sterven de mensen opnieuw heeft verzoend met God. Door zijn toedoen heeft Jezus de mensen opnieuw (na de verdrijving uit de paradijstuin) de mogelijkheid geboden om de mensen te laten delen in het Goddelijk leven en de toegang op de hemel heeft geopend en daarmee de mogelijkheid op eeuwig leven heeft bewerkstelligd.

De Katholieke Kerk heeft zichzelf aangewezen als de enige ware kerk die kan optreden als bemiddelaar tussen God en de mensen en het recht heeft de genade die Christus heeft verdiend door middel van de zeven sacramenten uit te delen aan de gelovigen. Dat wordt  op het schilderij van Rogier van der Weyden weergegeven door de priester die bij elk sacrament handelend aanwezig is. Vanuit de Katholieke Kerk lezen we: “De Kerk zet het werk dat Jezus op aarde deed in de wereld voort door middel van de sacramenten.”

 

de Zeven Sacramenten


1.  Sacrament van de Eucharistie

We zullen nog zien dat de engel die boven elke afbeelding van de zeven verschillende sacramenten wordt voorgesteld een gewaad draagt in de kleur die symbolisch past bij het  sacrament. Bij de dagelijkse eucharistie is dat de kleur groen. Het groene kleed van de engel boven het altaar staat symbool voor de hoop en bloeiende levenskracht. De kleur wijst op het vertrouwen in verlossing en de hoop op nieuw leven die de mensen, na het offer van Jezus mogen hebben. 

 De engelen dragen op de voorstellingen van de verschillende sacramenten een banderol die de beschouwer iets vertellen over het afgebeelde sacrament. De teksten zijn vaak gebaseerd op de Bijbel en geschriften van theologen.

Op de banderol boven de hostie: ‘Hic pa(n)is manu s(anc)ti sp(iritu)s for(m)at(us) i(n) vi(r)gi(n)e / Igne passio(n)is e(st) decoct(us) in cruce / A(m)bro(sius) i(n) li(bro) sac(ra)me(n)t(is)’: ‘Dit brood is door toedoen van de Heilige Geest gevormd in een maagd, en door het vuur van de passie bereid aan het kruis /  aldus de kerkvader Ambrosius in het boek: Over de Sacramenten. (vertalingen inscripties op de banderollen zijn van Paul Vandenbroeck, zie gebruikte literatuur*)  

Pater-kluizenaar Hugo in het groene kazuifel van de eucharistie verheft de hostie tijdens de consecratie in de kerk van de kluis (eenmansklooster) Onze Lieve Vrouwe van de Besloten Tuin in Warfhuizen, provincie Groningen. Boven het altaar staat een kruisbeeld met de gekruisigde Christus.


De eucharistie wordt het allerheiligste sacrament genoemd, heiliger blijkbaar dan de andere sacramenten. Ik heb de indruk gekregen dat Sacramentsdag na Pasen, Kerstmis en Pinksteren de belangrijkste feestdag is binnen de Katholieke Kerk.  

De centrale plaats die de eucharistie op het schilderij van Rogier van der Weyden inneemt en de veel grotere afbeelding van dit sacrament te midden van de andere sacramenten is veelzeggend. De eucharistie is het fundamentele sacrament. Al in de vroege Middeleeuwen werd dit sacrament door theologen aangewezen als het belangrijkste van de zeven sacramenten. Tijdens de eucharistie wordt het offer dat Jezus heeft gebracht werkelijk tegenwoordig gesteld en kwamen al de zeven genademiddelen voort uit zijn lijden en sterven. Het schilderij van Rogier van der Weyden wijst op de oorsprong van alle genademiddelen uit het kruisoffer. Met zijn heilbrengend handelen staat Jezus aan de basis van de vergeving  van de zonden door God. Volgens de gangbare katholieke theologie zou Christus de zeven sacramenten hebben ingesteld. Dit zijn bij uitstek de genademiddelen die door de Kerk kunnen worden aangewend om de gelovigen deelgenoot te laten zijn in de vrede met God die Christus door zijn offer heeft bewerkstelligd.

 

Het belang van het offer van Jezus en de goddelijke vergeving die hij daarmee tot stand heeft gebracht komt in verschillende thema’s in de beeldende kunst naar voren. Het gaat dan vrijwel steeds om symbolische voorstellingen. Dat betekent dat de gebeurtenissen niet werkelijk hebben plaatsgevonden. Hieronder wordt een aantal veel voorkomende onderwerpen behandeld die verband houden met de eucharistie.

 

De Genadestoel

Robert Campin, De Genadestoel, paneel van het Diptiek met de Genadestoel, olieverf op paneel: 34,3 x 24 cm., ca. 1420-1425,

Hermitage, Sint Petersburg, Rusland

 

God de Vader houdt het ineengezakte lichaam van zijn Zoon overeind. Jezus is gestorven; we zien de kruiswonden in de borst, de handen en de voeten. Ook de lendendoek die hij draagt verwijst naar de kruisiging. God de Vader heeft het offer van zijn Zoon aanvaard en houdt diens lichaam voor zich uit. Bij dit veelvoorkomende thema biedt hij het lichaam van zijn Zoon aan als genade voor de mensheid.

 

Druiven en korenhalmen

Talrijk zijn de symbolische voorstellingen in de beeldende kunst waarbij Jezus als kind op de schoot van Maria zit en een druiventros in de handen houdt. De druiven wijzen vooruit naar het offer waartoe het kind is voorbestemd. Deze druiventros verwijst tevens naar de wijn van de eucharistie en daarmee naar het bloed van Christus. 

 Friedrich Herlin, Christus als Man van Smarten,

olieverf op paneel: 156 x 106 cm.

 

Opmerkelijk is het schilderij van Friedrich Herlin (ca. 1430 - ca. 1500). Uit de kruiswonden in de voeten van Christus groeien een wijnrank met druiventrossen en een korenhalm. De stengels groeien door de kruiswonden in de handen. 

Bij de rechtervoet van Christus staat een miskelk die is bestemd voor de uit de druiven geperste wijn en de uit de graankorrels vervaardigde hostie. Dit verwijst naar het lichaam en bloed van Jezus dat tijdens de eucharistie in de vorm van brood en wijn aanwezig is.

De knielende opdrachtgever hoopt deelgenoot te mogen zijn aan de verzoening met God die Jezus met zijn offer tot stand heeft gebracht.

 

Christus in de mystieke wijnpers

Het buitengewoon vaak voorkomende motief van Christus in de wijnpers is geen directe verwijzing naar de passie, maar vooral een beeld van de eucharistie en de vrijkomende genade. 



Meester van Katharina van Kleef, detail miniatuur in het Getijdenboek van Katharina van Kleef, Christus in de Wijnpers, hele miniatuur: 192 x 130 mm., ca. 1440, The Morgan Library, New York

 

Op de miniatuur in het Getijdenboek van Katharina van Kleef staat Jezus in een perskuip van een wijnpers. De geselroede en de zweep onder de oksels en het met bloed en wonden overdekte lichaam van Jezus verwijzen naar zijn lijden, in dit geval naar de geseling. De doornenkroon wijst op de bespotting. De kruiswonden in zijn handen, voeten en in de borst verwijzen naar de kruisdood.

In de druivenpers wordt het lichaam als een druif uitgeperst en het bloed stroomt vanaf zijn hele lichaam in de perskuip. Vandaar stroomt het via een gleuf in de miskelk. Het thema van Christus in de wijnpers is een zichtbare weergave van wat er tijdens de consecratie gebeurt: het lijden van Jezus vindt plaats en de wijn verandert in het bloed van jezus. 

Anoniem, Jezus in de mystieke wijnpers, Keulen, 1450-1500, Universiteitsbibliotheek Radboud Universiteit Nijmegen

 

Door de schroef van de persbalk aan te draaien drukt een engel Jezus ineen en het bloed stroomt uit zijn lichaam. Onderaan vangen twee engelen het bloed van Jezus op in een miskelk. Het bloed van Jezus kan tijdens de communie in de vorm van wijn worden uitgedeeld aan de gelovigen.

 Meester van het Martyrium van de Tienduizend, Christus in de wijnpers, handmatig met rood ingekleurde gravure, bladhoogte: 70 x 48 mm., Duitsland 1463-1467, Rijksmuseum Amsterdam

 

Op de gravure in het Rijksmuseum wordt het lichaam van Jezus onder de druk van de persbalk uitgeperst. Tegelijkertijd treedt hij de druiventrossen in de perskuip. Aan de zijkant stroomt het bloed in een miskelk. 

Atelier van de Meester van het Bartholomeus Altaar, Christus in de wijnpers, olieverf op paneel: 33,7 x 27,7 cm., ca. 1500-’10, Mittelrhein-Museum, Koblenz

 

Onder de perskuip lezen we de inscriptie: u. na: p te torcularcu sole calcavi: naar Jesaja 63:3: Ik, ik alleen heb de wijnpers getreden en niemand stond mij bij.

Op de grote schriftband achter Jezus lezen we in het Latijn: vide si sit dolor ut dolor meus: een tekst die is gebaseerd op Klaagliederen I: 12: Wee! Gij allen die aan mij voorbij gaat, zie toe of er een smart gelijk is aan de smart die mij overkomt. De teksten moeten het lijden van Jezus bij de gelovigen oproepen.

Op het paneel in Koblenz heeft de persbalk de vorm van een kruis. In de perskuip treedt Jezus de druiven.

Vooral vanuit de zijdewond van Jezus stroomt zijn bloed in de kuip. Links van de kuip stroomt het bloed in een miskelk.

 

Het visioen van Catharina van Siena

Talrijk zijn de verhalen van mensen die in een visioen of droombeeld de werkelijke aanwezigheid van Jezus in brood en of wijn wordt getoond. 

 Visioen van de heilige Clara van Assisi, detail van een paneel van een van de zijpanelen van het eerste altaarstuk van de heilige Clara uit het Clarissenklooster in Neurenberg, paneel: 22,8 x 35,2 cm., ca. 1360-’65, Germanisches Nationalmuseum Neurenberg

 

In een visioen werd de heilige Clara van Assisi (1194-1253) tijdens de eucharistie de aanwezigheid van Christus in de geconsacreerde hostie geopenbaard.

Clara knielt bij een altaar een ziet dat Jezus lijfelijk in de hostie aanwezig is. Clara wordt een vurige verkondiger van de werkelijke aanwezigheid van Jezus in de eucharistie.

Detail van de het visioen van Clara

 

Tijdens het visioen vroeg Clara aan Jezus (hier middels de spreukband) haar kloosterorde en haar medezusters te beschermen. Middels de spreukband zegt hij haar dit toe.

  Italiaans, olieverf op koper: 265 x 20 cm.,17de eeuw

 

Omdat haar de waarheid van de eucharistie werd geopenbaard, heeft Clara als belangrijkste attribuut een monstrans met daarin de geconsacreerde hostie.

Detail heilige Clara van Assisi

 

Met een beetje moeite ziet u dat op de hostie de kruisiging van Jezus is voorgesteld.


Op de zijpanelen van het schilderij van Rogier van der Weyden worden in de zijbeuken van de kerk de andere zes sacramenten voorgesteld, elk in en/of voor een eigen kapel afgebeeld.

Linkerpaneel              

2.  Sacrament van de Doop

In opdracht van Jezus trekken de apostelen na Pinksteren de wereld in om het evangelie aan de mensen bekend te maken en hen te dopen. Zo verkondigde Petrus: “Bekeert u en laat u dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden” (Handelingen 2: 37-38) en: “Die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zijn woord aanvaarden en werden gedoopt (Handelingen 2:41).”


De engel met het witte kleed draagt  een banderol met de tekst:

O(mn)es in aqu(a) (et) pneu(m)ate baptizati / in morte chr(ist)i v(er)e su(n)t renati / Ad ro(m)a(nos) vi. c(apitul)o’: ‘Allen gedoopt in water en in geest, worden waarlijk in Christus’ dood herboren. Brief aan de Romeinen, hoofdstuk VI’. Lees wat dat betreft Paulus’ Brief aan de Romeinen, hoofdstuk V: 12-21. Dus niet hoofdstuk VI zoals op het schilderij op de schriftrol wordt vermeld! Met ‘de Wet’ doelt Paulus steeds op de Wet van Mozes, de wet van het Oude Verbond.


Het witte kleed van de engel verwijst naar de onschuld en de zuiverheid van de dopeling na de schoonwassing met het doopwater. Daardoor wordt hij bevrijd van de erfzonde die teruggaat op de zonden die Adam en Eva in het Paradijs hebben begaan waardoor de mensen sterfelijk werden. Door de doop wordt de dopeling lid van de Kerk en opnieuw geboren: men begint een nieuw leven in Christus.


Toen Jezus aan het kruis was gestorven en zijn zijde met een lans werd doorstoken vloeide er niet alleen bloed, maar ook water uit de wond (Johannes 19: 34). De Katholieke Kerk houdt het geloof aan dat daarmee een tweede sacrament uit het lichaam van Jezus voortkwam: de doop met gewijd water. De sacramenten van de doop en de eucharistie die de mensheid kunnen verlossen van de erfzonden en van de eeuwige dood zijn van dermate groot belang voor de Kerk van Rome dat door katholieke theologen werd gesteld dat met het water en bloed dat uit de zijde van Jezus stroomde de Kerk een aanvang nam.

detail linkerpaneel


Op de voorstelling van de doop op het schilderij van Rogier van der Weyden houden de zogenoemde Peter en de Meter de dopeling boven de doopvont. Zij leggen de belofte af voor het kind te zullen zorgen wanneer de ouders dat niet meer kunnen. De ouders van de dopeling staan rechts en links van deze peetvader en peetmoeder. Zowel de ouders als de peetouders leggen de belofte af dat zij instaan voor een goede godsdienstige vorming van het kind. De priester in het witte kleed giet water over het kindje. Wanneer iemand niet is gedoopt is het niet mogelijk om de andere sacramenten te ontvangen.

 

3.  Sacrament van het Vormsel / de Hernieuwing van Doopbeloften

De kracht en de zogenoemde gaven van de Heilige Geest zijn belangrijk bij het sacrament van het vormsel. Bij zijn laatste verschijning richtte Jezus zich nog eenmaal tot zijn apostelen: "Wanneer de Heilige Geest over u komt, zal u de kracht ontvangen en mijn getuigen zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot het uiteinde van de aarde." (Handelingen 1: 8) Uit de Handelingen vernemen we dat apostelen daarna zelf in christelijke gemeenschappen de kracht van de Heilige Geest doorgaven door handoplegging: "Toen de apostelen in Jeruzalem hoorden dat Samaria het Woord van God had aanvaard, gingen Petrus en Johannes daar naar toe en baden voor hen dat ze de Heilige Geest mochten ontvangen, want die was nog op niemand van hen neergedaald. Ze waren allen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Daarop legden ze hen de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest." (Handelingen 8: 14-17)


De engel met het gele kleed draagt een banderol met de tekst (zie hiervoor de foto met de drie kapellen van de linker zijbeuk van de kerk):

‘Per c(hr)isma quo a p(rae)sule inu(n)gu(n)t(ur) / vi passio(n)is chr(ist)i i(n) bono (con)firman(tur) / i(n) q(u)arto s(en)t(e)n(ti)a(rum)’: ‘Door het chrisma waarmee ze door de bisschop worden gezalfd, worden ze door de kracht van Christus’ passie in het goede gesterkt Sententiarum IV [van Petrus Lombardus].

De kleur geel symboliseert wijsheid, het verstand, het inzicht en daarmee de mogelijkheid wijs te oordelen. Het zijn de zogenoemde Gaven van de Heilige Geest (gebaseerd op I Korintiërs, 12: 8-11) waarmee de persoon die het vormsel ontvangt gesterkt wordt in het geloof en de kracht ontvangt om standvastig te zijn in het geloof.


Het woord vormsel is afgeleid van het Latijnse woord confirmatio dat bevestiging en versterking betekent. De persoon die het vormsel ontvangt wordt oud en wijs genoeg geacht om de beloften die zijn ouders en peetouders bij de doop hebben afgelegd nu te onderschrijven en te bevestigen. Bij het vormsel daalt de kracht van de Heilige Geest over hem neer om zijn geloof standvastig te belijden. Met de zalving met het chrisma (een mengsel van olijfolie en balsem) wordt het verbond tussen Christen en de gedoopte bezegeld.                

Op het schilderij van Rogier van der Weyden wordt achter de doopkapel het vormsel toegediend door een bisschop. Met de spatel in zijn rechterhand heeft hij wat chrisma uit het gouden potje genomen en smeert nu wat van die zalf op het voorhoofd van de jongeman in het rode kleed die voor hem knielt. Terwijl de bisschop dat doet spreekt hij de naam van de gelovige uit. Dit wordt gevolgd door de woorden ‘ontvang het zegel van de Heilige Geest, de gave van God’. De diaken rechts van de bisschop knoopt een witte doek rond het hoofd van een andere jongen die het vormsel al heeft ontvangen. De twee jongens en het meisje rechts zijn al klaar. De doek is bedoeld om het chrisma op het voorhoofd te beschermen.

 

We kennen de opdrachtgever van het schilderij aan zijn persoonlijke wapenschild en het wapenschild van de stad Doornik die we respectievelijk op de linker- en rechter bovenhoek van ieder paneel tegenkomen. Het is Jean Chevrot (ca. 1395−1460), bisschop van Doornik en een hoge functionaris onder de Bourgondische hertog Filips de Goede. In de literatuur gaat men ervan uit dat de opdrachtgever van het schilderij is geportretteerd als de bisschop die het vormsel toedient.

 

4.  Sacrament van Boete en Verzoening, beter bekend als de Biecht

Talrijk zijn de verhalen over Jezus in het Nieuwe testament waarbij hij mensen hun zonden vergeeft. Ik beperk mij tot het verhaal van de evangelist Lukas die vertelt over een berouwvolle zondares.

Jezus was te gast in het huis van Simon de farizeeër. Toen hij aan tafel zat, kwam er een vrouw binnen die als zondares bekend stond. Zij had een kruikje mirreolie bij zich. Bij het zien van Jezus werd de vrouw zich bewust van haar zondige levensstijl. Daarop knielt zij voor Jezus, pakt hem bij de onderbenen en schreit bittere tranen. Toen zij zag dat zij de voeten van Jezus met haar tranen nat had gemaakt nam zij haar lange loshangende haren en depte daarmee de voeten van Jezus droog, kuste ze en zalfde de voeten met de olie die zij bij zich had.

De farizeeër verbaasde zich over het tafereel en zei: “Als hij werkelijk een profeet was dan zou hij weten dat een zondares hem aanraakt”. Jezus zei tegen Simon dat hij zich als gastheer slecht had gedragen: "Ik ben in uw huis gekomen en gij goot geen water op mijn voeten, maar zij heeft mijn voeten met haar tranen besproeid en met haar haren afgedroogd. Gij hebt mij geen kus gegeven, maar zij heeft sinds ik binnen kwam niet opgehouden mijn voeten te kussen. Gij hebt mijn hoofd niet met olie gezalfd, maar zij heeft mijn voeten met balsem ingewreven. Daarom zeg ik u haar zonden, haar vele zonden zijn haar vergeven, want zij heeft veel liefde getoond." (Lucas 7: 36-50) 

De engel in het rode kleed draagt een banderol met daarop de tekst:

‘Sang(u)is chr(ist)i n(ost)ras (con)sci(enti)as emu(n)dabit / Du(m) p(oeni)t(e)n(t)iale debitu(m) seip(s)o mitigavit. / Ad heb(raeos) ix. c(apitul)o’: ‘Het bloed van Christus zal ons geweten zuiveren, daar hij door zichzelf de boeteschuld inloste’. Brief aan de Hebreeën, IX’

De kleur rood staat symbool voor het bloed van Jezus dat voor verzoening met God heeft gezorgd en voor de lijfstraffen die als straf en boete aan een zondaar konden worden opgelegd.


Op het schilderij van Rogier van der Weyden knielt een man op de onderste trede van een trap voor een priester die op een houten stoel zit. Die stoel lijkt speciaal gemaakt om op de verschillende treden van de trap te passen. Nadat de zondaar zijn zonden heeft beleden legt de biechtvader zijn hand op het hoofd van de man en geeft de berouwvolle zondaar absolutie, vergeving van zonden. Daarna zal hij de penitentie, de strafmaat uitspreken. Naar gelang de zwaarte van de begane zonden kunnen lijfstraffen, een bedevaart of een boetedoening in de vorm van gebeden of goede werken worden opgelegd. 

De priester op het schilderij heeft zich enigszins onherkenbaar gemaakt door de sluier over het hoofd te leggen. Dat heeft te maken met het biechtgeheim. In de biechtstoel is er altijd een fijn gerasterd scherm tussen de persoon die zijn zonden belijdt en de biechtvader. De priester en de biechteling zijn dan onherkenbaar voor elkaar. Het zogenaamde biechtgeheim is absoluut. Dat betekent dat de priester geen enkele omstandigheid kan aanvoeren die rechtvaardigt te vertellen wat hem tijdens de biecht ter ore is gekomen. Wanneer niet bekend is wie de biechtvader is, is deze ook moeilijker in verband te brengen met een bepaalde biechteling. De hoofddoek van de priester op het schilderij van Rogier van der Weyden maakt het niet heel erg moeilijk om hem te herkennen. Daar komt nog bij dat de biecht wordt afgenomen in een openbare ruimte.                                

Er zijn vreselijke verhalen bekend waarin een priester wordt gedwongen het biechtgeheim te schenden.

rechterpaneel met van boven naar beneden:

de priesterwijding, het vormsel en het sacrament van de zieken


5.  Sacrament van de Priesterwijding / Priesterzalving

De priesterzalving gaat uiteindelijk terug op de zalving van Aäron de broer van Mozes en de eerste joodse hogepriester van het volk van Israël; ook zijn zonen werden tot priester gewijd (Exodus 30: 22-30)

De priesterzalving geschiedt met olijfolie waar onder andere mirre aan is toegevoegd.


De Katholieke Kerk leert dat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal het priesterschap heeft ingesteld. In de Handelingen van de Apostelen komen we geregeld tegen dat Jezus hen opdraagt om in zijn naam het evangelie te verkondigen en ook om in zijn naam te bekeren, zieken te genezen, te dopen, voor te gaan in de eucharistie: Blijf dit doen om mij te gedenken, kortom om zijn werk voort te zetten in zijn sacramenten. De gewijde priester zet dat werk van de apostelen voort in persona Christi: in de persoon van Christus. Dat betekent niet dat de priester meteen een heilige zou zijn en geen zonden zou begaan. Maar deze menselijke beperking is geen belemmering omdat Christus zijn verzoening meedeelt door de priester. Als de gewijde priester doopt is het in feite Christus die doopt, als de gewijde priester de eucharistie viert is het Christus die het eucharistische offer opdraagt, en zo is het ook het geval bij de andere sacramenten.


De engel in het purperen kleed draagt een banderol met daarop de tekst:

‘Du(m) su(m)m(us) po(n)tifex lesus i(n) s(anc)ta i(n)t(r)av(i)t / tu(n)c sac(ra)- mentu(m) ordi(ni)s vere stauravit / Ad heb(raeos) ix. c(apitul)o’: ‘Toen Jezus als hogepriester het heiligdom betrad, stichtte hij waarlijk het sacrament van de orde. Brief aan de Hebreeën, IX’

Purper was indertijd de meest kostbare kleur om kleding mee te verven. Alleen keizers en koningen hulden zich in purper. Ook Jezus wordt als hogepriester-koning geregeld in een purperen kleed voorgesteld. Kijk maar eens naar de mozaïeken in de apsissen van kerken in Ravenna. Omdat de priester na zijn wijding kan optreden in persona Christi past purper als symbolische kleur goed bij de priesterwijding.


Op het schilderij van Rogier van der Weyden komt de voorstelling van de priesterwijding er enigszins bekaaid vanaf. De voorstelling wordt wat weggedrukt tussen de lijst van het schilderij en de pilaar rechts van de bisschop. De aanstaande priester knielt in een wit kleed voor de bisschop die de zalving verricht.

detail van het rechterpaneel met de sacramenten van boven naar beneden: de priesterwijding, het sacrament van het huwelijk en het Sacrament van de zieken/stervenden.


6.  Sacrament van het Huwelijk

In het Evangelie van Marcus verwijst Jezus naar Genesis 2: 24 wanneer hij stelt dat ‘… van de aanvang van de schepping heeft God man en vrouw geschapen. Daarom zullen man en vrouw hun ouders moeten verlaten en de twee zullen een eenheid vormen. Daarna spreekt hij zich uit tegen scheiding: ‘Wat God heeft verenigd zal een mens niet scheiden'. (Marcus 10: 6-9)


Het huwelijk is het enige sacrament dat niet door een priester wordt toegediend. De geliefden sluiten het huwelijk zelf met elkaar. De priester is slechts als getuige van de huwelijkssluiting aanwezig.


De engel in het blauwe kleed draagt een banderol met daarop de tekst:

‘Matrimonium a chr(ist)o commendatur / du(m) spo(n)sa sa(n)guinu(m) i(n) c(a)r(n)e copulator / exodi III.c(apitul)o’: ‘Het huwelijk wordt door Christus aanbevolen wanneer de bloedige bruidegom in het vlees verenigd wordt. Exodus hoofdstuk IV’ 

Ik zie het verband niet tussen het huwelijk en Sappora die haar man Mozes een bloedige bruidegom noemt omdat hij hun eerste zoon nog niet had besneden en zij dat zelf met een scherpe steen deed. (Exodus 4: 24-27)

De kleur blauw van het gewaad van de engel boven de voorstelling van het huwelijk symboliseert huwelijkstrouw en in plaats van de modernere witte trouwjurk van tegenwoordig werd er vroeger veelal blauw door bruiden gedragen. In het bekende Engelse versje wordt bruiden ook aangeraden iets blauws te dragen:


Something old

Something new 

Something borrowed                                                                       

Something blue                                                                                           

And a silver sixpence in her shoe


Al de zaken in het versje worden op een symbolische manier in verband met het huwelijk verklaard.

Op het schilderij van Rogier van der Weyden houden de bruid en de bruidegom elkaars rechterhand vast en beloven plechtig iets in de zin van dat zij altijd lief voor elkaar zullen zijn. Met het schudden van de handen wordt de trouwbelofte bevestigd en is het stel getrouwd.

 

7.  Sacrament van de zieken / sacrament van de stervenden

De evangelisten schrijven veelvuldig over de zorg van Jezus voor zijn lijdende en hulpbehoevende medemens. Jezus geeft zijn kerk dezelfde opdracht mee. Hij stuurt zijn leerlingen op pad om mensen te genezen en zieken te zalven. (Marcus. 6,12-13).


De engel in het zwarte kleed draagt een banderol met daarop de tekst:

‘Oleo s(anc)to in a(n)i(m)a (et) corp(or)e infirmati / sanantur merito passio(n)is chr(ist)i / Jacobi ulti(m)o’: ‘De naar ziel en lichaam verzwakten worden met heilige olie genezen door de verdienste van Christus’ passie. Laatste hoofdstuk Brief van Jacobus [= De Brief van Jacobus, hoofdstuk 5: 14-16]


De in het opschrift aangehaalde Brief van Jacobus (door de Katholieke Kerk toegeschreven aan apostel Jacobus de Mindere/Jongere)  lezen we: “Is iemand van u ziek: hij roepe de priesters van de kerk. Laat hen dan voor hem bidden en hem zalven met olie in de naam van de Heer. En het geloof zal de zieke behouden, de Heer zal hem opbeuren en mocht hij zonden hebben begaan dan zullen die hem vergeven worden. Belijd dus elkaar uw zonden en bid voor elkaar, opdat gij  genezen mag worden. Afhankelijk van de toestand van de zieke kan het sacrament ook worden verstrekt als het laatste sacrament, het sacrament van de stervenden. In dat geval wordt dan de biecht afgenomen en de hostie verstrekt. De uitgesproken rituele teksten verschillen dan. 


De zwarte kleur van het gewaad van de engel verwijst naar rouw en dood.

Op het schilderij van Rogier van der Weyden is de kapel in de zijbeuk van de kerk ingericht als ziekenkamer. We zien een vermagerde zieke die in bed ligt. Rechts van hem staat zijn bezorgde echtgenote. De priester zalft de stervende met het heilig oliesel.

De vrouw van de man staat al klaar met een brandende kaars. Na het overlijden van haar man zal zij die kaars tussen zijn gevouwen handen plaatsen. De diaken links biedt de priester een watje aan. Daarmee wordt vervolgens met het staafje wat zalf of olie uit zalfpot gehaald om de man te zalven.


In bovenstaand artikel zal duidelijk zijn geworden dat de zeven sacramenten voor de katholieke gelovigen tijdens hun hele leven een belangrijke rol spelen: vanaf de doop tot aan hun dood.  

 

Gebruikte literatuur

·  De Katholieke Encyclopaedie Deel I-25, redactie dr. Jan Sassen O.P., supervisie Titus Brandsma, Amsterdam, 1933-39                   

· Encyclopaedisch Kerkelijk Woordenboek, verklaring van woorden en uitdrukkingen uit het katholieke leven, inleiding J.B. Kors O.P., Antwerpen 1552 

·  Bijbels Woordenboek, samengesteld onder redactie van onder andere A. van den Born, Roermond en Maaseik, 1954-1957

· Encyclopaedie van het Katholicisme Deel I – Deel III, onder redactie van

E. Hendrikx, O.E.S.A., Bussum, 1955-1956

Bovenstaande katholieke theologische naslagwerken komen uit de nalatenschap van mijn ouders en schoonouders. Niemand was verder geïnteresseerd in 'die oude meuk'! De lijvige boekwerken werden vóór het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) samengesteld en staan dus theologisch dichterbij de oudere theologie met betrekking tot de sacramenten en dichterbij de andere zaken die bij de behandeling van het schilderij van Rogier van der Weyden naar voren komen. Zo worden citaten van de vroegchristelijke kerkvaders Ambrosius, Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus en ook Thomas van Aquino zonder voorbehoud overgenomen.

· Tentoonstellingscatalogus Geloof en Satire Anno 1600, tentoonstelling Rijksmuseum Het Catharijneconvent, p. 20-24, Utrecht 1981

·  *Vertaling van de opschriften op de banderollen: zijn van Paul Vandenbroeck in: Catalogus schilderijen 14de en 15de eeuw. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, p. 153-185, Antwerpen, 1985

·  Dirk de Vos, Rogier van der Weyden, Het volledige oeuvre, Antwerpen, 1999

·  Paul Verheijen, Rogier van der Weyden, Zeven sacramenten: Nijmegen, geplaatst op internet 2016

· Tentoonstellingscatalogus Body Language, Het Lichaam in de middeleeuwse kunst, Museum Catharijneconvent, Utrecht, 2020

 

232 weergaven

Comments


bottom of page